Mellotron’s M400 (1970)

De Mellotron M400 is een als een piano met toetsen bespeelbaar muziekinstrument dat voor iedere toon een korte magnetische geluidsband met bijbehorende afspeelkop ingebouwd heeft. Als een toets wordt ingedrukt dan wordt de bijbehorende geluidsband tegen de geluidskop en een aandrijfrol gedrukt. De geluidsband bevat ongeveer 8 seconden geluid en wordt na het afspelen door een veer in de uitgangspositie teruggebracht. De Mellotron M400 is een bijzonder instrument met een heel kenmerkend, wat zweverig geluid, dat in de muziek veel gebruikt wordt als alternatief voor strijkinstrumenten en zangkoren.

Externe links

Yes’ Fragile (1971)

Fragile is het vierde album van de Britse progressieve rockband Yes. Dit is het eerste Yes-album waarop toetsenist Rick Wakeman meespeelt en ook het eerste Yes-album waarvan de cover en het bandlogo zijn ontworpen door Roger Dean, een Britse illustrator. Op het album speelden Jon Anderson (zang, percussie), Chris Squire (basgitaar, zang), Steve Howe (gitaar, zang), Rick Wakeman (piano, orgel, Moog en andere synthesizers) en Bill Bruford (drums, percussie). Hoewel het geluid van Yes in latere jaren een typisch Jon Anderson stijl zou hebben, was dat op dit album nog niet het geval. Het geheel van het album, muziek en artwork, is in een overtuigende balans. Fragile is mogelijk daarom een iconisch progressieve rockalbum, waarvan de nummers Roundabout en Heart of the sunrise nog steeds als rock-evergreen en klassieker beschouwd worden. Luisterend naar het album herken je veel invloeden op later werk van andere bands en artiesten.

The Human League’s Dare (1981)

The Human League is voortgekomen uit de in 1977 opgerichte band The Future. Alleen zanger/liedjesschrijver Philip Oakley maakte deel uit van de originele bezetting, die na ruzie uit elkaar viel en ondermeer opging in de band Heaven 17. The Human League zat op hetzelfde label als Joy Division en Gang Of Four en gebruikten synthesizers voor een kil en indusytrieel gevoel. In 1980 haalde Oakley de tieners Susan Ann Sulley en Joanne Catherall bij de groep als achtergrondzangeressen. De band bestond uiteindelijk uit Philip Oakly zelf, Adrian Wright, keyboard speler Ian Burden, gitarist Jo Callis, zangeressen Joanne Catherall and Susan Ann Sulley en producent Martin Rushent toen The Human League met Don’t You Want Me een wereldhit scoorden. Het hitnummer Don’t You Want Me was meer middle-of-the-road, vrolijker bijna, maar het album Dare staat bol van de succesnummers. In historische termen is Dare één van de meest invloedrijke synthesizer pop albums aller tijden.

Ik werd geïntroduceerd in de voor mij toen nog onwerkelijk moderne geluiden van Dare tijdens een LP-luistersessie bij de plaatselijke muziekwinkel. Met een koptelefoon op vroeg je aan de verkoper wat er zoal nieuw op gebied van muziek was binnengekomen en een zwarte schijf werd uit een albumhoes gevist en op de 33 toeren platenspeler voor je afgespeeld. Ik wist niet wat ik hoorde en had flink wat tijd nodig om aan het geluid, de muziek, ieder nummer eigenlijk te wennen. Toch ging ik met de witte albumhoes naar huis en heb vele uren, dagen en uiteindelijk jaren met het album doorgebracht. Voor mij staat Dare met stip in de top 10 van beste albums binnen de ‘hard core synthesizer pop’, samen met From A to B, Upstairs at Eric’s, The Man Machine en Architecture & Morality.

Dat Dare op een eenzaam voetstuk staat wordt wat mij betreft bevestigd door het feit dat The Human League het succes van dit album hierna (of hiervoor) niet nogmaals heeft weten te evenaren.

Externe link

Philips’ cassettebandje (1963)

Een muziekcassette, cassettebandje, compactcassette of simpelweg bandje is een magneetband die wordt gebruikt als geluidsdrager, in een speciaal daarvoor gemaakte vaste doos (cassette). Het cassettebandje is uitgevonden door Philips, als doorontwikkeling op de bestaande magneetband-systemen. Hoewel er andere magnetische tape-systemen waren, werd de compactcassette dominant doordat Philips geen royalty’s vroeg voor gebruik van het patent. Philips stelde wel enkele kwaliteitseisen.

De oudste cassettes hadden slechts twee sporen, de A-kant en de B-kant, dus voor mono geluid, maar al vrij gauw verschenen er stereorecorders met vier sporen. In de meeste gevallen werd de compactcassette dan ook ingezet als 4-sporen-medium: links/rechts (stereo) A-kant en de B-kant waarop geluidssignalen langs magnetische weg analoog konden worden opgenomen. Bij de meeste spelers moest de cassette fysiek worden omgedraaid om de B-kant te beluisteren, maar in de loop der jaren werden zogenaamde autoreverse-decks op de markt gebracht die zonder omdraaien weergave (en soms ook opname) van beide kanten mogelijk maakten. De compactcassette leende zich uitstekend voor draagbare apparaten met batterij en zelfs voor in de auto. De vervolgstap in de ontwikkeling leidde tot de walkman, een nog meer persoonsgebonden vorm van cassettespeler aangezien deze standaard via de hoofdtelefoon beluisterd werd.

Om te voorkomen dat op een cassettebandje met opgenomen muziek per ongeluk een nieuwe opname gemaakt werd (waardoor dan de oude opname gewist zou worden), kon men op de rugzijde van het bandje een plastic palletje verwijderen waardoor een opening vrijkwam die opname (door een ingebouwde blokkade van het cassettedeck) voorkwam en daarmee het bandje tegen ongewenste opname beschermde.

Naast audio is het cassettebandje ook veelvuldig gebruikt als datadrager bij home computers: het eerste gebruik hiervan is in elk geval terug te herleiden tot de KIM-1 (1976):

The KIM-1 system is designed to work with an audio cassette tape recorder/player to provide you with a medium for permanent storage of your programs or data. The cassette with recorded data may be reread by the system as often as you wish.

Leo Fender’s Telecaster (1950)

De Fender Telecaster is een elektrische gitaar, ontworpen door Leo Fender in 1949 en voor het eerst op de markt gebracht in 1950. Deze gitaar heeft een enkele cut-away onderaan in de body. Kenmerkend voor de Telecaster zijn de twee regelknoppen, één voor geluidssterkte aan de zijde van de hals, en één voor hoge-tonenregeling. Ook de stemknoppen aan één kant van de hals zijn kenmerkend. Met het op de markt brengen van de Telecaster begon Leo Fender de opmars van de elektrische gitaren met massieve klankkast in de populaire muziek en daarmee is deze gitaar een belangrijke factor in de huidige pop- en rockcultuur geworden.

De Telecaster is een gitaar die vooral gebruikt wordt voor lichtere genres, zoals blues en country, maar ook voor rock- en popmuziek is deze gitaar geliefd vanwege de heldere, sprankelende geluiden. Jazzgitaristen zoals Joe Pass, Ed Bickert en Bill Frisell waarderen het instrument om de warme, heldere tonen en de goede bespeelbaarheid.

Externe link

The Buggles’ The Age of Plastic (1979)

The Age of Plastic is het debutalbum van het duo The Buggles, bestaande uit Trevor Horn en Geoff Downes. Nummers van het album kwam in 1979 en 1980 uit en het album zelf werd zeer goed ontvangen. Het album wordt omschreven als ‘electropop new wave’ en was in die tijd een modern klinkend maar toch herkenbaar geheel, hetgeen met name te danken was aan de mix van synthesizers en traditionele instrumenten zoals de piano. Trevor Horn, later een bekende producer van bands als Yes, Genesis en The Art of Noise, maar ook van artiesten als John Howard, Paul McCartney, Tom Jones, Cher, Grace Jones, Seal, Propaganda, Tina Turner, Lisa Stansfield, Pet Shop Boys, Simple Minds, Eros Ramazzotti en Mike Oldfield, liet op het album voor het eerst zijn herkenbare geluidstijl klinken.

Jean-Michel Jarre’s Oxygène (1977)

Jean-Michel Jarre brak door in 1977 toen zijn eerste internationele Oxygène uitkwam. De daarvan afkomstige single Oxygène IV werd in verschillende landen een hit. Het orgel dat Jarre voor dit album gebruikte, een Eminent Unique 310, bereikte een cultstatus onder verzamelaars en muzikanten toen bekend werd dat dit instrument verantwoordelijk was voor de ‘Jarre-sound’. Jarre gebruikte verder een Mellotron, een ARP2600 en een EMS Synthi AKS. Hij nam het hele album in een periode van 8 maanden thuis op en gebruikte daarvoor een 8-sporencassette.

Kraftwerk’s Autobahn (1974)

Autobahn is een studioalbum van de Duitse formatie Kraftwerk uit 1974. Het album is vooral bekend van de titelsong, die sterk ingekort wekenlang in de Britse en Amerikaanse hitlijsten stond. Het album is één van de bekendste werken van de band. Op het album is een heel scala aan elektronische instrumenten te horen, waardoor Autobahn al sterk neigt naar electro en electropop, waar Kraftwerk later bekend om stond. Zo werd er ondermeer gebruik gemaakt van een Minimoog en een Farfisa Rhythm Unit 10. Hoewel de Moog Minimoog al door veel bands werd gebruikt, bracht Kraftwerk een omwenteling in het gebruik van synthesizers teweeg: er werd niet gezocht naar de nabootsing van bestaande muziekinstrumenten, maar juist naar geheel nieuwe geluid- en ritmestijlen.

Externe link

Wendy Carlos’ Switched-On Bach (1968)

Switched-On Bach is het eerste studioalbum van Wendy Carlos waarop stukken van Johann Sebastian Bach op een Moog synthesizer worden vertolkt. Toen het album in 1968 uitkwam was het eerste ontvangst lauwtjes; er werd in die tijd nog geen gebruik gemaakt van synthesizers en de geluiden waren voor veel mensen te onnatuurlijk. Toch werd het album al snel omarmd en legde het zowel Moog als Carlos geen windeieren: er werden meer dan een miljoen exemplaren van het album verkocht en de Moog synthesizer was vanaf dat moment niet meer aan te slepen.

Kudelski’s Nagra SN (1964)

Nagra is een serie batterijgevoede draagbare professionele audio opnameapparaten geproduceerd door Kudelski uit het Zwitserse Cheseaux-sur-Lausanne. De Nagra SN is de kleinste van de serie. De Nagra reeks van audio opnemers waren in de jaren ’60 tot en met de jaren ’80 de de facto standaard op het gebied van professionele audio opnamen. De SN werd door president John F. Kennedy aangewezen als hulpmiddel voor de Amerikaanse geheime dienst en was onderdeel van de standaarduitrusting van astronauten in Apollo missies. De SN versie van de Nagra reeks wordt door velen als Kudelski’s beste product gezien en is een toonbeeld van Zwitserse precisie.

De SN is klein. Was je in de jaren ’60 professioneel werkzaam in een vakgebied waarin gesprekken moesten worden afgeluisterd dan wist je zeker dat je met een Nagra SN te maken kreeg. Wil je op dit moment een Nagra van eBay kopen, dan ben je snel 3000 euro verder.

Casio VL-Tone (1981)

De Casio VL-1 (ook wel VL-Tone genoemd) is een monofone speelgoedsynthesizer die in 1981 door Casio op de markt werd gebracht. De synthesizer is monofoon en kan dus maar één toon tegelijk laten horen. Wel kan een melodie vergezeld gaan van een eenvoudig ritmepatroon. De klankopwekking is digitaal. Naast de vijf ingebouwde geluiden (piano, fluit, orgel, fantasy en viool) kan er een eigen geluid geprogrammeerd worden waarvoor ADSR parameters kunnen worden ingebracht. Opvallend extraatje op deze Casio is de eenvoudige ingebouwde rekenmachine.

The Story of Star Wars (1977)

The Story Of Star Wars is een 1977 langspeelplaat met hierop een ingekorte versie van de gebeurtenissen uit de film Star Wars, met dialogen en geluidseffecten uit de oorspronkelijke bioscoopfilm. De opname werd geproduceerd door George Lucas en Alan Livingston en werd aan elkaar gesproken door Roscoe Lee Browne. De bioscoopfilm werd een hit in een tijd dat er geen thuisvideo bestond en voor veel fans was deze langspeelplaat dan de meest bereikbare manier om de film opnieuw te beleven. Het album werd ook op muziekcassette uitgebracht en was een groot commercieel succes.

Moog Minimoog (1970)

De Minimoog is een analoge monofone synthesizer. Het is een van de bekendste synthesizers ter wereld. Robert Moog produceerde de eerste van deze synthesizers in 1970. De opbouw van deze subtractieve analoge synthesizer stond min of meer model voor veel modellen die erna zijn gebouwd. Het instrument beschikt over drie oscillatoren die meerdere golfvormen kunnen weergeven en over een ruisgenerator. Deze golfvormen worden samengevoegd en door een filter en een amplitude-envelope gestuurd (van het type ADSR). Het 24dB/octaafs-filter heeft een bijzonder karakter waardoor de minimoog binnen korte tijd erg populair werd bij veel muzikanten. Vooral de bastonen zijn zeer krachtig. De minimoog beschikt over een eigen klavier en een toon- en modulatie-wiel waarmee het geluid kan worden beïnvloed. De Minimoog was niet alleen in de jaren ’70 erg populair. Ook toen samplers en digitale synthesizers hun intrede deden in de jaren 80 werd de Minimoog algemeen als de beste monofone synthesizer beschouwd.

ELO’s Out of the Blue (1977)

ELO, afkorting voor The Electric Light Orchestra, was superpopulair in 1977 en het dubbelalbum Out of the Blue was het grootste succes van de band. Het album had een prachtig, tot de verbeelding sprekend ruimtestation op de voorzijde, gebaseerd op het eerdere logo van het voorgaande album A New World Record.

Externe link

Sony’s Walkman WM-2 (1981)

Een walkman is een op batterijen werkend apparaat dat compact cassettes afspeelt via een hoofdtelefoon en dat meegenomen kan worden tijdens het wandelen of fietsen. Sony stond al voor de introductie van de WM-2 bekend als een Japans bedrijf dat miniatuur consumentenproducten van hoge kwaliteit wist te maken. De WM-2 die in 1981 werd geïntroduceerd is echter zonder twijfel een mijlpaal in hun geschiedenis.

Zelf heb ik een tijdje een WM-1 gehad, die na een tijdje langzamer ging lopen en waarvan het geluid links en rechts nooit echt feilloos was. Ook de WM-2 had last van datzelfde euvel. De introductie van de DD-reeks, die uiterlijk op de WM-2 leken, maakten een eind aan het probleem van wisselende snelheid.