Psion’s 5 mx (1997)

Toen Psion in 1997 met de Psion 5 op de markt kwam, was die het resultaat van jarenlange iteratieve productontwikkeling en dat zag je. Het apparaat was aan alle kanten ‘af’: hardware, software, documentatie, verpakking: voor de technische georiënteerde zakenmens (lees: gadgetfreak) was de 5 mx hét hebbeding van het jaar. Het snelle en modern aandoende Symbian besturingssysteem, de ondersteuning van PCMCIA kaarten, connectiviteit, het uitklappende toetsenbord: niets leek een wereldverovering van Psion nog in de weg te staan.

De Psion 5 was een upgrade van de hiervoor immens populaire Psion 3, waarvan er ongeveer anderhalf miljoen waren gemaakt en die in sommige gevallen buiten de kaders van iedere denkbare vorm van use case werden gebruikt door zakenmensen, schrijvers, redacteuren en hobbyisten. De Psion 3 was een upgrade van de Psion Organisers II, die ook al bekend stonden als degelijke, innovatieve en breed inzetbare apparaten.

Anno 2023 zijn is de Psion 5 mx een collectors’ item geworden en maken mensen nog steeds gebruik van het compacte apparaat, hoewel het in duur en frequentie aanzienlijk minder zal zijn. Er zijn (succesvolle) pogingen om het Symbian besturingssysteem te vervangen door een Linux distributie (waarbij een alternatief, het gebruik van de 5 mx als terminal en het toevoegen van een Raspberry Pi Zero als Linux ‘server’, ook veelbelovend is).

Externe links

Philips’ HL 3695 vertaal-machine (1979)

De Philips HL 3695 vertaal-machine is een apparaat waarmee woorden van de ene taal in een andere kunnen worden vertaald. De beschikbare talen zijn Nederlands, Duits, Frans, Engels, Noors, Spaans, Italiaans, Japans en Arabisch, met in elke taal 3000 woorden, waarvan 3 talen tegelijk in het apparaat kunnen worden geplaatst. De talen komen elk in een kunststof blokje die separaat werden verkocht. De vier AA-batterijen kunnen het apparaat een paar uur van stroom voorzien, maar het apparaat is snel aan- en uit te zetten waardoor de gebruiksduur fors kan worden verlengd.

Hoogspanningsdisplays werden in de jaren ’80 veelvuldig gebruikt in consumentenelektronica, maar minder in draagbare apparaten omdat de stroomverzorging ingewikkeld was met spanningen die hoger waren dan de voedingsspanning, complexe aansturing en een fors verbruik. De vertaal-machine (hij werd door Philips niet ‘computer’ genoemd) kwam misschien met het stroomverbruik weg omdat de theorie wellicht was dat het apparaat voor iedere vertaling zou worden aangezet en na gebruik weer uit. Een grote rode led aan de voorkant zorgde ervoor dat de gebruiker het uitschakelen niet zou vergeten. Er kan worden geschakeld tussen alkaline- en oplaadbare nikkel-cadmium batterijen maar ook het gebruik van een netadapter is mogelijk,

16 tekens ‘Vacuum Florescent Display’. De tekens zijn veelzijdiger dan de 7-segments displays die we van vroegere rekenmachines kennen, maar hebben niet de mogelijkheden van de displays die zijn voorzien van individueel aanstuurbare beeldpunten

Het display bevat 16 tekens en een woord kan in de eerste van de geplaatste talen worden ingevoerd en (indien beschikbaar) in één van de andere twee talen worden weergegeven. Enkele veelgebruikte zinnen zijn in iedere taal beschikbaar en berekeningen zijn, met wat goede wil van de gebruiker, mogelijk, zij het niet met een snelheid of nauwkeurigheid die je van een rekenmachine zou verwachten. Speciale features zijn ondermeer het tonen van de gehele inhoud van de woordlijst in één van de geplaatste talen naar keuze en het tonen van een kort lijstje met veelgebruikte zinnen. Naar huidige maatstaven bevat het apparaat beperkte functionaliteit: de totale woordenlijst past waarschijnlijk op een paar A4’tjes en legitimeert de vraag waarom geen boekje met woorden mee te nemen.

De Philips HL 3695 bevatte aan de binnenkant geen kenmerkende Philips onderdelen, terwijl Philips in die tijdsperiode zelf veel van de onderdelen, zoals de gebruikte TTL chips, zelf produceerde. Het apparaat is dan ook niet door Philips ontwikkeld of geproduceerd, maar een rebatch van de M100 van het Amerikaanse Craig. Het ontwikkeltraject van dit apparaat is terug te herleiden naar de inspanningen van één enkele individu:

In 1978 richtte uitvinder en ondernemer Ron Gordon het bedrijf Friends Amis, Inc. op en patenteerde een meertalige vertaler genaamd het Ami LANGUAGE System. Het ontwerp van dit apparaat was gebaseerd op een 8-bit Mostek MK3870-microcontroller met 2K intern programmageheugen en door de gebruiker verwisselbare taalmodules. Het systeem van apparaat en verwisselbare modules werd in de VS verkocht door de in Californië gevestigde elektronicafabrikant Craig, terwijl Friends Amis de binnenkant van het apparaat produceerde en de eindmontage deed. De vertaler werd in 1979 op de markt gebracht als een ‘Translator & Information Center’ en in andere landen waren rebatches beschikbaar, zoals onze Philips HL 3695 vertaal-machine en in Duitsland de MBO Pocket-Computer. Gordon suggereerde dat er 300.000 microcontrollers werden ingekocht om de vertalers te produceren.

Het Ami LANGUAGE System en de M100 en rebatches waren een noviteit in die zin dat ze niet programmeerbaar waren, maar nog steeds een volledig capabele computer, beeldscherm en toetsenbord bevatten. Daarin zag het Japanse Matsushita Electric Industrial Co. kansen voor een product dat toen nog niet bestond: een computer die enkele, zo niet de meeste, toeters en bellen had van een grote computer, maar draagbaar was en op batterijen werkte. Het moet klein en programmeerbaar zijn, connectiviteit hebben en een volledig qwerty-toetsenbord bevatten. Gordon’s Friends Amis ontwierp ook deze eerste Hand Held Computer (HHC) die Matsushita in 1981 op de markt bracht en produceerde.

Wikipedia (artikel geschreven door Rudi Niemeijer van retro-lab.nl)

De HL 3695 is opgebouwd rondom een voorgeprogrammeerde Mostek MK3870 microcontroller, die in 1978 werd geïntroduceerd. De eerste microcontroller op de markt was de TMS1000 van Texas Instruments, die vanaf 1974 veelvuldig in volumeproducten zoals speelgoed werd gebruikt. Een microcontroller is een microprocessor waar de RAM en ROM zijn ingebouwd. Hiervoor vervalt de noodzaak van de data- en adresbussen en de hierdoor vrijgekomen aansluitingen kunnen voor I/O toepassingen worden gebruikt, zoals het aansturen van leds of displays en het uitlezen van schakelaars of toetsenborden. De ROM-inhoud van microcontrollers werd in eerste instantie in de fabriek meegeëtst op de chip, maar was door de opkomst van EEPROM vanaf 1987 ook door de eindklant of eindgebruiker programmeerbaar. De gebruikte MK3870 heeft 2K aan ROM waarin de programmatuur voor het uitlezen van het toetsenbord, het aansturen van het beeldscherm, het inlezen van de taalmodules en het tonen van de juiste vertaling op basis van de invoer zit opgesloten. In de vertaal-machine vinden we naast de microcontroller nog enkele andere chips die helpen bij het opbouwen van de informatie op het display. Het display bestaat uit 16 tekens van elk 15 segmenten (inclusief de decimale punt).

BehuizingType aanduidingFabrikantOmschrijvingDatumcode
DIP40SL90200 / MK3870Mostek8-bit general purpose microcontroller with 2K mask-programmable ROM7944
DIP28DS8881NNational SemiconductorVacuum fluorescent display driver7945
DIP18CDP1824CERCACMOS 64-Word x 8-Bit Static RAM7941
DIP1674LS156NRAYCDual 2-line to 4-line decoders / demultiplexers7937
DIP18 (2x)DI 514-38014 (?)
Geïntegreerde circuits in de HL 3695 vertaal-machine

A review [..] in Personal Computer World magazine (Dec 1979) [..] indicates that the [Craig M100] is based on the [Mostek MK3870 microcontroller], where the on-chip ROM was crucial – Brainbank/Craig designer Ron Gordon told PCW he chose the chip “because it was the only one with 2K bytes at the time we made the choice.” He claimed his company, Friends Amis, had “three-quarters of the 400,000 unit world market for 1979.”

Simon N. Goodwin

Externe links

Hewlett Packard’s HP-20S (1989)

De HP 20 S (de schrijfwijze van het model verschilt tussen op het apparaat zelf en in de handleiding) is een programmeerbare wetenschappelijke rekenmachine die Hewlett Packard vanaf 1989 produceerde. Het apparaat is in vergelijking met hedendaagse rekenmachines in niets opvallend: een zwarte plak plastic met een kristallenscherm en een hoop toetsjes met gekleurde tekstjes. Maar dat is dan ook gelijk één van de opvallendste kenmerken: dat een apparaat van al meer dan 22 jaar oud zo onopvallend is. Onder de motorkap was het echter wel degelijk een bijzondere vinding die ook vandaag de dag nog fijn werkt.

De 20 S is om verschillende redenen ook nu nog een fijne rekenmachine om mee te werken. Het display is niet grafisch maar van een uitgebreid getallen-type met een instelbaar contrast én een instelbare weergave van het decimaalteken, in Nederland een komma. Je kunt net als iedere wetenschappelijke rekenmachine het aantal cijfers achter de komma instellen en, dit in tegenstelling tot eerdere modellen, berekeningen volgen het natuurlijke verloop in ‘2 x 21 =’, in plaats van de bij HP gangbare ‘2 21 x’. De rekenmachine is oerdegelijk, heeft gemakkelijk klikkende toetsen, is redelijk bestand tegen water en stof en komt, als je bij de aanschaf een beetje verder in de buidel tastte, in een degelijke kunststof doos.

De rekenmachine is voorzien van alle wiskundige en wetenschappelijke functies die je kunt bedenken, en kan ook schakelen tussen binair, octaal, decimaal en haxadecimaal. Het omrekenen tussen getalstelsels en het kunnen rekenen in binair of hexadecimaal maakt het apparaat een handig tool die ook tegenwoordig nog altijd op mijn bureau te vinden is.

De handleiding komt in spiraalbandvorm en is duidelijk maar toch compact. Het bevat alle voorbeelden en uitleg die je maar kunt wensen en leert de gebruiker programmeren met de rekenmachine. Het programmeren is in de vorm van toetsaanslagen, maar subroutines en herhalingen behoren tot de mogelijkheden. Er zijn vijf programma’s mogelijk, die elkaar kunnen aanroepen. Om met toetsaanslagen te kunnen programmeren zijn er extra functies om uitkomsten van tussenberekeningen om te wisselen met een nieuw getal, opslag in registers en het vragen om invoer. Dikke prima, goed werkbaar in het nu en knap staaltje werk voor een retro-apparaat van deze leeftijd.

Hewlett Packard’s HP 95LX (1991)

Twee jaar nadat Atari met de Portfolio de markt klaar had gemaakt voor Microsoft DOS-compatible palmtop computers bracht Hewlett Packard de HP 95LX uit. De HP 95LX had MS-DOS versie 3.22 aan boord, in plaats van Atari’s DIP DOS dat grotendeels compatible was met MS-DOS 2.20. Ook maakte de HP 95LX gebruik van het gestandaardiseerde PCMCIA, in plaats van de minder gangbare Bee Card. Het beeldscherm was een monochroom 40 tekens-bij-16-regels LCD zonder achtergrondverlichting. Standaard werd De Lotus 1-2-3 spreadsheet meegeleverd, wat de HP 95LX een must-have digitale assistent maakte voor iedereen die bedrijfsmatig met getallen en bedragen werkte.

Hoewel MS-DOS 3.22 was ingebouwd, betekende dit niet dat alle DOS programma’s die waren bedoeld voor 3.22 op de 95LX wilden draaien: het kleine scherm maakte dat lastig. Veel programma’s waren echter prima te gebruiken en er ontstond al snel een keur aan programmeer- en conversietools die het leven van de 95LX-gebruiker vereenvoudigden.

Intern was de HP 95LX een toonbeeld van degelijke eenvoud: een printplaat met voor die tijd geavanceerde VLSI chips, een aparte printplaat voor wat resterende analoge elektronica, een behuizing in enkele onderdelen en een eenvoudig maar goed afleesbaar monochroom scherm dat later door veel gebruikers zelf voorzien zou worden van een achtergrondverlichting, een groot deel van de voordelen van afleesbaarheid en batterijduur teniet doend.

Hoewel het nu moeilijk is voor te stellen was de HP 95LX een vooruitstrevend product dat in grote aantallen werd verkocht. Voor veel mensen was de HP 95LX een uitstekende computer ‘voor erbij’ en in deze periode, waarin het internet nog niet bestond en de verbinding met andere computers via modems en seriële poorten werd gelegd, was er niets op de markt dat suggereerde dat 20 jaar later iedereen met een telefoon-internetwebbrowser-muziekspeler op zak zou lopen.

Externe links

Atari’s Portfolio (1989)

Een 40×8 tekens 240×64 pixel zwart-wit beeldscherm zonder achtergrondverlichting maar met DIP DOS 2.11, grotendeels compatibel met de zojuist uitgebrachte IBM PC. DIP DOS? Jazeker, DIP, voor DIP Research uit Surrey, Engeland. De rol van Atari was rebranding en marketing en de Atari Portfolio haalde het tot in de filmindustrie, als hackertool in Terminator 2: Judgment Day. Een paar honderd uur op drie AA batterijen en met het grootste gemak Turbo Pascal 3 in je tas meenemen. Er was een hoop goeds te zeggen over de Atari Portfolio.

De Atari Portfolio was de eerste palmtop-personal-computer: een IBM PC compatible computer die in de palm van je hand paste. Voor 1989 was dat een knappe prestatie, zeker voor een relatief klein bedrijf uit Surrey. DIP Research verkocht het recht om haar Pocket PC te produceren aan Atari, die er nog datzelfde jaar een grote hit van maakte als de Atari Portfolio. Diverse programma’s op ROM cartridges (want, Atari) waren beschikbaar, maar met een beetje moeite kon je duizenden DOS programma’s draaien, zolang die maar netjes BIOS-compatible waren geprogrammeerd.

Sinclair’s Scientific calculator (1974)

Toen het Amerikaanse Hewlett-Packard in 1972 de wetenschappelijke HP-35 rekenmachine introduceerde had dat de volledige aandacht van Engelse rekenmachinemaker Clive Sinclair. Deze had even daarvoor in Europa de zeer succesvolle Sinclair Executive rekenmachine uitgebracht, die gebruik maakte van een Texas Instruments TMS1802 ‘calculator on a chip’. Deze chip was niet geschikt voor wetenschappelijke berekeningen, aldus de ingenieurs van Texas Instruments. “Maar wat weten zij daarvan”, moeten Clive Sinclair en wiskundeknobbel en programmeertovenaar Nigel Searle gedacht hebben toen ze de Sinclar Scientific ontwikkelden.

Clive Sinclair was zijn hele leven al bezig met het ontwikkelen van betaalbare gadgets door slimme circuits te ontwikkelen die gebruik maakten van minder componenten dan daarvoor, of onderdelen te gebruiken die in een fabricageproces waren afgewezen, maar nog voldoende goed werkten om ze in andere apparaten te gebruiken. Gecombineerd met de kennis en vaardigheden van Nigel Searle resulteerde in een stroom van slimme rekenmachines die gebruik maakten van de zojuist uitgekomen TMS1802 processor van Texas Instruments. De marge op die rekenmachines was enorm en Sinclair kon dan ook rekenen op een imposante jaaromzet.

Toen HP dan ook uitkwam met de wetenschappelijke HP-35 zag Clive Sinclair zijn kans om een goedkopere, zij het functioneel veel mindere, variant te maken met een aanpassing van de TMS1802. En zo geschiedde: Sinclair en Searle ontwikkelden een programma voor de TMS1802 die door Texas Instruments werd verpakt in een TMS0805. De Sinclair Scientific was een feit.

Externe links

Hewlett-Packard’s HP-35 (1972)

De HP-35 was Hewlett-Packard’s eerste rekenmachine en de eerste wetenschappelijke zakrekenmachine ter wereld. De introductieprijs ervan was in 1972 $395, wat een kleine €2000,- zou zijn in 2018. De HP-35 werkte volgens de ‘Reverse Polish Notation’, waarin eerst de getallen en dan de berekeningswijze wordt ingevoerd: 33 12 + levert dan het antwoord 45. Het hart van de HP-35 werd gevormd door de speciaal voor Hewlett-Packard vervaardigde MK6020 chip van Mostek, een bedrijf dat vanuit Texas Instruments was gevormd.

De HP-35 had een helder 15-cijferig led-display met ruimte voor een drijvende komma getal van 10 cijfers, plus een exponent. De wetenschappelijke functies waren sin, arc sin, cos, arc cos; tan, arc tan, log10x, logex, ex, 1/x, √x, xy en de waarde van π.

Opvolgers van de HP-35 waren o.a. de HP-45, de HP-65 (programmeerbaar), de HP-55, de HP-67 en de HP-80.

Hewlett-Packard’s HP-65 (1974)

De HP-65 was de eerste programmeerbare rekenmachine ter wereld, oorspronkelijk door Hewlett-Packard aangekondigd als “de personal computer”. Omdat in 1974 nog niemand over een computer kon beschikken, laat staan een eigen computer in huis kon halen, was die term in die tijd nog niet eens zo verkeerd gekozen. De introductieprijs van $795 gaf wel aan dat de technologie nieuw was, maar het weerhield grote getalen wetenschappers, engineers en semi-professionele thuisgebruikers er niet van om dit prachtig staaltje van techniek aan te schaffen.

Psion’s Organiser II (1984)

Psion werd in 1980 opgericht door Dr. David Edwin Potter. De eerste drie jaar werd software voor de ZX81– en ZX Spectrum-thuiscomputers ontwikkeld, daarna stapte het bedrijf over op hardwareproducten. De Psion Organiser was in 1984 de eerste zakcomputer die in groten getale verkocht werd. De naam Psion is een afkorting van “Potter Scientific Instruments Or Nothing”. Open Programming Language (OPL) was een programmeertaal om applicaties mee te ontwikkelen op mobiele apparaten van Psion via een ingebouwde programmeeromgeving.

De Psion Organiser II had intern een Hitachi 6303 microprocessor, een kloon van de Motorola 6809.

Externe link

Casio PB100 (1982)

De Casio PB100 was een pocket computer van fabrikant Casio. De PB100 is een doorontwikkelde rekenmachine met meer mogelijkheden dan een wetenschappelijke rekenmachine, zoals programma’s in een hogere programmeertaal schrijven. De PB100 was uitgerust met een goed afleesbaar lc-display.