David Souza’s Hand Operated Embossing Tool (1958)

Dymo Industries werd in 1958 door Rudolph “Rudy” Hurwich opgericht om handbediende indruk-lettertangen op de markt te brengen die David Souza even daarvoor in opdracht van Dymo had gepatenteerd. De vinding van Souza was niet geheel nieuw; de techniek om letters in een dunne metalen strip te drukken bestond al een tijdje en handbediende machines om dat met enige snelheid te doen ook. Het bijzondere van de vinding van Souza zat echter verscholen in het elegante design van een compacte ‘lettertang’ waarbij de te indrukken letter handig kon worden gekozen middels een verwisselbare letterschijf, de gekozen letter met geringe ins[anning in het materiaal werd gedrukt, het materiaal van een verwisselbare spoel in precies de juiste hoeveelheid werd getransporteerd, de ingedrukte letter direct zichtbaar werd en de vervaardigde strook met letters eenvoudig kon worden afgesneden. En door (in latere versies) de beschermlaag te verwijderen kon de (eerst aluminium en later) plastic tape direct worden geplakt. Een geniaal ontwerp waarvan het patent, waarvoor Souza naar verluid honderdduizend dollar werd betaald, Dymo niet bepaald windeieren heeft gelegd.

Hoewel de eerste industrieel vormgegeven handbediende indruk-lettertangen al heel succesvol waren en Dymo in de beginjaren ’60 internationaal faam begon te maken met deze apparaten, liep het pas echt storm toen de meer betaalbare, kunststof lettertangen in de loop van de 60’er jaren op de markt werden gebracht. Deze apparaten waren nog steeds degelijk en leverden betrouwbare resultaten maar waren lichter, goedkoper en handiger in het gebruik. De gemakkelijk vervangbare plastic tapes hielpen het succes op grote schaal verkopen.

De herkenbare gekleurde strookjes met witte letters werden vanaf de jaren ’70 een herkenbaar fenomeen. De letterstrookjes werden gebruikt op kantoor en thuis, voor praktische doeleinden of voor esthetische. Vormgevers ontleenden hun reputatie aan een creatief gebruik van de resultaten van de zelfklevende, in tientallen kleuren verkrijgbare labels.

In de loop van de jaren heeft Dymo verschillende nieuwe labeltechnieken toegevoegd aan het bestaande ‘indruk’ mechanisme. Zo zijn er oplossingen voor het bedrukken van adreslabels, industriële toepassingen en volume-kantoortoepassingen. Voor elk van de oplossingen biedt Dymo een keur aan printers (apparaten) en labels (verbruiksgoederen). Veel van de oplossingen kunnen met computer of smartphone gekoppeld worden. De oorspronkelijke lettertang is echter gebleven, waarvoor geen computergestuurde of zelfs maar gemotoriseerde versie is uitgebracht.

Sinds de eerste versie van de Dymo lettertang zijn er verschillende modellen, al dan niet verkocht in combinatie met een labelselectie, op de markt verschenen. De nummering en type-aanduiding is hier niet heel consistent en apparaten met eenzelfde typenummer hebben soms later andere mogelijkheden.

Type-aanduidingOmschrijvingTapeformatenIntroductiejaar
Dymo 1575Zwart en chroom; metaal; handvat; verwisselbare letterschijven6mm;9mm;12mm
Dymo 1575Zwart; kunststof; handvat; verwisselbare letterschijven9mm
Dymo 1780Donkeroranje, groen, blauw; kunststof; compact
Dymo Mark 6 (Dymo M-6, Dymo Mark VI)Olijfgroen of marineblauw; kunststof; handvat; verwisselbare letterschijven6mm; 9mm
Dymo 1570Zwart en chroom; metaal; handvat; verwisselbare letterschijven
Dymo 1745 (Dymo Master 1745)Bruin, zwart, groen en blauw; kunststof; compact6mm
Dymo 1610Rood, groen, grijs, zwart; kunststof; handvat; verwisselbare letterschijven6mm

Externe links

Patent David Souza Hand Operated Embossing Tool (Google Patent Store)

Radioactief Gouds aardewerk (1920)

Tot ongeveer 1960 werd uraniumdioxide gebruikt als gekleurd glazuur. Afhankelijk van de hoeveelheid zuurstof bij het bakken werden de verfkleuren geel, goud, oranje, groen, blauw en zwart bereikt. Het gebruik van deze verfkleuren leverde diepe, heldere kleuren met een matte uitstraling op die het aardewerk of keramiek een luxe en tijdloze uitstraling gaven. In Gouda werd veel gebruik gemaakt van deze glazuren en verschillende aardewerkfabrieken maakten grote hoeveelheden handmatig beschilderde aardewerken potten. In Gouda en omstreken was veel geschikte klei voor aardewerken producten te vinden en tientallen bedrijven specialiseerden zich in het fabriceren van deze huishoudelijke producten.

Na 1960 realiseerde zich men de nadelige effecten van de radioactieve straling van de uraniumdioxide, die bij de fabricage gezondheidsproblemen opleverde en onder bepaalde omstandigheden gevaar voor de gezondheid van de gebruikers kon opleveren.

Met een stralingsmeter is goed vast te stellen dat er uraniumdioxide is gebruikt in de verf. Recentelijk vond ik een vaas met heldere kleuren en de stralingsmeter ging er hard op.

Een potje met scherven van een vaas is ideaal om de werking van een stralingsmeter mee te testen.

Omega’s dress watch (1965)

Er is een categorie horloges die handig past bij het dragen van een overhemd en colbert. Het soort horloge dat niet veel toeters en bellen (‘complicaties’) heeft, klein en dun is zodat het onder het manchet van een overhemd wegvalt, van mooi maar niet te opzichtig materiaal is gemaakt en dat een bepaalde zuinige en zakelijke uitstraling heeft. Die categorie wordt ‘dress watch’ of ‘suit watch’ genoemd en bij gebrek aan Nederlandse vertaling wellicht het best als ‘gekleed polsklokje’ beschreven kan worden. Ieder merk horloge, van Casio en Swatch tot Rolex en Cartier hebben in deze categorie diverse modellen beschikbaar, met per jaar meestal nieuwe trends en uitvoeringen.

Omega, het in Zwitserland gevestigde horlogemerk, bestaat sinds 1850 en opereert sinds 1950 als exclusief en luxe merk dat ieder jaar opnieuw nieuwe innovatieve en trendbepalende modellen presenteert. Verzamelaars kennen veel waarde toe aan de oudere Omega horlogemodellen omdat deze tijdloze stijl combineren met vooruitstrevende techniek en mede daarom als goede investering worden gezien. Omega was één van de eerste merken met een led-horloge maar staat vooral bekend om haar analoge wijzerplaat-uurwerken die in roestvrijstaal, brons en massief goud worden uitgevoerd, waarbij de meeste modellen na 1965 waterdicht zijn. De prijzen van nieuwe én gebruikte Omega horloges lopen van enkele honderden euros tot in extreme gevallen tienduizend of meer. Gebruikte, soms als nieuw uitziende maar evenvaak volledig afgedragen klokjes zijn immer populair en laten we eerlijk zijn: wie wil niet zo’n mooi (al dan niet bekrast en bebutst) horloge om zijn of haar pols.

Jukka Setälä’s Fatboy (1998)

Het Nederlandse merk Fatboy verkoopt comfortproducten over de hele wereld maar staat nog steeds vooral bekend om de iconische Fatboy zitzak. Hoewel de zitzak door het Nederlandse Fatboy wordt verkocht is het geen oorspronkelijke Nederlandse vinding: de Finse Jukka Setälä ontwierp de met piepschuim balletjes gevulde zitzak in 1998 en verkocht het alleenrecht aan de Nederlander Alex Bergman, die er in 2003 een bedrijf omheen oprichtte en de zitzak uitbouwde tot een breed assortiment van lifestyle producten.

Jukka Setälä is een Finse intereurontwerper die voornamelijk als freelancer diverse meubelstukken en lampen heeft ontworpen. Zijn beroemdste ontwerp is echter zonder twijfel de Fatboy the Original, waarvan hij het ontwerp in 2003 aan Alex Bergman zou verkopen. Setälä baseerde het ontwerp van de Fatboy op een reeds bestaand product: de Sacco bean bag zitzak ontworpen door Piero Gatti, Cesare Paolini en Franco Teodoro en sinds 1969 geproduceerd door het Italiaanse bedrijf Zanotta. Gatti en co ontwikkelden de bean bag zitzak toen ze merkten dat hun medewerkers tijdens hun pauzes op zakken met piepschuim zaten. Setälä transformeerde de peervormige Sacco naar een rechthoekige vorm die beter in iedere inrichting past en ontwikkelde een klittenband sluiting die de piepschuimballetjes binnenhoudt maar onzichtbaar is bij normaal gebruik. Het materiaal waarvan de Fatboy the Original is gemaakt is een zware nylon stof in diverse uitbundige maar toch stijlvolle kleuren.

Carl Weller’s Magnastat (1960)

Elektrische soldeerapparaten zijn er sinds 1920, maar in 1941 ontwikkelde de Amerikaan Carl E. Weller een soldeerpistool met een transformator die snel op temperatuur kwam en ook snel weer afkoelde. Een patent hiervoor kreeg hij in hetzelfde jaar en Weller startte een bedrijf dat zijn uitvinding fabriceerde en verkocht. In 1960 verkreeg Carl Weller een patent op de magnetisch-elektrische temperatuurregeling die hij Magnastat noemde en waarmee hij elektrische soldeerbouten klein en met een stabiele punttemperatuur kon fabriceren. Het mechanisme wordt nog steeds gebruikt in de Weller WTC soldeerbouten.

Soldeertin in de elektrotechniek en elektronica bestaat uit een mengsel van metalen die gezamenlijk een smelttemperatuur hebben in een vrij specifiek bereik. Het over- of onderverhitten van soldeertin heeft tot gevolg dat de tin verbrandt of een slechte verbinding maakt. Maar afhankelijk van de omvang van de te solderen materialen is er meer of minder elektrische energie nodig om tot de gewenste soldeertemperatuur te komen. Eerdere soldeerbouten zonder temperatuurregeling konden slechts door ervaren gebruikers worden toegepast. Een vaste temperatuur maakte het werken met een soldeerbout praktischer en trefzekerder en de eerste Magnastat soldeerbouten hielden binnen een klein bereik een temperatuur aan van 315 graden Celcius, of 600 graden Fahrenheit.

Samuel Meijering’s Rolykit (1973)

De Rolykit is een zeshoekig oprolbaar opbergsysteem. Het werd in 1973 bedacht door de cineast Samuel Meijering. Meijering werd bij het werk aan een filmscript afgeleid door de rommel op zijn bureau. Hij ging nadenken over een oplossing, en sloeg vervolgens aan het tekenen. Ten slotte knutselde hij zelf het ontwerp van karton in elkaar. Met zijn ex-klasgenoot van de filmacademie Gied Jaspars richtte Meijering het bedrijfje Golden Inventions op, dat de rechten van de Rolykit voor 1 miljoen gulden verkocht aan de producent Van der Molen. Er werden wereldwijd 17 miljoen exemplaren van verkocht.

De Rolykit kun je in één keer uitrollen, terwijl in alle vakken van deze opbergdoos de inhoud gewoon op zijn plek blijft. Het geheim van de Rolykit is dat bij het uitrollen ieder opbergvakje pas toegankelijk wordt als het plat op de ondergrond ligt. Bij het oprollen wordt de bodem van het ene vak het deksel van een ander vak. Na de Rolykit bedacht Meijering een zwenkwiel zonder dood punt. Tijdens de octrooiprocedure bleek dat deze vinding ooit al was gedaan, opgekocht door een multinational en nooit in productie genomen.

Een andere vinding van Meijering was het softwareproduct Rostar, een programma voor schoolroosters en -planningen. Een ander belangrijk product van Meijering’s softwarehuis Paralax was ParaShape, een animatieprogramma. ParaText was in 1984 één van de eerste tekstverwerkers waarmee verschillende fonts op matrixprinters konden worden afgedrukt. En hoewel niet succesvol was Book One een programma waarmee tekst, afbeeldingen, animaties en ordening door leken gemaakt kon worden. Het is niet onmogelijk dat het bestaan van Book One een rol heeft gespeeld bij het latere HyperText, waarvan het concept nu door iedereen in de vorm van gelinkte webpagina’s wordt gebruikt.