John Hughes’ Home Alone (1990)

De kerstfilm Home Alone is een vast terugkerend fenomeen in menig huishouden en velen moeten hem nu toch tenminste 30 keer hebben gezien. Toch blijft de film kijkers trekken, niet in het minst om de vele, eenvoudig te volgen verhaallijnen en typische kerstsetting. Home Alone straalt zonder enige moeite een ongedwongen kerstsfeer de huiskamer in, met ingrediënten die ook na 30 keer nauwelijks vervelen. Centraal in de film staan het huis, het gezin, de familie, de buren, de buurt en twee onhandige dieven. En natuurlijk Kevin, het jongste kind in het gezin McCallister, die door een ongelukkige samenloop van omstandigheden achterblijft terwijl de hele familie een vliegreis naar Parijs onderneemt. Tijdens de afwezigheid van de familie proberen twee dieven de kostbaarheden in het huis te stelen, waarbij aan Kevin de schone taak is toegevallen om dit te voorkomen. Hij slaagt in zijn opzet door behendigheid, geluk en hulp van een in eerste instantie nukkig aandoende buurman.

Het verhaal van Home Alone speelt zich af in en rondom het huis van de McCallisters. Het huis staat in klein wijkje met buren links en rechts. De meeste buren zijn op vakantie, hetgeen twee dieven de gelegenheid geeft om rustig hun slag te plannen. Na de initiële vreugdedans van Kevin om alleen de kerstdagen te kunnen vieren slaat zijn euforie om in paniek als hij erachter komt dat de dieven het huis, met hem erin willen beroven.

Home Alone heeft een grote schare fans en ook Lego heeft een bijdrage geleverd door een schaalmodel van het huis op de markt te brengen. Een prachtig gedetailleerd kersthuis, met tientallen verwijzingen naar de film, staat wat Lego betreft garant voor een nog grotere kijkplezier.

Sony’s CDP-101 Compact Disc (CD) speler (1982)

De Sony CDP-101 was de eerste compact disc (CD) speler, op 1 oktober 1982 in Japan op de markt gebracht voor een prijs van ongeveer 750 euro. Sony en Philips hadden vanaf 1979 nadrukkelijk samengewerkt om een digitale vervanger voor de grammofoonspeler te ontwikkelen op basis van bestaande LaserDisc technologie, hetgeen had geresulteerd in de publicatie van de Red Book CD-DA standaard in 1980. De exclusieve lancering door Sony had te maken met het feit dat Philips nog niet klaar was om de tussen Sony en Philips overeengekomen lanceerdatum te halen, vandaar dat Sony eerst in Japan op de markt ging, terwijl Philips vanaf 1 november 1982 vanuit Europa aansloot. Vanaf maart 1983 was de CD speler wereldwijd verkrijgbaar en konden ook andere fabrikanten op de Red Book standaard met eigen apparatuur inspelen.

De Red Book CD-DA standaard beschrijft de audio als tweekanaals 16-bits puls-code-modulatie (PCM) met een correctiebit, gesampled op 44.100 Hz en geschreven als Little Endian waarbij iedere datawoord van het stereosignaal om-en-om wordt geschreven, startend met het linkerkanaal. Een audio CD kan frequenties tot 22,05 kHz representeren.

De eerste commercieel verkrijgbare CD was 52nd Street van Billy Joel op 1 oktober 1982, De band Dire Straits verkocht van hun CD Brothers in Arms in 1985 meer dan een miljoen exemplaren, hetgeen een duidelijke indicatie was dat het concept ‘CD’ bij het grote publiek was aangeslagen.

Mijn eerste CD was Eye in the Sky van The Alan Parsons Project, waarvoor ik mijn gelijktijdig gekochte Sony D-22 draagbare CD speler gebruikte om ‘m te luisteren. Ik kende Eye in the Sky al sinds 1982 en had ‘m al op vinyl, maar de CD versie uit 1988 bracht met ruime marge meer luisterplezier. Met de meegeleverde koptelefoon van de D-22 was het fijn luisteren naar de perfecte klanken en heldere bassen van Psychobabble en Mammagamma en via een 3,5 mm stereoplug kon de draagbare CD speler, gevoed via een netadapter, de snelgroeiende verzameling muziek CD’s afspelen op de geluidsinstallatie. Dare van The Human League was een andere CD die goed viel naar jarenlang geluisterd te hebben naar de vinyl versie.

Hugo Gernsback’s 1934 Official Short Wave Radio Manual Complete Experimenter’s Set-Building and Servicing Guide (1934)

Een officiële gids met alle op dat moment bekende radiobuis-schakelingen voor het maken van kortegolfontvangers én -zenders. Deze gids moet wereldwijd een kentering hebben aangebracht in de productie van radiotoestellen en van invloed zijn geweest op het leven en werken van ontelbare mensen. Om het belang van deze publicatie te benadrukken werd deze in 1987 in ongewijzigde vorm opnieuw uitgebracht, met als toevoeging een verhandeling en vergelijking over het gebruik van transistoren.

De ‘manual’ bevat vooral veel schakelingen voor ontvangers en zenders. Meestal opgebouwd uit een radiobuis en bijbehorende ontvangstspoelen en met veel foto’s en werkbeschrijvingen aangevuld. Het is een geschiedenisboek die zich vooral door de technische lezer laat verslinden. Ik vind het boek, ondanks het feit dat veel van de schakelingen ondertussen door de tijd zijn achterhaald, fantastisch om door te bladeren. Veel van de schakelingen zijn op dat moment het neusje van de zalm op het gebied van innovatie en technische know-how en je kunt niet veel anders dan respect hebben voor deze mate van gedetailleerde publicatie. Ik vind de toevoeging van de pagina’s over transistoren (duidelijk herkenbaar als toevoeging door de afwijkende plaatsing van het paginanummer) een welkome aanvulling, omdat er moeite voor is gedaan buizenschakelingen en transistorschakelingen met elkaar in overeenstemming te brengen.

Terry Nation’s Blake’s 7 (1978)

Kostuumdrama’s spelen zich af in een andere wereld, in een andere tijd. In het geval van het science fiction genre is die tijd de toekomst en de andere wereld een andere planeet, of een onherkenbare Aarde. De televisieserie Blake’s 7 werd voor de BBC ontwikkeld door Terry Nation, een gevestigde science fiction producent die ondermeer eerder de televisieserie Survivors en diverse afleveringen van Doctor Who had geschreven. Blake’s 7 hing door het lage budget van foamboard en arcylverf aan elkaar, maar de veelal dramatische verhaallijnen waren solide en de personages goedgekleed, uitgediept en intrigerend.

Blake’s 7 werd in 25 landen aangeboden en bevatte verhaallijnen per aflevering, per personage en over de seizoenen heen. De serie bevatte een goed volume aan ruimteschepen, robotten, galactische keizerrijken en buitenaardsen. De geschetste toekomstbeelden waren vaak dystopisch en zwartgallig, maar de personages wisten voldoende humor in de serie in te brengen om het geheel een bepaalde mate van luchtigheid te geven. De ondersteunende synthesizer-geluidseffecten zijn me nog lang bijgebleven.

Bij een echte fan van de serie mag de verzameldoos met DVD’s niet ontbreken

In de eerste aflevering leren we Roj Blake kennen die in contact komt met een groep vrijheidsstrijders die nog geen 10 minuten later in de aflevering allemaal worden vermoord door de Federatie. Blake wordt als enige overlevende berecht en gedeporteerd naar een buitenplaneet genaamd Cygnus-A. Op weg daarnaartoe leert hij medegevangenen Vila, Gan, Jenna en Avon kennen. Samen saboteren ze het gevangenisschip waarin ze worden getransporteerd en net als ze overtuigd zijn van hun succes wordt hun opstand de kop ingedrukt. Het gevangenisschip komt onderweg een enorm afgedreven supermodern en zo te zien verlaten ruimteschip tegen dat zich echter met dodelijke kracht verdedigt tegen aanmeren door het gevangenisschip. Blake, Jenna en Avon worden ingezet om het schip te bergen en in een onverwachte plotwending nemen zij bezit van het verlaten ruimteschip, dat vele foefjes en handige vindingen bevat, waaronder een fenomenaal krachtige aandrijving en een eigenwijze maar slimme navigatiecomputer genaamd Zen die de schipsnaam Liberator uit Jenna’s gedachten haalt. Blake experimenteert met het transportsysteem en landt op Cygnus-A, De resterende gevangenen zijn ondertussen onderworpen aan een lokale cult en de meesten willen niet meer van de gevangenisplaneet ontsnappen, op Vila en Gan na die meekomen naar de Liberator. Aan het einde van aflevering drie laat Blake de Liberator van de achtervolginsschepen van de Federatie wegvliegen om het schip en haar mogelijkheden grondig te leren kennen.

In 1978, het verschijningsjaar van Blake’s 7, hadden kijkers van de serie geen computer in huis. Ze hadden geen kijk op computertechnieken die later gemeengoed werden. Met wat gekleurde accukabels, geluidseffecten bij het (handmatig!) openen en sluiten van deuren en wat vierkante bedieningsknoppen waarop door de acteurs met willekeurige bewegingen werd gedrukt kwam de serie een heel eind in de illusie van een toekomstbeeld dat door technologie werd gestuurd. Met een 2022 consumentenoog lijken de meer alledaagse vindingen zoals videocamera’s en telefonie chromelijk achterhaald. De navigatiecomputer Zen heeft echter verrassend veel weg van een 1978-implementatie van Siri.

Sony’s ICF-SW1 wereldontvanger (1988)

Wereldradio’s, of multibandontvangers, zijn er altijd te kust en te keur geweest. De Sony ICF-SW1 is niet alleen bijzonder in deze categorie vanwege zijn compact formaat en eenvoudig uiterlijk, maar ook vanwege de het feit dat er met het apparaat alle in gebruik zijnde FM frequenties van 76 – 108 MHz en alle AM frequenties van 150 – 29.999 kHz zonder enige onderbreking ontvangen kunnen worden. En dan hebben we het hardplastic koffertje met wereldvoeding, oortelefoons en buitenantenne-met-antenne-verleng-kabel nog niet genoemd.

De Sony ICF-SW1 is een miniatuur langegolf (150 – 300 kHz), middengolf (300 – 3.000 kHz) en kortegolf (3.000 – 30.000 kHz) ontvanger die zowel AM- als FM signalen hoorbaar maakt. Het ontvangbaar bereik is zo goed als de volledige frequentieband, met kleine omissies aan de onderkant van de lange golf (3 – 150 kHz) en aan de bovenkant van de korte golf (30.000 – 76.000 kHz en 108.000 – 300.000 kHz) waar militaire communicatie plaatsvindt. Het toestel werd vanaf 1988 geproduceerd. Door het compacte formaat en beperkingsloos ontvangstbereik werd de ontvanger naar verluid ook door spionnen en agenten gebruikt voor het afluisteren van geheime transmissies, hoewel de ontbrekende frequentiebereiken dat iets onwaarschijnlijker maakt. De radio werd waarschijnlijk het meest door reizende en camperende consumenten gebruikt die er de wereldnieuwsstatons van ondermeer de BBC mee luisterden. De meegeleverde lange staafantenne kon in dat geval buiten de tent worden geplaatst, waarbij de uitrolbare aansluitkabel netjes naar binnen kon worden geleid. Hoewel de radio een enkele luidspreker aan boord heeft en daarmee mono geluid weergeeft, kunnen FM uitzendingen in stereo met de meegeleverde oortelefoons worden geluisterd. Met een schuifschakelaar kan de klankkleur worden geregeld.

De ICF-SW1 werd geleverd in een koffer op A4 formaat, met hierin ruimte voor de ontvanger, een externe antenne, een voeding geschikt voor diverse landen, de oortelefoons en de handelingen. Een slimme keus, want de ICF-SW1 is typisch een apparaat dat je af en toe wilt gebruiken en dan alle accessoires bij de hand wilt hebben, terwijl als de boel is opgeborgen de stevige koffer langdurig de inhoud zal beschermen.

Ik heb een cosmetisch als nieuw uitziende kit voor een paar tientjes van eBay kunnen sourcen. Erg blij mee: de radio ziet eruit alsof -ie nog nooit is gebruikt en ik verwacht er veel gebruik van te maken als bureauradio. Maar hij doet het niet meer: in plaats van mooi geluid komt er een ratelend geluid als van een defecte brandmelder vanaf. Er klinkt nog wel iets van geluid doorheen, maar het stoorgeluid is dat: storend. Verklaart de lage prijs en het label ‘just for parts’ die de verkoper bij de aanbieding had staan. Het geluidsprobleem doet aan als iets met condensatoren en een vlugge zoektocht levert inderdaad op dat lekkende condensatoren een bekend probleem zijn van deze radio. Moet te fixen zijn.

Basisprint met defecte condensatoren weergegeven
  • 1 x 33 µF/4V radiaal SMD (C608, koppeling DC-DC circuit met audio eindversterkercircuit)
  • 2 x 47 µF/4V radiaal SMD (C426 en C431, onderdelen van het FM decodeercircuit)
  • 1 x 100 µF/4V radiaal SMD (C607, koppeling DC-DC circuit met audio eindversterkercircuit)
  • 2 x 220 µF/4V radiaal SMD (C420, koppeling ontvangercircuit en FM decodeercircuit en C613, koppeling DC-DC circuit met audio eindversterkercircuit)

Externe links

Philips’ LOX 90 T transistorradio (1963)

“Transistor Seven” zegt veel over uit welk jaar de reclame van een product komt: niemand zal je tegenwoordig nog vertellen hoeveel transistoren er in je radio zitten maar in 1963 was het woord ’transistor’ even magisch als in de jaren ’70 het woord ’turbo’ en in 2021 de kreet ‘4K’. En er moesten wat motiverende geluiden en magische handbewegingen gemaakt worden, want de Philips LOX 90 T ging in 1963 voor 149 gulden over de toonbank, een omgerekende 500 u-leest-het-goed euro in 2021. Maar voor dat bedrag kreeg je dan ook het neusje van de zalm op het gebied van technische innovatie, stijlvol uitgeleverd in een Italiaans aandoend lederen koffertje en voorzien van een handleiding in vier verschillende talen!

Deze Philips draagbare radio, want dat was het met afmetingen 14 x 8 x 3 cm, moet een instant-hit zijn geweest bij de vaders van gegoede gezinnen, die het apparaat bij familiebijeenkomsten voor het aanwezige publiek konden demonstreerden, misschien onderwijl aan een pijp lurkend en vertellend over de radiostations uit die tijd en het nieuws dat hiermee kon worden gevolgd. De mono geluidskwaliteit was prima, omdat 4 van eerder genoemde transistoren in gebruik waren in het audio circuit dat eindigde in een relatief zware 6,4 centimeter luidspreker. De overige 3 transistoren hadden de functie om een deel van de LF en MF ontvangstband geschikt te maken voor menselijke oren. En met ferrit-antenne, omwikkeld met een paar honderd meter koperdraad, wat weerstanden en condensatoren en een nog een extra OA 85 germaniumdiode hebben we het hele circuit beschreven.

Philips LOX 90 T schematische weergave uit de servicehandleiding

De transistoren in kwestie waren van verschillende OC-types, een type-aanduiding van Philips. Je kocht een enkele transistor voor enkele guldens en de transistoren kwam individueel verpakt in een kartonnen doosje, zoals dat ook bij radiobuizen gebruikelijk was. De 7 in de radio gebruikte transistoren waren de OC 44, OC 45, OC 71 en OC 72, zoals te zien is in het schema uit de servicehandleiding.

Steven Spielberg’s Catch Me if You Can (2002)

Frank Abagnale jr. is een 15-jarige oplichter die gespecialiseerd is in het frauderen van cheques en voor zijn 19e verjaardag al ettelijke miljoenen dollars op deze manier heeft opgestreken. Om zijn oplichterspraktijk wereldwijd uit te kunnen voeren doet hij zich voor als PanAm co-piloot om op deze manier gratis vluchten te kunnen nemen. De film is geregisseerd door Steven Spielberg en de hoofdrollen worden gespeeld door Leonardo DiCaprio en Tom Hanks.

In de eerste minuten van de film zien we Frank Abagnale jr. een etiket heelhuids van een wijnfles peuteren, zodat het logo en beeldmerk van de wijn behouden blijven. In de loop van de film zal deze handigheid nog veel vaker voorkomen, waarbij de logo’s hun weg vinden op briefpapier, cheques en toegangspassen. In dezelfde eerste minuten zien we Christoffer Walken als Frank sr. het voorbeeld geven van ‘binnenkletsen’ waarmee jr. later vele miljoenen zal lospeuteren.

Catch Me if You Can is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. De film volgt de biografie van Frank Abagnale jr. (geboren in 1948) vrij nauwkeurig, met hier en daar een ‘Spielberg treat’. Frank Abagnale jr. zou na het uitzitten van een lange gevangenisstraf als consultant voor de FBI werkzaam worden en daarna een goedlopend beveligingsadviesbedrijf starten, waarmee hij in staat was om zijn schulden af te betalen én op legale wijze multimiljonair te worden.

Leonardo DiCaprio als Frank Abagnale jr. doet me denken aan de televisieserie The Pretender, waarin hoofdrolspeler Jarod zich in iedere aflevering voordoet als een andere professional, zoals arts, advocaat, aannemer of piloot.

Electric Light Orchestra discografie (1971)

Electric Light Orchestra is de band van Jeff Lynne met een albumreportoire dat loopt van 1971 tot en met 2001. De bezetting van de band bestond voor de langste periode uit zanger en componist Jeff Lynne, toetsenist Richard Tandy, drummer Bev Bevan en bassist Kelly Groucutt. Strijkers Mik Kaminski, Hugh McDowell en Melvyn Gale zouden een belangrijke stempel drukken op het werk tussen 1973 en 1976.

Electric Light Orchestra albums:

  • No Answer (1971)
    Roy Wood, Jeff Lynne, Bev Bevan
  • ELO 2 (1973)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy
  • On the Third Day (1973)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy
  • Eldorado (1974)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Mik Kaminski, Hugh McDowell, Melvyn Gale
  • Face the Music (1975)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt, Mik Kaminski, Hugh McDowell, Melvyn Gale
  • A New World Record (1976)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt, Mik Kaminski, Hugh McDowell, Melvyn Gale
  • Out of the Blue (1977)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt, Mik Kaminski, Hugh McDowell, Melvyn Gale
  • Discovery (1979)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt
  • Time (1981)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt
  • Secret Messages (1983)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt
  • Balance of Power (1986)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt
  • Zoom (2001)
    Jeff Lynne, Richard Tandy

Soundwise’s Ademnood met Linda, Roos en Jessica (1995)

Productieduo Fluitsma en Van Tijn, drijvende krachten achter het Amsterdamse Soundwise, maakten ter ere van de 1000e aflevering van de Nederlandse soap-serie Goede Tijden, Slechte Tijden voor de personages Linda Dekker (Babette van Veen), Roos de Jager (Guusje Nederhorst) en Jessica Harmsen (Katja Schuurman) het muziekstuk Ademnood, dat met Trijntje Oosterhuis als achtergrondzangeres al snel door de media werd opgepikt en in rap tempo de hitlijsten omhoog klom.

Het trio Linda, Roos en Jessica vertolkte hierna meerdere nummers van Fluitsma en Van Tijn, waaronder de ‘singles’ Alles of niets en Lange nacht. Hoewel dit nooit de opzet was geweest, scoorden de dames veel succes met hun optredens, die evenwel steeds meer conflicteerden met hun rollen in Goede tijden. In 1998 werd de stop eruit getrokken en werd het trio opgeheven.

Het nummer Ademnood is zangtechnisch misschien niet het hoogtepunt waarover de dames in het nummer vertolken. Maar de handige composities van Fluitsma en Van Tijn, de rollende bassen, enthousiast gezongen harmonieën en loepzuivere vocalen van Trijntje Oosterhuis maakten het nummer eenvoudig verteerbaar voor een groot publiek. Gecombineerd met suggestieve teksten en de visuele invulling van de optredens van Babette, Guusje en Katja is er alleszins begrip voor op te brengen dat Ademnood een entry in de database van Retro-Lab.nl heeft gevonden.

Externe links

Chris Carter’s Millennium (1996)

In de televisieserie MillenniuM is Frank Black een consultant met de gave om in de gedachtenwereld van misdadigers te kijken. Zelf noemt hij deze gave geen bovennatuurlijke kracht, maar de Millennium Group waarvoor hij werkzaam is maakt er dankbaar gebruik van om onderzoek te doen naar potentieel wereld-eindigende rampen en complotten. Maker Chris Carter zou na drie seizoenen MillenniuM een nieuwe televisieserie het licht laten zien: The X-Files met een soortgelijke opzet en verhaallijn.

Tim Allen’s Home Improvement (1991)

Een fantastische televisieserie die begon in 1991 in een periode waarin de komische familieseries toch al niet aan te slepen waren was Home Improvement, waarin de opnames van televisieserie Tool Time worden afgewisseld met scenes uit het leven van Tim ’the toolman’ Talor, zijn vrouw Jill, de drie zoons Bradly, Randy en Mark en hun fascinerende buurman Wilson.

Taylor verdient de kost als niet zo handige presentator van het klusprogramma ‘Tool Time’, samen met zijn handige assistent Al Borland en hun assistente Heidi. Tim is gek op elektrisch gereedschap van het fictieve merk Binford Tools, dat ook sponsor is van de televisieshow. In de televisieserie staan de vele ongelukjes die Tim krijgt centraal, evenals de gezinsrelatie van de Taylors.

Hoofdrolspeler Tim Allen was één van de initiatiefnemers van Home Improvement, die 8 seizoenen op de buis was. De televisieserie zou ook de start van de carrière van Pamela Anderson betekenen, die in de eerste seizoenen de rol van Heidi speelde.

Buurman Wilson bleef tot en met het laatste seizoen grotendeels buiten beeld: alleen de bovenkant van zijn hoofd, net boven de schutting uit, was te zien. Het gaf iedere aflevering nog meer aantrekkingskracht, de vraag of Wilson nu wel eens een keer volledig te zien zou zijn.

Kraftwerk’s Die Mensch-Maschine (1978)

In 1970 begonnen Ralf Hütter en Florian Schneider een muzikaal duo dat bijzondere muziek wilde maken. Ralf had ideeën over de styling, Florian had al snel een Minimoog en vaardigheden om daar wilde dingen mee te doen. Enkele kameraden uit Dusseldorf vonden het wel wat en niet lang daarna werd de naam van de band omgedoopt in Kraftwerk. De band maakte gebruik van alles wat geluid kon maken en de technisch onderlegde Florian bedacht steeds nieuwe manieren om als band muzikaal te onderscheiden.

Hoewel het studioalbum 1974 Autobahn voor de doorbraak van Kraftwerk zou zorgen en een belangrijke stempel op de elektronische muziek heeft gedrukt, was het Die Mensch-Maschine uit 1978 die blijvend in de populaire muziek zou worden opgezet. De live optredens waarin Hütter en Schneider, vergezeld door vaak wisselende gezellen, op bijna mechanische wijze muziek vertolken met elektronische, soms elektromechanische instrumenten die als poppen werden bespeeld maar vergezeld gingen van fantastische melodielijnen, luchtige en verhalende teksten en soms stampende ritmelijnen werden nog tientallen jaren voor grote publieken verzorgd.

Hoewel de oprichting van Kraftwerk vooral aan de technisch en muzikaal onderlegde Schneider is te danken, neemt in latere jaren toch Hütter het roer over als Kraftwerk vooral live optredens gaat verzorgen. Schneider is dan de drijvende kracht achter de Kling-Klang studio’s, een geheime fabriekshal waar Schneider de muziekinstrumenten zou aanpassen en modificeren en Hütter de live-optredens zou voorbereiden.

DJI’s Phantom drone (2007)

We danken de concepten multicopter, quadcopter en in mindere mate drone aan de komst van de 3-assige accelerometer en borstelloze gelijkstroommotoren, in combinatie met snelle microcontrollers die de informatie van de accelerometer konden vertalen in de aansturing van de motoren. En ergens vanaf 2005 was deze combinatie van computerkracht, sensoren en actuatoren krachtig genoeg om er multicopters mee te maken. De eerste quadcopter van het Chinese DJI was de DJI Phantom uit 2007, uitgerust met GPS en signaleringslampen en voldoende software om het vliegen van een drone in minuten onder de knie te krijgen.

Deze eerste generatie DJI Phantom was nog voorzien van een vaste houder waar een GoPro camera op gemonteerd kon worden; latere Phantoms hadden ruimte voor een elektromechanische gimbal, of hadden een ingebouwde camera. Met gimbal. De vormgeving van de Phantom bleef echter grotendeels hetzelfde. DJI liet geen mogelijkheid onverlet om details van de Phantom te verbeteren: camera, gimbal, vluchtcomputer, positionering, motoren, accuduur, propellermontage, stevigheid van de materialen, no-flight-zones en zorgde op die manier voor een steeds innovatiever product. Opvolgers van de Phantom zouden de kleinere Mavic en Spark zijn, die evenwel in mogelijkheden niet voor de Phantom onderdeden.

Terry Gilliam’s Twelve Monkeys (1995)

In een fictief 1996 wordt er door een onbekende een dodelijk virus verspreid, waardoor 99% van de wereldbevolking omkomt. In 2035 leven de overgeblevenen ondergronds en sturen de veroordeelde sociopaat James Cole (Bruce Willis) terug in de tijd om de oorzaak van de pandemie te achterhalen. Cole ontdekt dat het mysterieuze Army of the Twelve Monkeys betrokken was bij de verspreiding.

Twelve Monkeys is een science fiction film waarin tijdreizen een belangrijk ingredient is. Ook de gezichtspunten van sociopaat Cole en psychoot Goines (Brad Pitt), gecombineerd met de suggestieve harmonicamuziek maakt deze film van Terry Gilliam een absolute topper.

Sony’s BDP-SX1 draagbare Blu-ray speler (2004)

Hoewel de introductie van Blu-ray in 2003 velen lieten fronsen – waarom nog schijfjes als het ook digitaal kan – liep het uiteindelijk toch even storm met de verkoop van Blu-ray schijfjes en apparatuur. Maar niet iedere fabrikant haalde hetzelfde uit de kast als ze daarvoor met DVD hadden gedaan en vooral de draagbare apparaten moesten het daardoor ontgelden. Op één uitzondering na: de Sony BDP-SX1 (ook bekend als de BDP-SX910) draagbare Blu-ray speler. En de SX1 is een prima Sony product dat doet denken aan de hoogtijdagen van Sony productinnovatie.

Blu-ray is een formaat waarmee media, meestal films of televisieseries in 1920 x 1080 pixels of betere beeldresolutie, op een optische schijf van 120 mm diameter wordt opgeslagen. Het formaat wordt door alle fabrikanten van optische schijven en media-apparatuur ondersteund. Er zijn honderden verschillende Blu-ray spelers geproduceerd, en maar één hiervan is draagbaar: de Sony BDP-SX1 (in sommige landen de BDP-SX910).

De SX1 is een openklapbaar apparaat dat in eerste instantie iets weg heeft van een compacte, maar vrij hoge, laptop. Na het openklappen blijkt het scherm roteerbaar en op de plaats waar een laptop een toetsenbord zou hebben heeft de SX1 het klepje waarachter de optische schijf zit verstopt. De SX1 is van alle markten thuis: het speelt alle formaten optische schijven, inclusief DVD en audio CD’s, het heeft een ingebouwde accu waarmee 5 uur film gekeken kunnen worden, stereo luidsprekers en aansluitingen voor gebruik binnenshuis. Indien via de HDMI aansluiting aangesloten kan het deksel dichtgeklapt worden en is de speler met de meegeleverde afstandsbediening als ‘vaste’ Blu-ray speler te gebruiken.

Externe link