Sinclair’s The Black Watch (1975)

Clive Sinclair was twee jaar te laat met het uitbrengen van zijn Black Watch en toen de eerste exemplaren in handen van de consument kwamen werkten ze vaker niet dan wel. Maar wat moeten technische-gadget-liefhebbers een fantastische tijd hebben gehad met de vindingen die hun held Clive met regelmaat op de markt bracht. De Black Watch was een technisch hoogstandje die je in een mooie bewaardoos kon kopen, maar ook als bouwpakket zelf in elkaar kon solderen.

In 1975 kwamen de eerste lcd-horloges van Casio en Timex op de markt, die goedkoper geproduceerd konden worden dan led-horloges en veel langer (jaren, in plaats van dagen) met batterijen deden. Toen de Black Watch op de markt kwam was het tijdperk van led-horloges dan ook over z’n hoogtijdagen heen. Hiernaast had de Black Watch nog wat probleempjes.

The Black Watch bestond uit een klein led display met rode cijfers, een microprocessor met klokprogramma en een behuizing met enkele schakelaars. Een paar koopcellen en een fraaie polsband maakten het product compleet. De Black Watch zag er voor die tijd modern en tijdloos uit en ook tegenwoordig zou je er niet een raar figuur mee slaan als je met een Black Watch om je pols gezien zou worden.

De advertenties van The Black Watch deden anders vermoeden dan dat The Black Watch nog geen week met de batterijen deed, de tijd niet goed bijhield en door statische elektriciteit defect kon gaan. Veel van de verkochte Black Watches werden dan ook weer teruggestuurd aan de klantenservice van Sinclair, die al gauw een backlog van twee jaar had.

Sinclair’s DM350 multimeter (1977)

De DM350 van Britse uitvinder Clive Sinclair was een 4-cijferige multimeter bedoeld voor professioneel gebruik. De multimeter had een strakke slagvaste behuizing die ook gebruikt zou worden voor andere meetapparaten uit de reeks, waaronder een oscilloscoop met een piepklein gloeischerm. De multimeter was een groot succes en werd tot ver in de jaren ’80 van de vorige eeuw verkocht.

De DM350 was de verbeterde opvolger van de DM235, die met draaiknoppen was uitgerust maar al wel in dezelfde grijze kunststof behuizing was getooid. De voorganger van de DM235 was de DM2, een multimeter in een zwarte aluminium behuizing met soortgelijke drukknoppen als de DM350. De DM350 was voorzien van een 4-cijferig display dat maximaal 1999 kon weergeven. Dat werd als ‘3 en half’ cijfer aangeduid, vandaar de 350 nummering. De duurdere uitvoering DM450 had op die manier 4 en halve cijfers. Beide multimeters waren, naast het analoge deel

Als multimeter concurreerde de DM350 met de veel duurdere digitale Fluke 8600A multimeter, die goed in aanzien stond bij iedere zichzelf respecterende elektronicus. De meeste elektronici deden het echter in 1977 met een analoge multimeter, voorzien van een groot scherm met een dunne wijzer, waarop per bereik en meetsoort een aparte schaalverdeling was opgenomen. Ook hadden analoge meters een spiegelvlakje, aan de hand waarvan afleesfouten konden worden beperkt.

Gebruik van de DM350 en DM450 maakte meten eenvoudiger en minder foutgevoelig. De multimeters waren geschikt om op de werkbank gebruikt te worden, maar met de draagbeugel en optioneel verkrijgbare tas ook voor mobiel gebruik toegerust.

Sinclair QL (1984)

De Sinclair QL personal computer van Sinclair Research uit Engeland werd in 1984 op de markt gebracht. Het was de poging van Sinclair om, voortbordurend op het succes van de ZX Spectrum, de zakelijke markt te bedienen. Het systeem was voor die tijd een revolutionair ontwerp omdat gebruik werd gemaakt van een Motorola 68000 microprocessor met een kloksnelheid van 7,5 MHz. Het was het eerste systeem dat met deze nieuwe processor op de markt kwam, al was het beperkt in de mogelijkheden doordat de 68008 versie met de 8-bits databus werd toegepast (eenzelfde truuk als de eerste IBM PC overigens met de 8088 processor uitvoerde). Naast de 68008 bestond de hardware van de QL (Quantum Leap) uit onder meer twee ULA’s (Uncommitted Logic Arrays) voor het aansturen van het beeldscherm en de overige I/O functies en een secundaire Intel 8049 processor voor het afhandelen van het toetsenbord, de seriële poorten en het geluid. Er waren twee uitbreidingsconnectors aanwezig voor het aansluiten van een externe ROM en overige randapparatuur zoals floppydisk-controllers en extra RAM-geheugen.

Het besturingssysteem van de QL was QDOS, een multitaskingbesturingssysteem dat door Sinclair research zelf was ontwikkeld. Na opstarten werd automatisch de Sinclair SuperBASIC interpreter gestart, die zowel als commando-schil voor het QDOS-systeem als programmeeromgeving fungeerde. Anders dan bij eerdere Sinclair-computers moesten SuperBASIC-opdrachten letter voor letter worden ingetypt, waarbij in bepaalde gevallen wel afkortingen mogelijk waren (bijvoorbeeld DEFine PROCedure kon worden ingetypt als ‘defproc’). SuperBASIC bood een gestructureerde programmeer-omgeving, vergelijkbaar met talen als Pascal en C, waardoor programma’s geschreven konden worden zonder het gebruik van GOTO en GOSUB-constructies.

De QL werd geleverd met 128 KB RAM geheugen, wat middels een uitbreidingsmodule kon worden vergroot. Officieel tot 640 KB, maar met bepaalde randapparatuur tot wel 896KB (de 68008 kan maximaal 1024 KB adresseren en in de QL was 128KB gereserveerd voor het ROM-geheugen en I/O adressen). Er zijn zelfs hardware-uitbreidingen geproduceerd die hun eigen (16-bit) 68000-processor, RAM en (floppydisk) I/O aan boord hebben, waardoor deze onderdelen in de QL feitelijk vervangen werden en daarmee de snelheid en betrouwbaarheid van de QL aanzienlijk vergroot.

Als monitor kon een televisie of een echt CRT beeldscherm worden gebruikt. De schermresolutie was 512 x 256 pixels bij 4 kleuren of 256 x 256 pixels bij 8 kleuren, waarbij ook vensters gedefinieerd konden worden zoals we die nu bij moderne grafische besturingssystemen kennen. Voor opslag was de computer voorzien van 2 ingebouwde Sinclair Microdrives, kleine cartridges met een eindloze smalle tape (van 5 meter lengte) die tot 100 KB aan gegevens kon bevatten. De computer werd geleverd met een geïntegreerd office pakket dat werd geleverd door Psion. Dit bestond uit een tekstverwerker (Quill), spreadsheet (Abacus), database (Archive) en grafische applicatie (Easel).

Speciaal het vermelden waard is het toetsenbord van de QL. Het waren licht plastic kapjes gemonteerd op hetzelfde concept als waar de ZX Spectrum bekend om was komen te staan: een rubber mat met noppen. De plastic kapjes op de wat wiebelige rubber matten maakten het gebruik van het toetsenbord deels beter, deels minder. De vorm van de kapjes was zorgvuldig ontworpen, met veel details en een moderne, tijdloze uitstraling. Moderne toetsenborden lenen nog vaak van dit ontwerp.

Sinclair ZX81 (1981)

De ZX81 is een homecomputer die door Sinclair Research van Sir Clive Sinclair in maart 1981 op de markt werd gebracht. Het was de opvolger van de Sinclair ZX80. Hij werd geproduceerd door Timex. De ZX81 is grotendeels hetzelfde als zijn voorganger, maar er zijn toch een paar verschillen. Zo werd de ZX81 geleverd in een zwarte uitvoering terwijl de ZX80 wit was. Net als bij de ZX80 is een membraantoetsenbord gebruikt; het indrukken van een toets was dan ook niet duidelijk voelbaar.

Een groot voordeel van de ZX81 ten opzichte van de ZX80 is onder andere de uitbreiding met floating point-berekeningen en de mogelijkheid slow mode te gebruiken. Bij de ZX81 kon men nu tijdens de verwerking van een programma beeld blijven zien. Nadeel is wel dat daardoor de berekeningen tot vier maal langzamer konden plaatsvinden. De ZX81 heeft namelijk uit kostenbesparing geen afzonderlijke grafische chip. De Z80 processor moet daarom zelf de beeldschermuitvoer verzorgen en is hier tot wel 75% van de tijd mee bezig. De computer heeft naast een tekst mode ook een grafische mode waarmee men kon plotten met een resolutie van 64×44. Hobbyisten schreven later software waarmee de computer in staat bleek om ook graphics in een resolutie van 256×192 weer te geven.

Een zwak punt waren de externe RAM-uitbreidingsmodules waarmee het geheugen met 16 kilobytes (en later meer) kon worden uitgebreid. De modules waren zo wankel bevestigd dat vaak een reset van de computer volgde wanneer de geheugenmodule per ongeluk werd aangeraakt (‘RAM pack wobble’), of zelfs als de tafel waarop de computer stond trilde.

Sinclair ZX80 (1980)

De Sinclair ZX80 was een eenvoudige thuiscomputer die in 1980 door het bedrijf Sinclair Research van Clive Sinclair werd uitgebracht. Het was de eerste computer die voor minder dan 100 pond verkocht werd in Groot-Brittannië. De ZX80 kon enkel via de post besteld worden en was voor 80 pond ook als kit beschikbaar. De machine had een witte plastic kast en een klein blauw membraantoetsenbord. Ze moest op een televisietoestel worden aangesloten. Het display had 24 regels van 32 tekens. Voor het genereren van het beeld gebruikte de ZX80 een combinatie van hardware en software waardoor ze enkel een beeld kon genereren wanneer er geen programma werd uitgevoerd en niet op input van de gebruiker wachtte. Om programma’s te bewaren had de ZX80 een cassetterecorderingang en -uitgang.

De machine gebruikte als microprocessor een goedkopere Zilog Z80-kloon, de NEC 780C-1, en had 1 KB RAM-geheugen (optioneel uitbreidbaar tot 16 KB) en een Sinclair BASIC-editor/interpreter in een 4 KB ROM. Sinclair BASIC was een integer BASIC die enkel met gehele getallen werkte.