Mattel’s Intellivision (1980)

De Intellivision was een 16-bit spelcomputer die in 1980 door Mattel op de markt werd gebracht. Het was een directe concurrent van de Atari 2600. Van de Intellivision werden in totaal 3 miljoen exemplaren verkocht en er werden tot 1989 zo’n 125 spellen voor gemaakt. Intern was de Intellivision opgebouwd met een General Instrument chipset, waaronder een GI CP1610 processor, GI ROMs en een GI AY-3-8914 geluidschip. Later werd ook een spraakuitbreiding verkocht, met hierin een GI SP0256-AL2 spraakchip.

Yes’ Fragile (1971)

Fragile is het vierde album van de Britse progressieve rockband Yes. Dit is het eerste Yes-album waarop toetsenist Rick Wakeman meespeelt en ook het eerste Yes-album waarvan de cover en het bandlogo zijn ontworpen door Roger Dean, een Britse illustrator. Op het album speelden Jon Anderson (zang, percussie), Chris Squire (basgitaar, zang), Steve Howe (gitaar, zang), Rick Wakeman (piano, orgel, Moog en andere synthesizers) en Bill Bruford (drums, percussie). Hoewel het geluid van Yes in latere jaren een typisch Jon Anderson stijl zou hebben, was dat op dit album nog niet het geval. Het geheel van het album, muziek en artwork, is in een overtuigende balans. Fragile is mogelijk daarom een iconisch progressieve rockalbum, waarvan de nummers Roundabout en Heart of the sunrise nog steeds als rock-evergreen en klassieker beschouwd worden. Luisterend naar het album herken je veel invloeden op later werk van andere bands en artiesten.

Microsoft’s Xbox (2001)

De Xbox is een spelcomputer van Microsoft. Hij werd op 15 november 2001 uitgebracht in Noord-Amerika en begin 2002 in Europa. De Xbox is een veelzijdig apparaat. Naast het spelen van computerspellen kan met het apparaat dvd’s worden bekeken en op de ingebouwde harde schijf muziek worden opgeslagen. Feitelijk is de Xbox een PC, maar omdat de software volledig aangepast is, is hier weinig van te merken. De machine functioneert net als iedere andere spelcomputer. De specificaties zijn een aangepaste Pentium III, 64 MB geheugen, een grafische chip gebaseerd op de NVIDIA NV25, een harde schijf van 8 GB.

Ondanks het feit dat de Xbox hardware overeen kwam met dat van PC’s uit die tijd, was het door een speciale beveiliging niet mogelijk om PC software, of andere besturingssystemen, op de Xbox te draaien. Er ontstond al gauw een hele grote schare aan hobbyisten die probeerden om toch de XBox van bijvoorbeeld Linux te voorzien. Uiteindelijk werden meerdere mogelijkheden ontdekt om Linux op de Xbox te draaien, inclusief een volledige herprogrammering van de Xbos BIOS.

Nintendo Entertainment System (1985)

De Nintendo Entertainment System (NES) is de eerste in een serie van door Nintendo uitgebrachte spelcomputers. Dit 8-bitsysteem met als hart een MOS 6502 werd uitgebracht in Japan, Noord-Amerika, Europa en Australië. De NES is met een antennekabel aan te sluiten op het televisietoestel. De spellen voor de NES waren vooral side scrollers of spellen met een top down-perspectief. De NES was het startplatform voor verschillende bekende reeksen, zoals Mario, The Legend of Zelda en Final Fantasy.

General Consumer Electronics’ Vectrex (1982)

De Vectrex is de allereerste, en enige, spelcomputer met een ingebouwd CRT beeldscherm en vector graphics. Het werd ontwikkeld door John Ross, Mike Purvis, Tom Sloper en Steve Marking van Western Technologies/Smith Engineering. De Vectrex werd in 1981 aan General Consumer Electronics in licentie gegeven, die de Vectrex in juni 1982 op de markt bracht. Begin 1983 werd GCE door Milton Bradley overgenomen, die de Vectrex bleef verkopen. Door de video game crash van 1983 heeft de Vectrex Milton Bradley echter tientallen miljoenen gekost.

De hardware van de Vectrex bestaat uit een Motorola 6809 microprocessor, 1 KB RAM, 8 KB ROM en spellen in een ROM-cartridge van 32 KB. Het geluid werd geproduceerd door een General Instrument AY-3-8912. Het beeldscherm is een Samsung model 240RB40 monochroom beeldbuis van 9 × 11 inches.

PTT’s T65 (1965)

De T65 is het in 1965 door de PTT geïntroduceerde standaard-telefoontoestel voor het Nederlandse telefoonnet, die aan iedere nieuwe abonnee gratis werd verstrekt. Aanvankelijk was de T65 grijs met een grijs snoer, een witte bodem en witte schroefdoppen op de hoorn. De T65 was leverbaar met een transparante kiesschijf voor pulskiezen en later ook met drukknoppen voor toonkiezen. De laatste werd verstrekt aan abonnees die waren aangesloten op een computergestuurde telefooncentrale.

Pulskiezen was de manier om met een analoog telefoontoestel telefoonnummers te vormen. De analoge telefoonlijn beschikte over twee geleiders. Het kiezen van nummers werd uitgevoerd door de stroom door de leiding in een bepaald ritme te onderbreken. Om bijvoorbeeld het nummer 0 te kiezen werd de stroom 10 keer gedurende 68 ms onderbroken, met tussenruimtes van 32 ms, en gevolgd door een pauze van 200 ms. De draaischijf op de T65 speelde hierbij een belangrijke rol: de gebruiker deed een vinger in de uitsparing met het te draaien getal en roteerde de draaischijf met de klok mee tot de aanslag en liet de draaischijf dan los. Het draaimechanisme met veer en vertraging zorgde nu voor de juiste timing en onderbrekingen.

PTT is de afkorting voor Posterijen, Telegrafie en Telefonie. In Nederland was de PTT het staatsbedrijf dat voor deze taken verantwoordelijk was. De Staat verzelfstandigde de PTT in 1989, wat daarna met het predicaat Koninklijk verderging onder de naam Koninklijke PTT Nederland NV (KPN). Van alle ondernemingen van PTT (telefonie, koeriersdiensten, post en pakketten, bankieren) heeft KPN alleen nog de telecommunicatie en ICT-diensten in het portfolio.

Massimo Banzi’s Arduino (2004)

Het Arduino platform werd in 2004 gelanceerd en was direct erg succesvol. Het platform bestaat uit een kleine single board computer ter grootte van een bankpas met hierop een ATmega8 microcontroller, USB-connector, voedingsconnector en connectorstrips om sensoren en actuatoren uit te lezen en aan te sturen. Programma’s, sketches genoemd, worden geschreven in een bijbehorende programmeeromgeving. De printplaat gebruikt een gestandaardiseerde maatvoering waardoor het relatief eenvoudig is om uitbreidingen op de printplaat uit te brengen, shields genoemd. Een USB-kabeltje tussen printplaat en computer volstaat voor de voeding en voor het programmeren en de programmeeromgeving voorziet in voorbeeldprogramma’s voor diverse hardwareprojecten.

Het succes van de Arduino was ondermeer te wijten aan de lage prijs en de optimale verkrijgbaarheid, de solide  integratie met de (gratis te downloaden) programmeeromgeving die voor PC, Mac én Linux beschikbaar was, de praktische informatie die al vanaf de introductie beschikbaar was op de bijbehorende Arduino website en de grote hoeveelheid aandacht die het platform kreeg vanuit de media. Arduino was ideaal voor het snel maken van een hardware-prototype en het gebruik in het onderwijs.

Arduino stond bekend om haar ‘open source’ gedachte, maar de makers van Arduino zaten daar dubbel in. Het Arduino team werd getrokken door Massimo Banzi, die ook de naam had bedacht en bij de ontwikkeling van de Arduino vormfactor was betrokken. Er werd veel moeite gedaan om het gebruik van ‘Chinese klonen’ te ontmoedigen, die prijstechnisch ruim onder de kostprijs van de eigen printplaatproductie doken maar verder volledig voldeden aan de open source hardwarespecificaties. Ook was er veel interne ontevredenheid. De makers kwamen in het nieuws door onderlinge ruzies over wie ‘Arduino’ had bedacht en wie zich eigenaar van de naam mocht noemen. Later kwam uit dat er valsheid in geschrifte was gepleegd en dat Arduino zelf gekopieerd was van het eveneens open source ‘Wiring’, dat door een student van Massimo Banzi was ontwikkeld, inclusief de programmeertaal, de programmeeromgeving, de programmeervoorbeelden en de bootloader.

De oorspronkelijk gebruikte ATmega8 microcontroller werd al snel opgevolgd door krachtiger exemplaren, maar ook kleinere Atmel microcontrollers, zoals de 8-pins ATtiny85, konden worden gebruikt.

Externe links

Lamborghini Countach (1974)

De Lamborghini Countach is een sportauto geproduceerd door de Italiaanse autobouwer Lamborghini van 1974 tot 1990. Het eerste productiemodel was de LP400, die in 1974 aan het publiek werd voorgesteld. De LP400 had een 4 liter, 375 pk achterliggende motor en deuren die omhoog open gingen en niet zijwaarts, een systeem dat typisch zou worden voor Lamborghini. De stoelen waren relatief ver naar voren geplaatst, om achterin ruimte voor de motor te creëren. Dit principe zou later door andere supercars worden overgenomen. De Lamborghini Countach speelde een belangrijke rol in de film The Cannonball Run uit 1981.

Texas Instruments’ TMS1000 (1974)

De TMS1000 is een familie van microcontrollers die door Texas Instruments in 1974 op de markt werden gebracht. In de TMS1000 werd een 4-bit microprocessor gecombineerd met ROM, RAM en I/O lijnen die een complete computer op een chip vormden. En hoewel Intel met het uitbrengen van de 4004 in 1971 de eerste microprocessor op de markt bracht, is het patent voor de microprocessor, en later voor de microcontroller, aan Texas Instruments toegekend. De TMS1000 was in grote hoeveelheden voor een lage prijs beschikbaar. In 1974 kostte een TMS1000 ongeveer 2 dollar en in 1979 werden er 26 miljoen exemplaren per jaar van dit onderdeel verkocht. De TMS1000 werd door Texas Instruments in haar eigen Speak & Spell en rekenmachines gebruikt, maar verder kwam je de TMS1000 werkelijk overal tegen: van speelgoed tot magnetrons. De ingebouwde ROM kon niet worden hergeprogrammeerd, zodat de TMS1000 uitsluitend voorgeprogrammeerd werd geleverd aan producenten die hun producten van een microcontroller wilden voorzien.

De TMS1000 familie bestond uit tientallen varianten en daarmee typenummers. Elke variant had een eigen hoeveelheid ROM, RAM, I/O-lijnen of specifieke chipbehuizing. Omdat er gebruik werd gemaakt van mask programmable ROM, het soort readonly geheugen dat alleen door de fabrikant kan worden geprogrammeerd, werd een lid van de TMS1000-familie voorzien van een MP-nummer, waarmee de precieze ROM-vulling voor een afnemer werd aangeduid. De TMS1000 uit de Milton Bradley Simon had bijvoorbeeld het nummer MP3226. De in de Texas Instruments Speak & Spell gebruikte TMS1000 heette de TMC0271N2L. Hiernaast produceerde TI verschillende TMS1000 met een eigen toepassing, zoals de TMS1117 voor een magnetron en de TMS1121 voor een digitale klok.

Externe links

Hayes Smartmodem (1981)

Computers hadden al het cassettebandje als bestandsuitwisselingssysteem, maar Hayes voegde daar in 1981 het Hayes Smartmodem 300 aan toe: alleen een seriële interface was nodig om een computer te laten communiceren met een willekeurige andere computer, alles via een vaste telefoonverbinding. Vóór 1981 was die mogelijkheid er heel beperkt voor minicomputers onderling, of met heel speciale hardware (waar Hayes toen ook al in voorzag); met het Smartmodem kwam communicatie via de telefoonlijn voor álle computers beschikbaar.

Het ontwerp van de Smartmodem 300, met een bewerkte aluminium behuizing en een zakelijk rood-acryl frontpaneel met ledindicatie, sprak iedere computerbezitter aan en het duurde niet lang voor er software werd bedacht waarmee computergebruikers op een centrale plek bestanden en informatie konden uitwisselen (het Bulletin Board Systeem). Hierdoor ontstond nog veel meer vraag naar het Hayes Smartmodem, waardoor Hayes al snel de grootste leverancier werd en de de facto standaard op het gebied van modemcommunicatie.

Naast de vormfactor en de eenvoudige aansluitmogelijkheden introduceerde het Smartmodem 300 een nieuwe vorm van besturing, AT commando’s genoemd. ATDT0101234567 legde bijvoorbeeld verbinding met een andere computer met een vaste lijn. Hierdoor kon iedere computer, onafhankelijk van het merk en model, eenvoudig met andere computers verbinding maken. Het
AT commando zorgde er tevens voor, dat het modem zelf de verbindingssnelheid met de computer kon vaststellen: de feitelijke snelheid van de seriële poort van de computer maakte niet uit: het Smartmodem stelde zichzelf op de juiste snelheid in.

Toen het Hayes Smartmodem 300 in 1981 werd geïntroduceerd was er weinig tot geen concurrentie en in de jaren daarna had Hayes vrijspel op de markt. Vanaf de introductie van het Smartmodem 1200 in 1984 kwam de concurrentie echter in beweging en werden 1200 baud modems door veel andere partijen aangeboden. Toen 2400 bits/seconde in 1985 gemeengoed begon te worden streefde de concurrentie Hayes voorbij met kleinere en innovatievere producten voor een veel lagere prijs en rond 1987 kon je een Hayes-compatible 2400 baud modem kopen voor 250 dollar (200 euro).

Joseph Weisbecker’s COSMAC ELF (1976)

Binnen drie maanden na de introductie van de RCA CDP1802 in 1976 kwam het maandblad Popular Electronics met een serie artikelen over de bouw van een minimale single board computer gebaseerd op deze microprocessor, de COSMAC ELF genaamd. De processor kon voor 30 dollar bij RCA worden besteld en de rest van de onderdelen bestond uit werkgeheugen, een EPROM, een stuk montageprint en een handvol schakelaars en leds. Auteur van de artikelen was Joseph Weisbecker, die ook het ontwerp van de CDP1802 voor RCA had gemaakt.

Externe links

Radio Corporation of America’s CDP1802 (1976)

De RCA (Radio Corporation of America) CDP1802 is een 40-pins, 8-bits CMS microprocessor die aan het begin van 1976 op de markt werd gebracht. Een microprocessor bevat alle functies van een processor (accumulator, programmateller, statusregister, stackpointer en arithmetic logic unit) in een enkele chipbehuizing. Bijzondere van deze microprocessor is de COSMAC architectuur, afwijkend van de meeste andere 8-bit microprocessoren van die tijd. Ook het gebruik in de vroege ruimtevaart is kenmerkend.

Het meeste ontwikkelwerk voorafgaande aan de CDP1802 microprocessor werd door Joseph Weisbecker uitgevoerd, die in 1976 ook een goedkope zelfbouw single board computer met een RCA CDP1802 in het maandblad Popular Electronics zou publiceren. Ook de latere COMX-35 homecomputer zou, als één van de weinige home computers werken met een CDP1802.

Door de CMOS basis van de microprocessor was het mogelijk om de kloksnelheid te variëren, tot 0 Hz als dat nodig was, een effectieve manier om het stroomverbruik tot bijna 0 terug te schroeven. Hierdoor, en het feit dat het productieproces de microprocessor resistent maakte tegen straling en temperatuurwisselingen, werd de CDP1802 als microprocessor in de vroege ruimtevaart toegepast, zoals in het Galileo ruimtevaartuig en de Hubble telescoop.

Memorabele toepassingen

  • DMSP (meteorologische, oceanografisch en aarde-zon metingen voor de Amerikaanse Department of Defense) (1973)
  • UoSAT-1 (ook UO-9 of UoSAT-OSCAR 9, communicatiesatelliet voor amateur radioverkeer) (1981)
  • UoSAT-2 (ook UO-11 of OSCAR-11, communicatiesatelliet voor amateur radioverkeer) (1984)
  • Viking
  • Voyager (3 1802’s)
  • Dynamics Explorer A & B
  • Galileo
  • Space Shuttle (TV systemen)
  • Chrysler (elektronische ontsteking in auto’s)
  • RCA en Radio Shack video games
  • Elf computers en ETI-660 computers (1976)

Externe links

Annabel Jankel’s Max Headroom (1985)

In een toekomst waarin televisies belangrijker zijn dan voedsel zijn waarderingscijfers het belangrijkste betaalmiddel van het land. Een nieuwe techniek die kijkers verhindert om van kanaal te wisselen blijkt schadelijk te zijn voor een groep al te zeer aan de buis gekluisterde televisieverslaafden. Het belangrijkste televisiestation maakt zich daar zorgen over: overleden televisiekijkers halen de kijkcijfers omlaag. Edison Carter, topverslaggever, wordt op weg gestuurd om meer informatie in te winnen. Na een motorongeluk wordt Edison’s geheugen door computergenie Bryce Lynch geupload naar een server, waardoor een computergegenereerde kunstmatige intelligentie ontstaat die met scherpe opmerkingen en een niet aflatende stroom kritische geluiden een boost geeft aan de kijkcijfers.

Max Headroom was in eerste instantie een televisiefilm, toen een veejay in The Max Headroom Show en daarna een futuristische televisieserie over een fictieve televisiereporter, Edison Carter, die in een samenleving waarin de overheid de ‘uit’ schakelaars op televisiesets heeft verbannen, probeert om in live televisieuitzendingen verslag te doen van verschillende duistere praktijken. Edison Carter wordt bijgestaan door computergenie Bryce Lynch en redactiespecialist Theora Jones. De kunstmatige intelligentie met de naam Max Headroom, die van de ene televisieset naar de andere ‘hopte’ en overal scherpe opmerkingen plaatste, was een belangrijk terugkerend element in de televisiefilm en later de televisieserie.

Film en serie werden geproduceerd met een minieme hoeveelheid middelen, hetgeen een soort Doctor Who-achtige special effects opleverde, die voldoende overtuigend waren maar aan alle kanten ‘karton’ en ‘plakband’ schreeuwden. In eerste instantie waren de achtergronden van Max Headroom ook nog van bordkarton, maar in de televisieserie werd gebruik gemaakt van een Commodore Amiga.

Max Headroom werd door The Art of Noise in het nummer Paranoimia geïntroduceerd.

Externe links

Aki Maita’s Tamagotchi (1996)

Met Tamagotchi kwamen ook de woorden ‘virtueel huisdier’ in het Nederlands taalgebruik. De toen 34-jarige Aki Maita ontwikkelde de Tamagochi, die in 1996 door Bandai op de markt werd gebracht. De Tamagotchi maakt gebruik van een op een 6502 gebaseerde microcontroller in een compacte behuizing met een zwart-wit matrixschermpje en een piezo-element als luidspreker. Het geheel werd langdurig met een paar knoopcellen gevoed. De software emuleerde de levenscyclus van een huisdier, van geboorte tot overlijden, waarin de gebruiker een belangrijke rol speelde bij de virtuele verzorging.

Het is redelijk gemakkelijk om voor een Tamagotchi te zorgen. Nadat de Tamagotchi is aangezet verschijnt er een klein ei op de display en na enige tijd komt dit uit. Het wezentje dat uit het ei komt wordt verzorgd met de drie knoppen op de voorkant van het apparaat. Zo wordt de Tamagotchi gevoed, ermee gespeeld, het licht aan en uit gedaan (Tamagotchi’s slapen het liefst in het donker), medicijnen gegeven als de Tamagotchi ziek is, de leefruimte opgeruimd, enzovoorts. De Tamagotchi kan de eigenaar oppiepen als hij iets nodig heeft. De Tamagotchi wordt ouder en groeit op. Tamagotchi’s hebben vier groeifasen: baby, kind, tiener en volwassene.  Tamagotchi zijn sterfelijk. Hun levensduur varieert van een paar dagen tot een paar weken, afhankelijk van de wijze waarop ze verzorgd worden.

De Tamagotchi was een enorme hit: meer dan 40 miljoen exemplaren gingen over de toonbank. De relatief lage prijs en de hoge ‘aaibaarheidsfactor’ hebben daar zeker een rol bij gespeeld.

Externe links