Alle artikelen tijdlijn

Deze pagina bevat een overzicht van alle artikelen op de website, gesorteerd op introductiejaar. Dit is een gegenereerde pagina; nieuwe artikelen worden automatisch op de juiste plaats aan de lijst toegevoegd.

  • Elias Ashmole’s Museum of Art and Archaeology (1683) - Een museum is een publiekelijk toegankelijke instelling die het erfgoed van volk en vaderland conserveert en tentoonstelt, zodat bezoekers hierdoor onderwezen, geïnspireerd en vermaakt kunnen worden. In veel steden is een erfgoedmuseum te vinden. Het Ashmolean Museum is gebouwd tussen 1678–1683 om de collecties onder te brengen die door ene Elias Ashmole aan de Universiteit van Oxford waren geschonken.
  • Frank Hornby’s Meccano in Colours (1907) - Meccano had als constructiespeelgoed vooral tussen 1930 en 1950 veel succes. Maar hoewel het succes daarna terugliep heeft Meccano ook tegenwoordig nog veel fans. De doelgroep van Meccano bestond in eerste instantie uit technisch geïnteresseerde kinderen en jongvolwassenen in de leeftijd tussen 10 en 20 jaar, maar al tijdens en zeker na de succesperiode van Meccano waren er veel professionele en onverwachte toepassingen. In 1934, nog voor de uitvinding van de digitale computer zoals we die nu kennen, werd in de Manchester University Meccano gebruikt om delen van Charles Babbage's 'differential machine' (een analoge differentiator) te construeren.
  • Radioactief Gouds aardewerk (1920) - Tot ongeveer 1960 werd uraniumdioxide gebruikt als gekleurd glazuur. Afhankelijk van de hoeveelheid zuurstof bij het bakken werden de verfkleuren geel, goud, oranje, groen, blauw en zwart bereikt. Het gebruik van deze verfkleuren leverde diepe, heldere kleuren met een matte uitstraling op die het aardewerk of keramiek een luxe en tijdloze uitstraling gaven. In Gouda werd veel gebruik gemaakt van deze glazuren en verschillende aardewerkfabrieken maakten grote hoeveelheden handmatig beschilderde aardewerken potten.
  • Hugo Gernsback’s 1934 Official Short Wave Radio Manual Complete Experimenter’s Set-Building and Servicing Guide (1934) - Een officiële gids met alle op dat moment bekende radiobuis-schakelingen voor het maken van kortegolfontvangers én -zenders. Deze gids moet wereldwijd een kentering hebben aangebracht in de productie van radiotoestellen en van invloed zijn geweest op het leven en werken van ontelbare mensen. Om het belang van deze publicatie te benadrukken werd deze in 1987 in ongewijzigde vorm opnieuw uitgebracht, met als toevoeging een verhandeling en vergelijking over het gebruik van transistoren.
  • Clive Sinclair (1940) - Clive Sinclair (30 juli 1940) is een Britse ondernemer en uitvinder, bekend om zijn consumentenelektronica uit de jaren '70 en '80, zoals de Sinclair ZX Spectrum home computer. 
  • Motorola’s SCR-300 (1940) - In 1940 kreeg de Galvin Manufacturing Company van de Amerikaanse War Department de opdracht om een met radiobuizen opgebouwde mobiele radio zendontvanger te ontwikkelen die gebruikt kon worden in het veld. Hoewel het geheel meer weg had van een metalen rugzak werd het in die tijd beschreven als "primarily intended as a walkie-talkie for foot combat troops", waardoor de naam 'walkie talkie' is blijven hangen.
  • Leonard de Vries’ Het Jongens Electriciteitsboek (1941) - Leonard de Vries was een echte jeugdboekenschrijver met een voorkeur voor techniek. Vele boeken over technische onderwerpen kwamen van zijn hand, zo ook Het Jongens Electriciteitsboek uit 1941. De onderdrukking van Duitsland had gevolgen voor Joodse schrijvers en De Vries gebruikte daarom het pseudoniem Fred Hagenaar om toch zijn boeken te kunnen blijven publiceren. Dit boek staat bol van de technologische hoogstandjes, afgemeten aan de stand van de techniek in die tijd. Niet alle ideeën en schakelingen waren allemaal even uitvoerbaar of veilig. De Vries leek soms beter met de pen dan met de soldeerbout.
  • Chriet Titulaer (1943) - Chriet Titulaer (9 mei 1943 - 23 april 2017) was een Nederlandse sterrenkundige, televisiepresentator en auteur van populair-wetenschappelijke artikelen en boeken. Tussen 1969 en 1990 was hij veelvuldig op de televisie te zien. Vanaf 1983 had Titulaer zijn eigen media-productiebedrijf en deed hij veel opdrachten voor TELEAC en TROS. Hij produceerde voor hen televisieprogramma's als TROS Wondere Wereld, Moderne Sterrenkunde en Nederland en het Weer.
  • Roger Dean (1944) - Roger Dean (31 augustus 1944) is een Engelse artiest, schrijver, uitgever en architect, ondermeer bekend door zijn hoesontwerpen voor muziekbands. Zijn schilderkunst laat vaak fantasielandschappen zien met kleurrijke en exotische uitstraling. Door Roger Dean ontwikkelde logo's en lettertypes zijn zwierig, opvallend en creatief. Bands als Yes, bedrijven als Virgin Records en Psychnosis hebben logo's van Roger Dean en James Cameron heeft aangegeven inspiratie uit de landschappen van Roger Dean te hebben geput voor het maken van de film Avatar.
  • Richard James’ Slinky (1945) - Slinky (traploper) is een vinding van de Amerikaanse ingenieur Richard James. Het is een metalen veer die van een trap af loopt doordat kinetische energie tijdens het in- en uitveren wordt opgeslagen en weer vrijgegeven. De Slinky wordt daarom soms ook gebruikt in het onderwijs om natuurkundige wetten uit te leggen.
  • Solex (1946) - Solex is de naam van een Frans bedrijf dat vooral bekend is geworden door de rijwielen met hulpmotor, die het tussen 1946 en 1988 produceerde onder de naam Vélosolex (in Nederland afgekort tot Solex). Het bekendst werd de kleine bromfiets met een motorblokje dat via een wrijvingswiel het voorwiel aandrijft.
  • Chris Curry (1946) - Chris Curry (28 januari 1946) is mede-oprichter van Acorn Computers, het bedrijf dat succes had met de Acorn BBC Micro en later de ARM microprocessors die ondermeer gebruikt worden door Apple. Curry was tevens een drijvende kracht achter diverse Sinclair producten. Een van de laatste producten waar Curry bij Sinclair aan werkte was de Science of Cambridge MK-14. Hierna richtte hij samen met vriend Hermann Hauser het bedrijf Cambridge Processor Unit Ltd op, in 1979 gevolgd door Acorn Computers Ltd.
  • Piaggio’s Vespa (1946) - Vanaf hun introductie in 1946 staan Vespa scooters bekend om hun gelakte, geperste stalen unibody die de motor geheel omsluit, een vlakke vloerplaat biedt als voetbescherming en een prominente voorkuip heeft tegen weer en wind. Anno nu is het model en het merk Vespa nog steeds het summum op het gebied van mobiliteit bij zowel jeugd als hip metromens en wordt door de andere scootermerken zo goed mogelijk gekopieerd om dezelfde aantrekkingskracht te bieden.
  • Bell Labs’ Germanium transistor (1947) - De germaniumtransistor werd in 1947 uitgevonden door Bell Labs' John Bardeen, Walter Brattain en William Shockley. De eerste op silicium gebaseerde transistor werd geproduceerd door Texas Instruments in 1954. Dit was het werk van Gordon Teal, een expert in het produceren van zeer zuivere kristallen, die daarvoor bij Bell Labs werkzaam was. Hoewel men vaak als meervoud 'transistoren' gebruikt, is het Nederlandse meervoud officieel 'transistors'. In het jargon van elektronici spreekt men overigens van 'tor' en 'torren'.
  • Piaggio’s Ape (1947) - Piaggio, de maker van de Vespa scooter, ontwikkelde in 1947 een gemotoriseerde kar op drie wielen, waar de bestuurder voorop zat en waar de last op de twee achterste wielen terecht kwam. In 1948 kwam de eerste Piaggio Ape op de markt een 50 cc benzinemotor als aandrijfbron. Tegen 1964 heen waren de motoren groter geworden en kwamen er modellen uit met een kleine cabine die de bestuurder beschermde tegen de elementen. De Piaggio Ape is tot en met de dag van vandaag aantrekkelijk als festivalvoertuig, transportwagen en (met reclame uitgerust) publiekstrekker.
  • Leo Fender’s Telecaster (1950) - De Fender Telecaster is een elektrische gitaar, ontworpen door Leo Fender in 1949. Deze gitaar heeft een enkele cut-away onderaan in de body. Kenmerkend voor de Telecaster zijn de twee regelknoppen, één voor geluidssterkte aan de zijde van de hals, en één voor hoge-tonenregeling. Ook de stemknoppen aan één kant van de hals zijn kenmerkend. Met het op de markt brengen van de Telecaster begon Leo Fender de opmars van de elektrische gitaren met massieve klankkast in de populaire muziek en daarmee is deze gitaar een belangrijke factor in de huidige pop- en rockcultuur geworden.
  • Wilesco’s stoommachine (1950) - Het Duitse Wilesco produceert vanaf 1950 stoommachines. In de jaren daarvoor werd er al veel ervaring opgedaan met het maken van blikken speelgoed dat vooral in de Verenigde Staten gretig aftrek vond. De overstap naar stoomaangedreven, wat meer technische contrapties bleek een heel succesvolle en de markt voor stoommachines bleek gevoelig voor de door Wilesco geleverde metalen uitbreidingen, zoals stoomaangedreven gereedschappen.
  • Isaac Asimov’s Foundation (1951) - Foundation begint met wiskundige Hari Seldon die leeft in de nadagen van het Eerste Galactische Keizerrijk, dat 10.000 jaar bestaan heeft en ongeveer 50.000 jaar in onze toekomst ligt. Zijn Psychohistorische wetenschap maakt het mogelijk om lange termijn voorspellingen te doen over grote groepen mensen. Seldon ontdekt dat binnen een paar eeuwen het Keizerrijk ten onder zal gaan, wat ook niet meer te voorkomen is en ontwikkelt een visie waarmee de lange donkere periode die daarop zal volgen aanmerkelijk verkort kan worden. Hij ontdekt tevens dat als de mensheid vroegtijdig wordt geïinformeerd over de resultaten van Psychohistorische voorspellingen, deze voorspelling dan niet meer uitkomt omdat de mensen zich dan onvoorspelbaar gaan gedragen.
  • Loon op Zand’s De Efteling (1952) - Eind jaren 1940 besefte de toenmalige burgemeester van Loon op Zand, Reinier van der Heijden, met een vooruitziende blik dat de Langstraat niet eeuwig zou kunnen teren op de leerlooi- en schoenenindustrie en zette stappen om het gebied aantrekkelijk te maken voor toerisme. Samen met zijn zwager, techneut en cineast Peter Reijnders, en kunstschilder Anton Pieck richtte Van der Heijden in 1950 de stichting Natuurpark de Efteling op. Reijnders had in 1948 voor het 60-jarige bestaan van Philips al eerder een tijdelijke sprookjestuin in Eindhoven opgezet die uiterst populair bleek te zijn en Pieck was gecharmeerd van het idee om zijn sprookjesvisualisaties werkelijkheid te maken. Binnen een tijdsbestek van twee jaar werden door Reijnders en Pieck aanvankelijk tien sprookjes in het Sprookjesbos gerealiseerd en in 1952 opende Sprookjesbos De Efteling haar poorten voor het grote publiek.
  • POPE’s ECC82 (1954) - Tussen 1930 en 1960 vierde de radiobuis, of vacuum tube, hoogtij in de radioindustrie. Hoewel de transistor officieel al was uitgevonden, zou het nog tot 1966 duren voordat Philips met de BC106 de wereld zou ‘transistoriseren’. Radiobuizen brachten radio-ontvangst en geluidsversterking in de huiskamer van de consument. Vele verschillende radiobuizen overspoelden de markt, maar de POPE ECC82 is een belangrijke speler geweest.
  • Atomic Energy Research Establishment’s Harwell CADET (1955) - De Harwell CADET was de eerste volledig uit transistoren opgebouwde computer in de wereld, ontwikkeld in Harwell, Engeland. De Harwell CADET wordt algemeen gezien als de eerste moderne computer, zoals deze door Alan Turing in 1936 was bedacht. Een moderne computer beschikt over een beperkt aantal instructies en het opgeslagen programma bepaalt in welke volgorde en met welke getallen deze instructies moeten worden uitgevoerd.
  • Olympus’ EC laboratoriummicroscoop (1958) - De Olympus EC laboratoriummicroscoop is een degelijke optische microscoop uit de E-serie van microscopen die door Olympus Tokio vanaf 1958 werd uitgebracht. De E-serie van microscopen maakte net als de Standard microscopen van Carl Zeiss gebruik van een uniforme standaard die werd gebruikt bij alle modellen microscopen. Deze standaard is uitgevoerd in metaal en de verschillende onderdelen zijn degelijk en comfortabel uitgevoerd. De gehele microscoop, inclusief houten koffer, weegt zo'n 11 kilogram.
  • David Souza’s Hand Operated Embossing Tool (1958) - Dymo Industries werd in 1958 door Rudolph “Rudy” Hurwich opgericht om handbediende indruk-lettertangen op de markt te brengen die David Souza even daarvoor in opdracht van Dymo had gepatenteerd. De vinding van Souza was niet geheel nieuw; de techniek om letters in een dunne metalen strip te drukken bestond al een tijdje en handbediende machines om dat met enige snelheid te doen ook. Het bijzondere van de vinding van Souza zat echter verscholen in het elegante design van een compacte 'lettertang' waarbij de te indrukken letter handig kon worden gekozen middels een verwisselbare letterschijf, de gekozen letter met geringe ins[anning in het materiaal werd gedrukt, het materiaal van een verwisselbare spoel in precies de juiste hoeveelheid werd getransporteerd, de ingedrukte letter direct zichtbaar werd en de vervaardigde strook met letters eenvoudig kon worden afgesneden. En door (in latere versies) de beschermlaag te verwijderen kon de (eerst aluminium en later) plastic tape direct worden geplakt. Een geniaal ontwerp waarvan het patent, waarvoor Souza naar verluid honderdduizend dollar werd betaald, Dymo niet bepaald windeieren heeft gelegd.
  • Carl Weller’s Magnastat (1960) - Elektrische soldeerapparaten zijn er sinds 1920, maar in 1941 ontwikkelde de Amerikaan Carl E. Weller een soldeerpistool met een transformator die snel op temperatuur kwam en ook snel weer afkoelde. Een patent hiervoor kreeg hij in hetzelfde jaar en Weller startte een bedrijf dat zijn uitvinding fabriceerde en verkocht. In 1960 verkreeg Carl Weller een patent op de magnetisch-elektrische temperatuurregeling die hij Magnastat noemde en waarmee hij elektrische soldeerbouten klein en met een stabiele punttemperatuur kon fabriceren. Het mechanisme wordt nog steeds gebruikt in de Weller WTC soldeerbouten.
  • Robert Brent’s The Golden Book of Chemistry Experiments (1960) - In de jaren '60 van de vorige eeuw waren scheikunde experimenteersets cool om te hebben en alle hobby- en speelgoedwinkels hadden er een uitgebreide verzameling van, plus de chemicaliën om de sets aan te vullen, mochten de ingrediënten op raken. Je kon in die tijd een winkel inlopen voor een potje amoniumnitraat of zink stof en radioactieve straling was hip. Tegenwoordig zijn we beter op de hoogte van de mogelijke gevaren die de stoffen, en experimenten daarmee, teweeg kunnen brengen. En hoewel dat de gezondheid van de jeugd zondermeer ten goede is gekomen, heeft het de ondergang van populariteit van scheikundeproeven betekend.
  • MIT’s Lincoln Laboratory’s LINC (1962) - De LINC (Laboratory INstrument Computer) is een 12-bit computer die gezien wordt als de eerste minicomputer en voorloper van de personal computer. De LINC werd ontworpen door Wesley A. Clark en Charles Molnar. De LINC werd gebouwd door Digital Equipment Corporation (DEC) en Spear Inc. De LINC kostte $40.000 en bestond meestal uit een afgesloten 1,8 meter x 50 cm rek, vier behuizingen met tape drives, een klein display, een bedieningspaneel en een toetsenbord.
  • Philips’ cassettebandje (1963) - Een muziekcassette, cassettebandje, compactcassette of simpelweg bandje is een magneetband die wordt gebruikt als geluidsdrager, in een speciaal daarvoor gemaakte vaste doos (cassette). Het cassettebandje is uitgevonden door Philips, als doorontwikkeling op de bestaande magneetband-systemen. Hoewel er andere magnetische tape-systemen waren, werd de compactcassette dominant doordat Philips geen royalty's vroeg voor gebruik van het patent.
  • Philips’ LOX 90 T transistorradio (1963) - "Transistor Seven" zegt veel over uit welk jaar de reclame van een product komt: niemand zal je tegenwoordig nog vertellen hoeveel transistoren er in je radio zitten maar in 1963 was het woord 'transistor' even magisch als in de jaren '70 het woord 'turbo' en in 2021 de kreet '4K'. En er moesten wat motiverende geluiden en magische handbewegingen gemaakt worden, want de Philips LOX 90 T ging in 1963 voor 149 gulden over de toonbank, een omgerekende 500 u-leest-het-goed euro in 2021.
  • Elektuur Halfgeleidergids (1964) - In de jaren '60, '70 en '80 van de vorige eeuw was De Elektuur een "must" voor de elektronica liefhebber. Het tijdschrift was baanbrekend in synthesizers (Formant), microcomputers (SC/MP, de Junior computer, 8052 Basic board, etc.), versterkers en luidsprekerontwerpen. Er verschenen ook vele speciale uitgaves (bv. de "Luidspreker special") over deze onderwerpen. De Elektuur was innovatief (al was dat woord nog niet in de mode) en eigenwijs. Het blad gaf ook vaak print (PCB) ontwerpen. Vaak kant en klaar te koop, maar menig armlastig student heeft tot de jaren 80 deze proberen te reproduceren met fotokopieën en zuurbaden. Beroemd was de vakantieuitgave "de halfgeleidergids" met vaak meer dan 100 ontwerpen.
  • Kudelski’s Nagra SN (1964) - Nagra is een serie batterijgevoede draagbare professionele audio opnameapparaten geproduceerd door Kudelski uit het Zwitserse Cheseaux-sur-Lausanne. De Nagra SN is de kleinste van de serie. De Nagra reeks van audio opnemers waren in de jaren '60 tot en met de jaren '80 de de facto standaard op het gebied van professionele audio opnamen.
  • DEC’s PDP-8 (1965) - De PDP-8 was een 12-bit minicomputer geproduceerd door DEC (Digital Equipment Corporation) in 1965. Het was een directe afstammeling van de LINC, met een kleinere instructieset. Het eerste model kostte rond de $18.500 en had de grootte van een kleine koelkast.
  • PTT’s T65 (1965) - De T65 is het in 1965 door de PTT geïntroduceerde standaard-telefoontoestel voor het Nederlandse telefoonnet, die aan iedere nieuwe abonnee gratis werd verstrekt. Aanvankelijk was de T65 grijs met een grijs snoer, een witte bodem en witte schroefdoppen op de hoorn. De T65 was leverbaar met een kiesschijf voor pulskiezen en later ook met drukknoppen voor toonkiezen. De laatste werd verstrekt aan abonnees die waren aangesloten op een computergestuurde telefooncentrale.
  • Gerry Anderson’s Thunderbirds (1965) - Thunderbirds is een Britse sciencefiction animatieserie, gemaakt in de jaren zestig door Gerry Anderson die vanaf 1965 wereldwijd werd uitgezonden. De serie draait om de fictieve organisatie International Resque, een organisatie die als doel heeft rampen te bestrijden en daarvoor gebruik maakt van futuristische vlieg- en voertuigen. De serie bestaat uit iets meer dan 30 afleveringen van elk 50 minuten. Ook zijn er twee films uitgekomen: Thunderbirds Are Go en Thunderbird 6.
  • Joseph Weisbecker’s Think-a-Dot (1965) - Jaren voordat hij RCA zou overhalen om zijn toen nog in TTL chips opgebouwd processorontwerp als CDP1802 microprocessor uit te brengen was Jospeh Weisbecker zowel professioneel als in de hobbysfeer al bezig om computerconcepten voor iedereen, van kind tot volwassene, bereikbaar te maken. Dat resulteerde in 1963 in zijn Magic Spots idee, dat in 1965 als Think-a-Dot door E.S.R. op de markt zou worden gebracht en waarop Weisbecker in 1968 het patent getiteld 'Computer-type Game and Teaching aid' zou krijgen.
  • Omega’s dress watch (1965) - Er is een categorie horloges die handig past bij het dragen van een overhemd en colbert. Het soort horloge dat niet veel toeters en bellen ('complicaties') heeft, klein en dun is zodat het onder het manchet van een overhemd wegvalt, van mooi maar niet te opzichtig materiaal is gemaakt en dat een bepaalde zuinige en zakelijke uitstraling heeft. Die categorie wordt 'dress watch' of 'suit watch' genoemd en bij gebrek aan Nederlandse vertaling wellicht het best als 'gekleed polsklokje' beschreven kan worden. Ieder merk horloge, van Casio en Swatch tot Rolex en Cartier hebben in deze categorie diverse modellen beschikbaar, met per jaar meestal nieuwe trends en uitvoeringen.
  • Evoluon (1966) - Het Evoluon is een discusvormig gebouw in Eindhoven, ontworpen door architecten Louis Kalff en Leo de Bever. De futuristische, op een vliegende schotel gelijkende koepel meet 77 meter in diameter en het beton van de koepel wordt door 169 kilometer spankabel op zijn plaats gehouden. Het gebouw is van 1966 tot 1989 als educatief technologiemuseum in gebruik geweest en trok in de tweede helft van de jaren '70 grote bezoekersaantallen.
  • Philips’ BC108 (1966) - De BC108 (en BC107 en BC109) zijn de eerste generatie generiek toepasbare NPN transistoren, ontwikkeld door Philips en Mullard en in 1966 voor het eerst op de markt gebracht. In eerste instantie werden de transistoren in een TO18 behuizing geproduceerd, maar later werd door de opkomst van epoxy en andere kunststoffen ook de nu veel bekendere TO92 behuizing toegepast. De BC548 is een moderne variant van de BC108. De BC108 kan maximaal 100mA verwerken bij spanningen tot 80 volt. De maximale dissipatie was (en is, met de moderne varianten) 300mW.
  • Texas Instruments’ 7400 TTL (1966) - Een digitale NAND poort is een schakeling met twee ingangen A en B en één uitgang Y die de wiskundige formule NIET(A EN B) representeert. De schakeling is met twee transistoren en twee weerstanden opgebouwd en gaat uit van genormaliseerde spanningswaarden op de ingangen die de logische waarden '1' en '0' representeren. De uitgang Y toont de NAND formule met elektronensnelheid, ongeveer de snelheid van het licht in een vacuüm. De NAND poort werd door Texas Instruments in 1966 in viervoud in een epoxy 14-pins DIL behuizing als de 'Quadruple 2-input positive-NAND gate' op de markt gebracht en zou de start van het digitale tijdperk inluiden.
  • Zeiss Standard RA onderzoeksmicroscoop (1967) - De Zeiss Standard RA is een serie microscopen die door Zeiss in de jaren '60 en '70 werden uitgebracht en als de meest betrouwbare microscopen worden gezien.
  • ReVox’ A77 (1967) - De ReVox A77 is een magnetische audio bandrecorder geproduceerd door het Zwitserse ReVox van 1967 tot 1977. Het wordt gezien als een high-end apparaat door zowel professionals als audioliefhebbers. Diverse muziekanten zijn hun professionele muziekcarriere begonnen door het opnemen van hun muziekstukken met deze A77.
  • Ruurd Feenstra’s De mannen van de Discus (1967) - De jeugdboekenserie rondom de familie Hiddes en de fantastische uitvindingen van vader Tjeerd waren vanaf 1967 een inspirerende leesbron voor veel kinderen die weg konden dromen over verre landen, grote helden en technische vooruitgang. In het eerste deel, De mannen van de Discus, komt professor Tjeerd Hiddes vrij na een gevangenisstraf voor een misdaad die hij niet heeft gepleegd. In zijn gevangenisperiode heeft hij enkele grote uitvindingen gedaan, die hij met hulp van zijn zoons gaat gebruiken om de wereld te verbeteren en wraak te nemen op hen die hem in de gevangenis hebben gestopt.
  • Wendy Carlos’ Switched-On Bach (1968) - Switched-On Bach is het eerste studioalbum van Wendy Carlos waarop stukken van Johann Sebastian Bach op een Moog synthesizer worden vertolkt. Toen het album in 1968 uitkwam, was het eerste ontvangst lauwtjes; er werd in die tijd nog geen gebruik gemaakt van synthesizers en de geluiden waren voor veel mensen te onnatuurlijk. Toch werd het album al snel omarmd en legde het zowel Moog als Carlos geen windeieren: er werden meer dan een miljoen exemplaren van het album verkocht en de Moog synthesizer was vanaf dat moment niet meer aan te slepen.
  • Don Lawrence’s Opkomst en ondergang van het keizerrijk Trigië (1968) - Trigië is een stripreeks van Don Lawrence, naar het scenario van Mike Butterworth. De serie heet volledig Opkomst en ondergang van het keizerrijk Trigië en verhaalt een fictieve geschiedenis die wel wat wegheeft van de geschiedenis van het Romeinse rijk, zij het dan op een andere planeet in een vergevorderde beschaving. Trigië speelt zich af op de verafgelegen planeet Elekton in het Yarna-stelsel, miljarden kilometers van de Aarde. Het verhaal begint als een ruimteschip met geschiedenisboeken van Elekton op de Aarde neerstort. Op dat moment zijn alle Trigiërs al gestorven. Het lukt een wetenschapper de taal te ontcijferen en de verhalen van Trigië voor de mensen op Aarde te ontsluiten.
  • Tomkins’ The North Face (1968) - Douglas en Susie Tomkins begonnen in 1968 een outdoorwinkel om hun eigen hobby en die van vrienden en bekenden beter te kunnen uitrusten met betrouwbare klimmaterialen. Vanuit North Beach, San Fransisco ontwikkelde de kleine winkel eigen kwaliteitsproducten en noemde zich The North Face, naar de vestigingsplaats en met een knipoog naar Half Dome, het afgeronde vlak van een berg in Yosemite National Park dat later prominent in het logo zou worden getoond, en diens North Face (het verticale vlak). The North Face is diverse malen van eigenaar gewisseld maar het logo en de bedrijfsdoelstellingen ('Never stop exploring') zijn onveranderd gebleven.
  • Apollo 11 (1969) - Apollo 11 was de missie van het Amerikaanse Apolloprogramma die voor het eerst mensen op de Maan zette. De bemanning van de Apollo 11 bestond uit de astronauten Neil Armstrong, Edwin "Buzz" Aldrin en Michael Collins. Op 16 juli 1969 werd de Saturnus V-raket met de maanlander Eagle en de commando- en servicemodule Columbia gelanceerd om en op 20 juli stapte Armstrong op de maan.
  • Jacques Devos’ Geniale Olivier (1969) - Mr. Kweeniewa en Geniale Olivier is een Belgische stripreeks door Jacques Devos die vanaf 1969 werd uitgegeven. Devos schreef 17 albums en ging daarna met pensioen. De stripreeks gaat over de scholier Olivier die met zijn uitvindingen elke pagina opnieuw zijn omgeving op stelten zet. Zijn leraar, meneer Kweeniewa, heeft de grootse moeite om Olivier in toom te houden. Olivier heeft een vriendinnetje, Betty, die al zijn fratsen maar niets vindt. Oliviers beste vriend heet Frits en die is met regelmaat het slachtoffer van één van Oliviers uitvindingen.
  • Moog Minimoog (1970) - De Minimoog is een analoge monofone synthesizer. Het is een van de bekendste synthesizers ter wereld. Robert Moog produceerde de eerste van deze synthesizers in 1970. De opbouw van deze subtractieve analoge synthesizer stond min of meer model voor veel modellen die erna zijn gebouwd. Het instrument beschikt over drie oscillatoren die meerdere golfvormen kunnen weergeven en over een ruisgenerator.
  • Sony’s Trinitron (1970) - Trinitron is een door Sony ontwikkelde technologie voor kleurenbeeldbuizen. De Trinitrontechnologie werd door Sony ontwikkeld in de jaren 1960. In tegenstelling tot de beeldprojectie bij klassieke kleurenbeeldbuizen staan de elektronenkanonnen in één lijn en wordt het beeld op een schaduwmasker van verticale lamellen geprojecteerd.
  • Mellotron’s M400 (1970) - De Mellotron M400 is een als een piano met toetsen bespeelbaar muziekinstrument dat voor iedere toon een korte magnetische geluidsband met bijbehorende afspeelkop ingebouwd heeft. Als een toets wordt ingedrukt dan wordt de bijbehorende geluidsband tegen de geluidskop en een aandrijfrol gedrukt. De geluidsband bevat ongeveer 8 seconden geluid en wordt na het afspelen door een veer in de uitgangspositie teruggebracht. De Mellotron M400 is een bijzonder instrument met een heel kenmerkend, wat zweverig geluid, dat in de muziek veel gebruikt wordt als alternatief voor strijkinstrumenten en zangkoren.
  • Intel’s 4004 (1971) - De Intel 4004 is de eerste processor die volledig op één chip is gebouwd. Intel lanceerde deze in 1971 en noemde het een microprocessor, om onderscheid te maken met eerdere processoren waarvan de onderdelen in verschillende chipbehuizingen (of systeemdelen) waren ondergebracht.
  • Yes’ Fragile (1971) - Fragile is het vierde album van de Britse progressieve rockband Yes. Dit is het eerste Yes-album waarop toetsenist Rick Wakeman meespeelt en ook het eerste Yes-album waarvan de cover en het bandlogo zijn ontworpen door Roger Dean, een Britse illustrator. Op het album speelden Jon Anderson (zang, percussie), Chris Squire (basgitaar, zang), Steve Howe (gitaar, zang), Rick Wakeman (piano, orgel, Moog en andere synthesizers) en Bill Bruford (drums, percussie). Hoewel het geluid van Yes in latere jaren een typisch Jon Anderson stijl zou hebben, was dat op dit album nog niet het geval. Het geheel van het album, muziek en artwork, is in een overtuigende balans. Fragile is mogelijk daarom een iconisch progressieve rockalbum, waarvan de nummers Roundabout en Heart of the sunrise nog steeds als rock-evergreen en klassieker beschouwd worden.
  • Roger Leloup’s Yoko Tsuno (1971) - Yoko Tsuno is een serie stripverhalen van de Belgische tekenaar Roger Leloup. Het karakter Yoko Tsuno is in de stripverhalen een Japanse elektrotechnische ingenieur die zich moeiteloos tussen de Nederlandse en Japanse cultuur verplaatst, en ook niet vreemd is van buitenaardse culturen. Samen met haar vrienden Ben en Paul, die in de strip televisiemakers zijn, lost zij misdaden op. In de strip wordt veel aandacht besteed aan toekomstige technologieën en grootse uitvindingen. Ook komen tijd- en ruimtereizen in de stripserie voor.
  • Electric Light Orchestra discografie (1971) - Electric Light Orchestra is de band van Jeff Lynne met een albumreportoire dat loopt van 1971 tot en met 2001. De bezetting van de band bestond voor de langste periode uit zanger en componist Jeff Lynne, toetsenist Richard Tandy, drummer Bev Bevan en bassist Kelly Groucutt. Strijkers Mik Kaminski, Hugh McDowell en Melvyn Gale zouden een belangrijke stempel drukken op het werk tussen 1973 en 1976.
  • Franquin’s Z van Zwendel (1971) - Hoewel het al deel 15 uit een reeks was, was het stripalbum Z van Zwendel een gedenkwaardige kennismaking met De avonturen van Robbedoes en Kwabbernoot. Het stripalbum kwam in 1971 uit en belande omstreeks die tijd in mijn toen 5-jarige handen. Ik heb er mogelijk enkele jaren over gedaan om het duistere verhaal op waarde te schatten en kan me een regelmatige hernieuwde kennismaking met de vrienden Robbedoes, Kwabernoot, de professor en Marsipulami dan ook nog prima voor de geest halen. Het album bevatte zoveel verhaallijnen, concepten en vreemde vindingen dat iedere illustratie de moeite van het uitpluizen waard was. En humor. Onderbroekenlol tot aan intelligente vondsten en alles daartussenin.
  • Polaroid Land Camera (1972) - De Land Camera 1000 is een direct-klaar camera van Polaroid. Het maakt gebruik van een speciale film, waar de chemicaliën die nodig zijn voor de ontwikkeling al in de verpakking zijn opgenomen. Nadat een foto is genomen is het daardoor mogelijk om binnen 60 seconden de foto te bekijken. Na de opkomst van het digitale fototoestel en de brede beschikbaarheid van kleuren inkjetprinters, gecombineerd met de relatief hoge prijs per foto kwam het gebruik van de Land Camera in verval.
  • Hewlett-Packard’s HP-35 (1972) - De HP-35 was Hewlett-Packard's eerste rekenmachine en de eerste wetenschappelijke zakrekenmachine ter wereld. De introductieprijs ervan was in 1972 $395, wat een kleine €2000,- zou zijn in 2018. De HP-35 werkte volgens de 'Reverse Polish Notation', waarin eerst de getallen en dan de berekeningswijze wordt ingevoerd: 33 12 + levert dan het antwoord 45. Het hart van de HP-35 werd gevormd door de speciaal voor Hewlett-Packard vervaardigde MK6020 chip van Mostek, een bedrijf dat vanuit Texas Instruments was gevormd.
  • Signetics’ 555 timer IC (1972) - Door de jaren heen hebben hobbyisten en ingenieurs diverse gebieden ontdekt waar ze een 555 timer konden gebruiken: van temperatuurmetingen tot spanningsregelingen en van timer tot tijdtoepassingen heeft dit IC bewezen een betrouwbaar bouwblok te zijn. De drie belangrijkste toepassingen: generator van blokvormige spanningen, inschakelvertraging en elektronisch schakelen worden met een handvol externe componenten bepaald en hiermee is de 555 uiterst veelzijdig gebleken.
  • Julien van Remoortere’s Science Fiction Jeugdomnibus met 3 Jan Monter verhalen (1972) - Jan Monter is een hoofdfiguur uit de verbeelding van Piet Mortelman, een pseudoniem van Julien van Remoortere. Jan beleeft in de toekomst avonturen die al snel zijn woonplaats, en planeet, voorbij streven. Het eerste Jan Monter verhaal, Jan Monter en de asteroïde, zag in 1960 het licht en was voor die tijd vooruitstrevend en rasechte 'science fiction'. In de jaren daarna schreef 'Piet' nog verschillende Jan Monter boeken, waarbij de Jeugdomnibus uit 1972 een drietal populaire verhalen inéén bundelde.
  • Samuel Meijering’s Rolykit (1973) - De Rolykit is een zeshoekig oprolbaar opbergsysteem. Het werd in 1973 bedacht door de cineast Samuel Meijering. Meijering werd bij het werk aan een filmscript afgeleid door de rommel op zijn bureau. Hij ging nadenken over een oplossing, en sloeg vervolgens aan het tekenen. Ten slotte knutselde hij zelf het ontwerp van karton in elkaar.
  • Pulsar’s P2 (1973) - De Pulsar P2 was het eerste digitale horloge dat in grote hoeveelheden werd geproduceerd. Pulsar kwam met de P2 in 1973 op de markt en bracht het horloge onder de aandacht van het grote publiek in de James Bond film Live and Let Die met Roger Moore in de hoofdrol.
  • NASA’s Skylab (1973) - Meer dan een verzameling overgebleven onderdelen van eerdere Apollo missies, tegen de zon beschermd door goudkleurige reflecterende zeilen en van stroom voorzien door een partij zonnecellen die als molenwieken zijn gemonteerd zijn lijkt het in eerste instantie niet. Toch is Skylab een belangrijke reden dat er een International Space Station bestaat en zag het leven in Skylab er voor de aanwezige astronaut er niet gek veel anders uit dan voor de huidige bewoners van ISS.
  • Philips’ experimenteerdoos EE2040 (1974) - De EE2040 is de eenvoudigste begindoos van de EE2000 elektronica-experimenteerdoosserie van Philips. Alle schakelingetjes werden op 1 montageplaat gebouwd. Met de weinige componenten waren goede experimenten te doen en leuke schakelingen te bouwen, waaronder een (regelbare) toongenerator, knipperlicht en vloeistofpijl-indicator.
  • Hewlett-Packard’s HP-65 (1974) - De HP-65 was de eerste programmeerbare rekenmachine ter wereld, oorspronkelijk door Hewlett-Packard aangekondigd als "de personal computer". Omdat in 1974 nog niemand over een computer kon beschikken was die term in die tijd nog niet eens zo verkeerd gekozen.
  • Creative Computing (1974) - Creative Computing was één van de eerste van vele computertijdschriften in de jaren '70 en '80 die verslag deed over de microcomputer revolutie. Het eerste nummer kwam uit in oktober 1974 en het tijdschrift publiceerde tot oktober 1985. Creative Computing was een degelijke publicatie met een breed interessegebied dat uitgebreider en meer toegankelijk werd beschreven dan bij bijvoorbeeld Byte het geval was.
  • Motorola’s 6800 (1974) - De 6800 is een microprocessor die werd ontwikkeld door Motorola en vlak na Intel's 8080 in 1974 op de markt werd gebracht. Een kloon van de 6800, de MOS 6502, werd toegepast in veel game consoles en home computers zoals de Atari 2600, Atari 400/800, Apple II, Commodore VIC-20, Acorn Atom en Nintendo Entertainment System (NES).
  • Intel’s 8080 (1974) - De Intel 8080 was een 8-bits microprocessor ontworpen en gefabriceerd door Intel vanaf april 1974. De 8080 werd gebruikt de MITS Altair 8800 en de IMSAI 8080, waarmee de basis gelegd werd voor machines met het CP/M-besturingssysteem. De grootste concurrent in die tijd was de 6502 van MOS Technology. De ontwerpers van de processors begonnen na een verschil van mening met Intel hun eigen fabriek en brachten de kloon Z80 op de markt. Die processor is veel uitgebreider maar verder volledig compatibel met de 8080 en bracht de feitelijke microcomputer revolutie teweeg..
  • Kraftwerk’s Autobahn (1974) - Autobahn is een studioalbum van de Duitse formatie Kraftwerk uit 1974. Het album is vooral bekend van de titelsong, die sterk ingekort wekenlang in de Britse en Amerikaanse hitlijsten stond. Het album is één van de bekendste werken van de band.
  • Texas Instruments’ TMS1000 (1974) - De TMS1000 is een familie van microcontrollers die door Texas Instruments in 1974 op de markt werden gebracht. In de TMS1000 werd een 4-bit microprocessor gecombineerd met (door TI voorgeprogrammeerd) ROM, RAM en I/O lijnen die een complete computer op een chip vormden. En hoewel Intel met het uitbrengen van de 4004 in 1971 de eerste microprocessor op de markt bracht, is het patent voor de microprocessor, en later voor de microcontroller, aan Texas Instruments toegekend. Texas Instruments is daarmee officieel de uitvinder van de hedendaagse microprocessor.
  • Lamborghini Countach (1974) - De Lamborghini Countach is een sportauto geproduceerd door de Italiaanse autobouwer Lamborghini van 1974 tot 1990. Het eerste productiemodel was de LP400, die in 1974 aan het publiek werd voorgesteld. De LP400 had een 4 liter, 375 pk achterliggende motor en deuren die omhoog open gingen en niet zijwaarts, een systeem dat typisch zou worden voor Lamborghini. De Lamborghini Countach speelde een belangrijke rol in de film The Cannonball Run uit 1981.
  • Philips’ 22AR774 Radio Recorder (aka Boombox) (1974) - Een boombox is een draagbare stereo radio met opnamemogelijkheid, gevoed door batterijen of accu's en normaliter in staat om een behoorlijke geluidsdruk in stereo weer te geven. De boomboxen kwamen in het begin van de jaren '70 op in Amerika, waar welhaast iedere jongeling met een luidruchtige stereo op z'n schouders door de straten banjerde. Dat herinner ik me nog goed, en dat je ze met twee cassettespelers had, zodat je cassettebandjes kon kopiëren. En later met een CD-speler, zodat je een goede geluidskwaliteit had. Maar welke was de eerste? Na wat onderzoek kwam ik erachter en het verbaasde me niks dat de uitvinder van de boombox onze landgenoot Philips was met de 22AR77.
  • Arecibo’s 1679 bits Where is everybody? (1974) - In 1974 stuurden we vanuit Puerto Rico een radioboodschap het heelal in met hierin informatie over het leven op Aarde: de basis voor onze wiskunde, atoomnummers van DNA-bouwstoffen, formules voor koolhydraten en een vereenvoudigde weergave van de mens. Het doel hiervan was om het eerste contact met andere werelden te leggen. De boodschap gaat er meer dan 25.000 jaar over doen om bij de eindbestemming aan te komen, dus echt praktisch is deze kennismaking nog niet.
  • Roland Moreno’s chipkaart (1974) - Als je in 1974 over "met plastic betalen" sprak, bedoelde je betalen met een magneetstrip. Zo'n magneetstrip was foutgevoelig, gemakkelijk te kopiëren en erg kwetsbaar. Niet heel modern ook. Roland Moreno bedacht dat er met een kleine microcontroller veel meer mogelijk was en kwam in 1974 met de chipkaart, die ook wel 'smart card' werd genoemd. Deze kaart was voorzien van een chip met software erop. De stroomvoorziening werd door de lezer van de chipkaart verzorgd.
  • Sinclair’s Scientific calculator (1974) - Toen het Amerikaanse Hewlett-Packard in 1972 de wetenschappelijke HP-35 rekenmachine introduceerde had dat de volledige aandacht van Engelse rekenmachinemaker Clive Sinclair. Deze had even daarvoor in Europa de zeer succesvolle Sinclair Executive rekenmachine uitgebracht, die gebruik maakte van een Texas Instruments TMS1802 'calculator on a chip'. Deze chip was niet geschikt voor wetenschappelijke berekeningen, aldus de ingenieurs van Texas Instruments. "Maar wat weten zij daarvan", moeten Clive Sinclair en wiskundeknobbel en programmeertovenaar Nigel Searle gedacht hebben toen ze de Sinclar Scientific ontwikkelden.
  • Altair 8800 (1975) - De MITS Altair 8800 is een microcomputer gebaseerd op de Intel 8080A processor. Het vormde de start van de ontwikkeling van de personal computer. De Altair 8800 werd in 1975 ontwikkeld door Ed Roberts en zijn bedrijf MITS en werd voor 397 Amerikaanse dollars als bouwpakket door het Amerikaanse blad Popular Electronics verkocht.
  • Dr. Dobbs Journal (1975) - Dr. Dobb's Journal (DDJ) was een maandelijks journaal dat in de Verenigde Staten werd gepubliceerd door United Business Media. Het schreef over onderwerpen die in het interessegebied van software ontwikkelaars lagen. Bijdragen kwamen ondermeer van Steve Wozniak, Jef Raskin, Gary Kildall en Jeff Duntemann.
  • Monty Python and the Holy Grail (1975) - Monty Python and the Holy Grail is een komische film uit 1975. De film is geschreven, uitgevoerd en geregisseerd door Monty Python, een Engels/Amerikaanse komediegroep. De film is een losse parodie op de legende van Koning Arthurs zoektocht naar de Heilige Graal en is nog steeds een zeer populaire cultfilm.
  • MOS Technology’s 6502 (1975) - Naast de Zilog Z80 is de MOS Technology 6502 microprocessor bepalend geweest voor de ontwikkeling van de computers zoals we die vandaag kennen. Een lange lijst van home computers, maar ook randapparatuur en spelconsoles, werden ontworpen en geproduceerd met een 6502 als kloppend hart.
  • Sinclair’s The Black Watch (1975) - Clive Sinclair was twee jaar te laat met het uitbrengen van zijn Black Watch en toen de eerste exemplaren in handen van de consument kwamen werkten ze vaker niet dan wel. Maar wat moeten technische-gadget-liefhebbers een fantastische tijd hebben gehad met de vindingen die hun held Clive met regelmaat op de markt bracht. De Black Watch was een technisch hoogstandje die je in een mooie bewaardoos kon kopen, maar ook als bouwpakket zelf in elkaar kon solderen.
  • Revell Calypso (1976) - Het Calypso bouwpakket van de Duitse modelmaker Revell heeft een schaal van 1:125 en vormt een natuurgetrouwe replica van het onderzoeksschip dat een hoofdrol speelde in vele films en televisiedocumentaires over de wereld onder de golven.
  • General Instrument’s AY-3-8500 (1976) - Het Amerikaanse General Instrument bracht met de AY-3-8500 een eenvoudig voor fabrikanten van speelgoed te implementeren 'televisie tennis' chip uit, die gretig door hen werd gebruikt om een eigen variant van tennis op de televisie naar de massa te brengen. De chip had weinig meer nodig dan een printplaat, batterijvoeding en een hoogfrequent uitgang als televisie uitgang. Twee regelbare weerstanden, een 6-standenschakelaar en een plastic behuizing naar keuze maakte het product af.
  • Zilog’s Z80 (1976) - De Zilog Z80 microprocessor uit 1976 was compatible met de eerder uitgebrachte Intel 8080, met extra registers en adresseringsmogelijkheden, voor een veel lagere prijs. De Z80 was dan ook een groot succes en het duurde tot ver na 1984 voordat geheugenchipmaker Intel weer opnieuw marktleider werd met de Intel 8088.
  • MOS Technology’s KIM-1 (1976) - De KIM-1 was een single board computer met daarop een 6502 microprocessor, RAM en ROM en twee 6530 interface chips. Er was verder voorzien in een toetsenbord en zes 7-segments displays. Een monitorprogramma in de ROM liet de gebruiker eenvoudig machinetaalprogramma's invoeren. De populariteit van de KIM-1 bij hobbyisten en andere eerste-computer-bezitters overtrof de verwachtingen van MOS Technology en er was al snel een uitgebreide hoeveelheid boeken, tijdschriften en computerclubs die speciaal voor de KIM-1 in leven waren geroepen.
  • Radio Corporation of America’s CDP1802 (1976) - De RCA (Radio Corporation of America) CDP1802 is een 40-pins, 8-bits CMS microprocessor die aan het begin van 1976 op de markt werd gebracht. Bijzondere van de microprocessor is de COSMAC architectuur, afwijkend van de meeste andere 8-bit microprocessoren van die tijd. Ook het gebruik in de vroege ruimtevaart is kenmerkend.
  • Joseph Weisbecker’s COSMAC ELF (1976) - Binnen drie maanden na de introductie van de RCA CDP1802 in 1976 kwam het maandblad Popular Electronics met een serie artikelen over de bouw van een minimale single board computer gebaseerd op de CDP1802, de COSMAC ELF genoemd. De processor kon voor 30 dollar bij RCA worden besteld en de rest van de onderdelen bestond uit werkgeheugen, een EPROM, een stuk montageprint en een handvol schakelaars en leds. Auteur van de artikelen was Joseph Weisbecker, die ook het ontwerp van de CDP1802 voor RCA had gemaakt.
  • Handic 32 draagbare zendontvanger (1976) - Handic is een van oorsprong Zweeds bedrijf dat in 1952 door Gunnar en Stig Wennerström werd opgericht. De Handic radioapparatuur werd in 25 landen verkocht. Hiertoe behoorden communicatieontvangers, CB-apparatuur en scanners voor luchtvaart en hulpdiensten. In 1976 bracht Handic een lijn kenmerkende oranje zendontvangers op de markt.
  • Walt Disney’s Weet je veel handboek (1976) - Iedere Donald Duck liefhebber kent de neefjes Kwik, Kwek en Kwak. De drie halen veel van hun wijsheid uit hun Jonge Woudlopers Handboek, dat voor ieder probleem een oplossing schijnt te hebben. In 1976 bracht Oberon, uitgever van het weekblad Donald Duck, een 189 pagina's dik 'handboek vol tips, feitjes, spelletjes, enz.' uit met de titel Weet je veel. En geheel in tegenstelling tot wat je zou verwachten stond het vol met tips, feitjes en spelletjes en was het geen stripalbum. Ik kreeg het boek als 9-jarige en heb het boek werkelijk jarenlang gekoesterd. Iedere bladzijde bevatte meerdere artikelen en sommige die nog te lastig waren voor een 9-jarige kwamen in de jaren daarna wel eens van pas.
  • People’s Computer Company’s Dr. Dobb’s Journal’s Tiny BASIC (1976) - De magie van een goede programmeertaal zit verscholen in de eenvoud waarmee een bepaald idee kan worden uitgedrukt. Processor-assembleertaal is complex, krachtig en moeilijk om te leren gebruiken. Om een programmeertaal in de beginjaren van de thuiscomputers te laten landen moest deze niet alleen 'goed' zijn, maar als programma ook nog passen binnen de toenmalige beperkingen op het gebied van opslag, verwerkingssnelheid en werkgeheugen (RAM). De Tiny BASIC programmeertaal, als concept voor het eerst voorgesteld door Dennis Allison in het septembernummer van People's Computer Company.
  • R2-D2 schaalmodel (1977) -
  • George Lucas’ Star Wars – A New Hope (1977) - Star Wars: Episode IV: A New Hope is een Amerikaanse sciencefictionfilm uit 1977. De film is chronologisch het vierde deel uit de Star Warsserie, maar het is de eerst gemaakte Star Warsfilm. De film werd geregisseerd door George Lucas naar een eigen scenario. De officiële titel van de film was oorspronkelijk Star Wars. De oorspronkelijke Nederlandstalige titel was Star Wars - De sterrenoorlog.
  • ELO’s Out of the Blue (1977) - ELO, afkorting voor The Electric Light Orchestra, was superpopulair in 1977 en het dubbelalbum Out of the Blue was het grootste succes van de band.
  • Larry Niven’s Ringwereld (1977) - Ringwereld is een sciencefictionboek van Amerikaans schrijver Larry Niven. Het boek won zowel de Hugo- als de Nebula Award. In 2855 wordt een onderzoeksexpeditie naar de Ringwereld gestuurd, een gigantische door onbekenden gebouwde wereld-ring om een ster. Nessus de poppenspeler, een buitenaards ras, vraagt Louis Wu, Teela Brown en de Kzin-strijder Spreker-tot-Dieren om met hem mee te gaan. Hun ruimteschip stort neer op de Ringwereld en in die uitgestrekte wereld blijken andere, weinig vriendelijke wezens te wonen.
  • Millennium Falcon (1977) - De Millennium Falcon is een fictief ruimteschip uit de Star Wars saga. Hij is van het type YT-1300f Light freighter. De Falcon is te zien in Episodes III, IV, V, VI en VII. Het is het persoonlijke schip van Han Solo en Chewbacca.
  • The Story of Star Wars (1977) - The Story Of Star Wars is een 1977 langspeelplaat met hierop een ingekorte versie van de gebeurtenissen uit de film Star Wars, met dialogen en geluidseffecten uit de oorspronkelijke bioscoopfilm.
  • Mentor Colour 6 (1977) - De Mentor Colour 6 was een apparaat waarmee je 'pong' (of 'ping-pong', of 'tennis') op je televisie speelde. Het spel bestond uit een zwart scherm met een vertikale witte lijn in het midden, een score bovenin en een vierkant blokje dat diagonaal van links naar rechts en omgekeerd bewoog, 'de bal'. Het kwam met twee 'paddles' (regelbare weerstanden) waarmee de 'bats' (vertikale lijnen) omhoog- en naar beneden verplaatst konden worden.
  • Radio Shack’s TRS-80 Model 1 (1977) - De TRS-80 Model 1 werd op 3 augustus 1977 geïntroduceerd. Model 1 was een computer in de vorm van een dik toetsenbord dat werd aangesloten op een losse monochrome monitor. De computer beschikte over een BASIC-taal in 4kB ROM en was standaard uitgerust met 4 kB RAM.
  • Jean-Michel Jarre’s Oxygène (1977) - Jean-Michel Jarre brak door in 1977 toen zijn eerste internationele Oxygène uitkwam. De daarvan afkomstige single Oxygène IV werd in verschillende landen een hit. Het orgel dat Jarre voor dit album gebruikte, een Eminent Unique 310, bereikte een cultstatus onder verzamelaars en muzikanten toen bekend werd dat dit instrument verantwoordelijk was voor de 'Jarre-sound'.
  • Atari 2600 (1977) - In oktober 1977 bracht Atari het systeem Atari VCS (Video Computer System) op de Amerikaanse markt met negen spellen. Dit systeem werd in 1982 omgedoopt tot Atari 2600. De Atari 2600 had een op de MOS 6502 gebaseerde microprocessor aan boord en had 8KB aan intern RAM geheugen. De Atari 2600 maakte gebruik van ROM cartridges met een maximum geheugengrootte van 4KB, wat bij de introductie niet als beperking werd ervaren. De 2600 was onverstelbaar populair en werd van 1977 tot ruim na 1982 meer dan 30 miljoen keer verkocht. Er werden zo'n 600 spellen voor de 2600 uitgebracht.
  • Apple II (1977) - De Apple II was één van de drie oorspronkelijke 'home computers' die in 1977 op de markt verscheen, naast de Radio Shack TRS-80 en de Commodore PET. Door de invloed van kwaliteitsbewuste Steve Jobs en technisch brein Steve Wozniak had de Apple II een paar strepen voor op de TRS-80 die de Apple II helpen om op de bureau's van iedere boekhouder, universitair student en vermogende particulier te landen.
  • Commodore’s PET 2001 (1977) - In 1977 kwam Commodore met de PET 2001 op de markt: een plaatstalen machine met ingebouwde monitor en audiocassettespeler en een minderwaardig rubber toetsenbord. De uitstraling van de machine kwam rechtstreeks uit de science fiction films waar de PET met haar vormgeving en '2001' naar refereerde en er was zoveel vraag naar de computer dat de leveringen maanden op zich lieten wachten.
  • Sinclair’s DM350 multimeter (1977) - De DM350 van Britse uitvinder Clive Sinclair was een 4-cijferige multimeter bedoeld voor professioneel gebruik. De multimeter had een strakke slagvaste behuizing die ook gebruikt zou worden voor andere meetapparaten uit de reeks, waaronder een oscilloscoop met een piepklein gloeischerm. De multimeter was een groot succes en werd tot ver in de jaren '80 van de vorige eeuw verkocht.
  • Jerry Ehman’s WOW! alien bericht ontvangst (1977) - Big Ear was een radiotelescoop die door de Ohio State University werd gebruikt als breedband radio-observatorium voor signalen uit de ruimte. De radiosignalen werden door een IBM 1130 computer gebundeld tot hashgetallen en afgedrukt op zebrapapier. De afdrukken werden periodiek door studenten van de universiteit geanalyseerd. Jerry Ehman ontdekte op 7 augustus 1977 een reeks signalen die overeen kwamen met het soort signalen dat door andere beschavingen in de ruimte uitgezonden zouden kunnen worden en markeerde deze op het papier met WOW!
  • Milton Bradley’s Zeeslag per computer (1977) - Zeeslag ('Battleship') is een oeroud spel voor twee spelers dat oorspronkelijk op papier werd gespeeld. Beide spelers hadden twee velden met hokjes, vaak 10x10, waarin ze hun eigen 'schepen', aanvallen op en aanvallen door de tegenstander, en de waarschijnlijke plaatsing van de schepen van de tegenstander bijhielden. In 1977 bracht Milton Bradley een elektronische versie van het spel op de markt waarbij verschillende posities van schepen al waren voorgeprogrammeerd in een COP400-gebaseerde microcontroller van National Semiconductor en waarbij de spelers hun slagen moesten invoeren met schuifschakelaars en een 'vuur' knop. Licht- en geluidseffecten gaven een extra dimensie aan het spel.
  • Texas Instruments’ SN76477 (1978) - De Texas Instruments SN76477 was een geluidschip waarmee complexe geluiden konden worden geproduceerd.
  • Intel’s 8086 (1978) - Twee jaar nadat Zilog de markt voor microprocessoren van Intel had afgesnoept met hun 8080-kloon, de Z80, kwam Intel met een geheel nieuwe microprocessor, de Intel 8086. Belangrijk verschil met zijn voorganger, de 8080, was de 16-bits architectuur. Dit maakte grotere geheugenbereiken mogelijk, grotere programma's en complexere user interfaces.
  • Glen A. Larson’s Battlestar Galactica (1978) - Battlestar Galactica is een Amerikaanse ruimte-sciencefictionserie uit 1978. In een afgelegen zonnestelsel leeft een mensenras op twaalf koloniewerelden. Ze zijn al eeuwen in oorlog met de Cylons, gevechtsrobots. Met hulp van de menselijke verrader Baltar slagen de Cylons erin de mensheid vrijwel uit te roeien. Slechts één oorlogsschip kan aan vernietiging ontkomen: de Battlestar Galactica van commandant Adama.
  • ARM Holdings (1978) - ARM ontwerpt microchips voor diverse applicaties en vooral voor mobiele informatiedragers als smartphones. ARM produceert zelf geen chips maar levert de ontwerpen aan klanten wereldwijd die hiervoor een vergoeding in de vorm van royalty's of licenties betalen. In 2015 werden zo’n 15 miljard chips op basis van ARM ontwerpen geproduceerd waarmee het bedrijf een wereldwijd marktaandeel had van 32%. Alle processoren in Apple iPhones en iPads zijn ontworpen door ARM.
  • Milton Bradley’s Simon (1978) - Simon is een elektronisch geheugenspel, uitgevonden door Ralph Baer en Howard Morrison en in 1978 op de markt gebracht door Milton Bradley. Het apparaat geeft een serie tonen en lichten die de gebruiker moet herhalen. Als dat lukt dan wordt de serie tonen en lichten gaandeweg langer.
  • Pentacon’s Praktika MTL3 (1978) - De Praktika MTL3 is een Oost-Duits spiegelreflex fototoestel van Pentacon dat standaard met een 50mm f/1,8 lens werd uitgerust. Het toestel werd in grote hoeveelheden geproduceerd tussen 1978 en 1984. De MTL3 heeft een metalen sluiter van een dusdanig degelijke kwaliteit dat deze over het algemeen na 25 jaar intensief gebruik nog steeds goed werkt, met sluitertijden tussen oneindig en 1/1000s. 
  • Parker Brothers’ Merlin (1978) - Merlin is een futuristisch uitziende spelcomputer, bedacht door Bob Doyle en uitgebracht door Parker Brothers in 1978. Naast de ingebouwde Boter, kaas en eieren en de Simon-kloon Echo bevat Merlin ook het raadspel Mastermind en een heuse miniatuur muziekstudio, met opnamemogelijkheden.
  • Motorola’s 6809 (1978) - De Motorola 6809 is een 8-bit microprocessor afgeleid van de Motorola 6800 en de MOS Technology 6502, maar met enkele 16-bit eigenschappen en enkele duidelijke en innovatieve verbeteringen, zoals een relatieve adresseerbaarheid: de mogelijkheid om een programma op iedere plek in het geheugen te draaien, in plaats van alleen vanaf de geheugenlocatie waar het programma oorspronkelijk voor was geschreven.
  • Kraftwerk’s Die Mensch-Maschine (1978) - In 1970 begonnen Ralf Hütter en Florian Schneider een muzikaal duo dat bijzondere muziek wilde maken. Ralf had ideeën over de styling, Florian had al snel een Minimoog en vaardigheden om daar wilde dingen mee te doen. Enkele kameraden uit Dusseldorf vonden het wel wat en niet lang daarna werd de naam van de band omgedoopt in Kraftwerk. De band maakte gebruik van alles wat geluid kon maken en de technisch onderlegde Florian bedacht steeds nieuwe manieren om als band muzikaal te onderscheiden.
  • Don Lawrence’s Storm (1978) - Was Don Lawrence al niet meer uit het tijdbeeld weg te krijgen met de epische stripserie Opkomst en ondergang van het keizerrijk Trigië, met Storm deed hij het allemaal nog eens dunnetjes, maar nog veel fantasierijker, over. De serie begon in 1978 bij uitgeverij Oberon met het album De diepe wereld, waarin Storm, een astronaut uit de toekomst, na een ongelukkige onderzoeksvlucht op de planeet Jupiter, op een zeer veranderde Aarde nog veel verder in de toekomst belandt. De Aarde is veranderd in een woestenij, waarin de oceanen volledig zijn verdampt. Het volk van de toekomst is teruggevallen tot het barbarisme, op uitzonderingen na waar technologie hoogtij viert.
  • Terry Nation’s Blake’s 7 (1978) - Kostuumdrama's spelen zich af in een andere wereld, in een andere tijd. In het geval van het science fiction genre is die tijd de toekomst en de andere wereld een andere planeet, of een onherkenbare Aarde. De televisieserie Blake's 7 werd voor de BBC ontwikkeld door Terry Nation, een gevestigde science fiction producent die ondermeer eerder de televisieserie Survivors en diverse afleveringen van Doctor Who had geschreven. Blake's 7 hing door het lage budget van foamboard en arcylverf aan elkaar, maar de veelal dramatische verhaallijnen waren solide en de personages goedgekleed, uitgediept en intrigerend.
  • Douglas Adams’ Het Transgalactisch Liftershandboek (1979) - Het transgalactisch liftershandboek (oorspronkelijke titel The Hitchhiker's Guide to the Galaxy) is een Brits sciencefictionboek uit 1979, geschreven door Douglas Adams. Het boek begint wanneer een paar aannemers arriveren bij het huis van Hugo Veld om hem te melden dat ze de opdracht hebben het huis te (laten) slopen want het moet plaats maken voor een weg.
  • Ridley Scott’s Alien (1979) - Alien is een Britse sciencefiction/horrorfilm uit 1979, geregisseerd door Ridley Scott. De filmtitel refereert aan de antagonist van de film, een monsterlijk buitenaards wezen. De hoofdrollen worden vertolkt door Tom Skerritt, Sigourney Weaver, Veronica Cartwright, Harry Dean Stanton, John Hurt, Ian Holm en Yaphet Kotto. De film won een Oscar voor de speciale effecten, waaronder het buitenaardse wezen (de alien) dat werd ontworpen door de Zwitserse kunstenaar H.R. Giger.
  • Forrest Mims III’s Engineer’s Notebook (1979) - Forrest M. Mims III is een amateurwetenschapper, columnist en auteur van verschillende populaire elektronica boeken. Zijn bekendste zijn de handgeschreven en handgetekende Engineer's Notebooks die vanaf 1979 via Radio Shack werden verkocht.
  • Rodnay Zaks’ How to program the Z80 / Programming the Z80 (1979) - Zaks heeft het boek ontworpen als een volledig zelfstandige manier om vertrouwd te raken met het programmeren in het algemeen en assembleren voor de Zilog Z80 microprocessor in het bijzonder. De Z80 is een 8 bit processor, die werd ontworpen door het bedrijf Zilog. Hij werd uitgebracht in 1976 en is in essentie een processor die compatibel is met de 8080 van Intel, maar met meer instructies, registers en adresseringsmethoden. In het boek van Zaks komen dan ook verschillende verhandelingen over het werken met de 8080 voor.
  • Remco’s Electronic Sound FX Machine (1979) - De Remco Sound FX Machine gebruikte een Texas Instruments SN76477 en een lading schakelaars, condensatoren en regelbare weerstanden om een universeel regelbare geluidssynthesizer te maken. Een kunststof behuizing met een stemmig kleurenpatroon maakte het kinderspeelgoed af. Hoewel er ongetwijfeld ouders zijn geweest die hun aanschaf hebben betreurd, was de Remco Sound FX Machine een grote hit door de vele spannende geluiden die er met het apparaat gemaakt konden worden.
  • The Buggles’ The Age of Plastic (1979) - The Age of Plastic is het debutalbum van het duo The Buggles, bestaande uit Trevor Horn en Geoff Downes. Nummers van het album kwam in 1979 en 1980 uit en het album zelf werd zeer goed ontvangen. Het album wordt omschreven als 'electropop new wave' en was in die tijd een modern klinkend maar toch herkenbaar geheel, hetgeen met name te danken was aan de mix van synthesizers en traditionele instrumenten zoals de piano.
  • Philips’ Compact Disc (1979) - Samen met Sony ontwikkelde Philips de Compact Disc (cd), die voor het eerst werd gefabriceerd op 17 augustus 1979 door Philipsonderdeel Polygram te Langenhagen. Een cd is een optische schijf die oorspronkelijk voor de opslag van muziek werd gebruikt als vervanger van de grammofoonplaat van vinyl, maar die sinds een paar jaar na de introductie ook voor opslag van andersoortige gegevens werd ingezet zoals de cd-rom (computerdata) en cd-video (films).
  • John Vermeulen’s De Binaire Joker (1979) - Van alle boeken die John Vermeulen heeft geschreven is de omslag van De Binaire Joker het minst tot de verbeelding sprekend. Maar van al die verhalen is De Binaire Joker het meest fantastische concept, goed uitgewerkt met een keur aan passende karakters en een spannend verhaal dat ook in 2022 op geen enkele manier misplaatst zou zijn. Het verhaal kent bijzondere vondsten en de belangrijkste ingrediënten, langdurende ruimtereizen, AI en intermenselijke relaties, houden ook in de moderne tijd prima stand.
  • Felix Thijssen’s Pion (1979) - Felix Thijssen is een bekende Nederlandse schrijver van een keur aan thrillers, waaronder de Charlie Mann serie met werken als Wildschut en Koud spoor. Bij mij is Felix Thijssen echter veel bekender als science fiction schrijver van De spelers van Magelhaen en Pion. Ik kan het aantal keren dat ik Arne Sterzon via Siro's eiland naar de ruimte ben gevolgd niet eens tellen, laat staan het aantal keren dat ik met de Wageningse biowetenschap heb meegeleefd in wat de laatste uren van de mensheid hadden kunnen zijn. Boeken met deze mate van ambitie en allure worden niet vaak in het Nederlands geschreven.
  • Philips’ HL 3695 vertaal-machine (1979) - De Philips HL 3695 vertaal-machine is een apparaat waarmee woorden van de ene taal in een andere kunnen worden vertaald. De beschikbare talen zijn Nederlands, Duits, Frans, Engels, Noors, Spaans, Italiaans, Japans en Arabisch, met in elke taal 3000 woorden, waarvan 3 talen tegelijk in het apparaat kunnen worden geplaatst. De talen komen elk in een kunststof blokje die separaat werden verkocht. De vier AA-batterijen kunnen het apparaat een paar uur van stroom voorzien, maar het apparaat is snel aan- en uit te zetten waardoor de gebruiksduur kan worden verlengd.
  • Personal Software’s Zork (1980) - De tekstadventure is niet begonnen bij Zork, maar Zork heeft wel geholpen om het genre onder een grote getale hobbycomputergebruikers te verspreiden. De tekstadventure is precies wat de naam doet vermoeden: een adventure die uitsluitend met tekst werkt.
  • Harry Harrison’s Wereldcyclus trilogie (1980) - Deze dikke omnibus bevat drie afzonderlijk verschenen romans: THUISWERELD, GRAANWERELD en STERRENWERELD (Rostrum, 1980). Hoofdpersoon is Jan Kulozik, een ingenieur van de 'hogere klasse' in Engeland in de nabije toekomst. In THUISWERELD komt Jan tot het besef dat zijn wereld in werkelijkheid een diktatuur is, geregeerd door de Geheime Dienst.
  • Sinclair ZX80 (1980) - De Sinclair ZX80 was een eenvoudige thuiscomputer die door het bedrijf Sinclair Research van Clive Sinclair in 1980 werd uitgebracht. Het was de eerste computer die voor minder dan 100 pond verkocht werd in Groot-Brittannië. De ZX80 kon enkel via de post besteld worden en werd geleverd als kit om zelf te assembleren.
  • Maandblad KIJK (1980) - Het maandblad KIJK bestond technisch gezien al sinds 1968, maar was in 1980 een bijzonder blad. Het deed moeite om onderwerpen uit het hele wetenschappelijke domein gelijkmatig verspreid over het jaar in tot de verbeelding sprekende artikelen te gieten. Zorgvuldig aansluitend op andere onderwerpen in het blad werden vanaf de jaren '80 ook rekenmodellen voor perspectieftekenen, een wedstrijd om een algoritme in zo weinig mogelijk tekens te schrijven, de eigen zelfbouw computer Bèta, 'Willie' de robotmuis en nog veel meer uitdagingen aan de lezers gepresenteerd. 
  • Elektuur’s Junior Computer (1980) - "Van zelfstudie tot procesbesturing," presenteerde Elektuur het mogelijke toepassingsgebied van de Junior Computer, een zelfbouwproject waarvoor Elektuur in maart 1980 de printplaten en het monitorprogramma beschikbaar stelde. Het maartnummer introduceerde de single board computer in hoofdlijnen, later dat jaar zou er een boek beschikbaar komen met alle details erin.
  • Mattel’s Intellivision (1980) - De Intellivision was een 16-bit spelcomputer die in 1980 door Mattel op de markt werd gebracht. Het was een directe concurrent van de Atari 2600. Van de Intellivision werden in totaal 3 miljoen exemplaren verkocht en er werden tot 1989 zo'n 125 spellen voor gemaakt.
  • Moog The Rogue (1980) - De Moog The Rogue is een mono analoge synthesizer die in het begin van de jaren '80 werd geproduceerd. De Rogue had een ingebouwd toetsenbord met 32 noten, twee oscillatoren, een Moog filter en een ADSR geluidsvorm generator. Met een lage kostprijs en een professionale uitstraling was de Moog The Rogue een instant success. De Concertmate MG-1, een gelijkende syntesizer van Tandy/Realistic, werd ook door Moog geproduceerd. Zowel de Rogue als de MG-1 waren bedoeld voor thuismusikanten.
  • PTT Radiocontroledienst’s MARC (1980) - Mensen hebben al sinds mensenheugenis de behoefte gehad om met elkaar over afstanden te communiceren: rooksignalen, semafoorvlaggen, briefpost, telegram, telefoon en tegenwoordig, via de smartphone, mobiel internet. Honderden manieren om berichten tussen individuen en groepen uit te wisselen zijn de revue gepasseerd en in de jaren ’70 van de vorige eeuw speelde radiocommunicatie hierin een grote rol. De meest populaire technieken waren gebaseerd op spraakoverdracht via ‘de ether’ en de 11-meterband (zo’n 27 MHz) was ruim vertegenwoordigd, in Nederland sinds 1980 gereguleerd onder 'PTT MARC'.
  • Sony’s Walkman WM-2 (1981) - Een walkman is een op batterijen werkend apparaat dat compact cassettes afspeelt via een hoofdtelefoon en dat meegenomen kan worden tijdens het wandelen of fietsen. Sony stond al voor de introductie van de WM-2 bekend als een Japans bedrijf dat miniatuur consumentenproducten van hoge kwaliteit wist te maken. De WM-2 die in 1981 werd geïntroduceerd is echter zonder twijfel een mijlpaal in hun geschiedenis.
  • Multitech Micro-Professor (1981) - Er was een tijd dat er geen iPads en Macintoshes waren en beide Apple Computer medewerkers nog in de garage van Steve Jobs bivakkeerden. In die tijd (het zal 1981 zijn geweest) kwam Multitech (het tegenwoordige Acer) met zijn eerste computer-voor-onderwijsdoeleinden op de markt: de Micro-Professor MPF-1. De MPF-1 was een microprocessorsysteem gebaseerd op een Zilog Z80.
  • John Carpenter’s Escape from New York (1981) - Escape from New York is een film uit 1981 onder regie van John Carpenter. De film speelt zich af in 1997. New York is sinds een streng bewaakte gevangenis omdat de criminaliteit enorm steeg. Wanneer Air Force One gekaapt wordt, besluit de president via een beveiligingscapsule te vluchten. Het vliegtuig stort neer in New York en de president wordt ontvoerd door de bende van de Duke. Topcrimineel Snake Plissken krijgt de opdracht om de president binnen 24 uur te bevrijden.
  • Peter Hyams’ Outland (1981) - Outland is een sciencefictionfilm van regisseur Peter Hyams uit 1981. De hoofdrol wordt gespeeld door Sean Connery.
  • Sinclair ZX81 (1981) - De ZX81 is een homecomputer die door Sinclair Research van Sir Clive Sinclair in maart 1981 op de markt werd gebracht. Het was de opvolger van de Sinclair ZX80. Hij werd geproduceerd door Timex.
  • Your Computer (1981) - Your Computer was een in Engeland gepubliceerd computertijdschrift dat van 1981 tot 1988 werd verkocht. Het voerde het zelfverklaarde "Britain's Biggest-Selling Home Computer Magazine" op de voorzijde. Het tijdschrift was merk-agnostisch; aan alle populaire home computers van die tijd werd evenveel tijd en aandacht besteed.
  • Casio VL-Tone (1981) - De Casio VL-1 (ook wel VL-Tone genoemd) is een monofone speelgoedsynthesizer die in 1981 door Casio op de markt werd gebracht. De synthesizer is monofoon en kan dus maar één toon tegelijk laten horen. Wel kan een melodie vergezeld gaan van een eenvoudig ritmepatroon. De klankopwekking is digitaal. Naast de vijf ingebouwde geluiden (piano, fluit, orgel, fantasy en viool) kan er een eigen geluid geprogrammeerd worden waarvoor ADSR parameters kunnen worden ingebracht. Opvallend extraatje op deze Casio is de eenvoudige ingebouwde rekenmachine.
  • The Human League’s Dare (1981) - The Human League is voortgekomen uit de in 1977 opgerichte band The Future. Alleen zanger/liedjesschrijver Philip Oakley maakte deel uit van de originele bezetting, die na ruzie uit elkaar viel. In 1980 haalde Oakley de tieners Susan Ann Sulley en Joanne Catherall bij de groep als achtergrondzangeressen. Een jaar later scoorde The Human League met Don't You Want Me een wereldhit. The Human League zat op hetzelfde label als Joy Division en Gang Of Four en gebruikten synthesizers voor een kil en indusytrieel gevoel. Het hitnummer Don't You Want Me was meer middle-of-the-road, vrolijker bijna, maar het album Dare staat vol van de succesnummers.
  • Hayes Smartmodem (1981) - Computers hadden in 1981 het cassettebandje als belangrijkste bestandsuitwisselingssysteem, maar Hayes bracht daar met het Hayes Smartmodem 300 verandering in: alleen een seriële interface was nodig om een computer te laten communiceren met een willekeurige andere computer, alles via een vaste telefoonverbinding.
  • Steven Bochco en Michael Kozoll’s Hill Street Blues (1981) - Hill Street Blues is een Amerikaanse televisieserie uit 1981 over het reilen en zeilen van een fictief districtspolitiebureau die in Nederland door de NCRV werd uitgezonden. De serie heeft grote invloed gehad op de manier waarop televisieseries gemaakt werden. Zo bestond iedere aflevering uit een aantal verhaallijnen die door elkaar heen liepen. Sommige werden binnen de aflevering afgehandeld, sommige liepen door over meerdere afleveringen. Ook werden politieagenten als normale, hardwerkende mensen geportretteerd, waarbij de producers veel moeite deden om de achtergronden goed uit te diepen. Als kijker had je bijna het gevoel naar een realityserie te kijken. De kenmerkende begintune was van Mike Post, die later ook de muziek van veel andere televisieseries zou maken.
  • Commodore’s VIC-20 (1981) - De Commodore VIC-20 was één van de eerste home computers, voorzien van een MOS 6502 microprocessor. De computer moest worden aangesloten op een monitor of televisie. In 1982 was de VIC-20 met meer dan 750.000 verkochte exemplaren de bestverkopende computer van het jaar. Toen Commodore in 1982 met de verbeterde Commodore 64 op de markt kwam, was het al vrij snel afgelopen met de VIC-20. De VIC-20 werd tot eind 1984 geproduceerd.
  • PTT Telecom legpuzzel (1981) - In 1981 bestond PTT Telecom 100 jaar en voor de gelegenheid werd een legpuzzel op de markt gebracht. Op de legpuzzel zijn verschillende scènes en voor die tijd high-tech producten en diensten afgebeeld. Wie nu de puzzel maakt wordt getracteerd op een prachtig scala aan retro-afbeeldingen, van de inlogpagina van Viditel, tot 'grote computers' en zakrekenmachines. Het is leuk om te zien dat 'draadloze communicatie' in 1981 het toekomstbeeld was, en 'internet' helemaal nog niet bestond.
  • Hal Needham’s The Cannonball Run (1981) - The Cannonball Run is een Amerikaanse komische film uit 1981 met in de hoofdrollen onder andere Burt Reynolds, Roger Moore, Dom DeLuise, Farrah Fawcett, Dean Martin, Sammy Davis Jr. en Jackie Chan. De film is gebaseerd op een illegale race van New York naar Redondo Beach, Californië, die in 1971 door autojournalisten Brock Yates en Steve Smith van het blad Car and Driver was georganiseerd. In de film racen onwaarschijnlijke types in een keur aan voertuigen tegen elkaar en tegen de federale inspecteur Arthur J. Foyt, die telkens zonder succes probeert de race te stoppen.
  • DeLorean’s DMC-12 (1981) - De DeLorean DMC-12 was het enige automodel van de Amerikaanse autofabrikant DeLorean, geproduceerd tussen maart 1981 en oktober 1982. De DeLorean was voorzien van geborstelde roestvrij-stalen buitenpanelen, had twee zitplaatsen, was voorzien van een 2,8 liter V6 verbrandingsmotor, had vleugeldeuren en is het meest bekend geworden als de rijdende tijdmachine uit de film Back to the Future.
  • IBM PC XT toetsenbord (1981) - Bij de introductie van de PC kwam IBM niet alleen met een degelijke, zij het saaie, computerkast met legio uitbreidingsmogelijkheden, maar ook met een professioneel ogend en goed werken toetsenbord waar geen enkele besparing op was losgelaten. Iedere toets was een elektromechanische schakelaar, ontwikkeld om decennia lang onderhoudsvrij z’n werk te doen. Hoewel er voor- en tegenstanders waren van dit toetsenbord (de tegenstanders hadden ondermeer moeite met het geluidsniveau van de mechanische schakelaars), staat de kwaliteit van dit toetsenbord, ook 40 jaar later, nog steeds buiten kijf.
  • NASA’s Space Shuttle (1981) - Space Shuttle was de naam voor een Amerikaans systeem van herbruikbare ruimtevaartuigen die in totaal 135 vluchten uitvoerden, waaronder het transport van grote delen van het International Space Station en het vervoer van goederen en astronauten van en naar het ISS. De laatste vlucht van een Space Shuttle was de Atlantis op 21 juni 2011, gevlogen door Douglas Hurley die later ook de gezagvoerder van eerste NASA Commercial Crew missie Demo-2 van SpaceX zou worden.
  • Casio PB100 (1982) - De Casio PB100 was een pocket computer van fabrikant Casio. De PB100 is een doorontwikkelde rekenmachine met meer mogelijkheden dan een wetenschappelijke rekenmachine, zoals programma's in een hogere programmeertaal schrijven. De PB100 was uitgerust met een goed afleesbaar lc-display.
  • General Instrument’s SP0256-AL2 (1982) - De SP0256-AL2 is een spraakchip met een 10KHz samplerate en een 12-punts audiofilter dat in staat is om enkelvoudige spraakklanken te genereren. Spraakklanken zijn het elementaire bestandsdeel van gesproken taal: iedere taal heeft een beperkt aantal klanken waarmee alle woorden in die taal gesproken kunnen worden.
  • Sinclair’s ZX Spectrum (1982) - De ZX Spectrum is een homecomputer van Clive Sinclair. De computer is de opvolger van de ZX80 en ZX81. Alhoewel de naam eerst ZX82 zou gaan worden, werd voor ZX Spectrum gekozen, om duidelijk te maken dat het apparaat met kleuren kon werken. De computer moest op de televisie aangesloten worden.
  • Acorn’s BBC Micro (1982) - De Acorn BBC Micro is een microcomputer met als hart de 6502A-microprocessor. De Engelse fabrikant Acorn Computers Ltd heeft deze computer speciaal ontwikkeld voor de British Broadcasting Corporation (BBC). De BBC wilde een serie programma's maken waarin het een en ander gedemonstreerd werd aan de hand van een echte (commercieel verkrijgbare) microcomputer. De wensen en eisenlijst voor deze microcomputer is door de BBC aan verschillende bedrijven gegeven, om zo voor dit doel een microcomputer te laten ontwikkelen.
  • Chriet Titulaer’s Computers. Wat moet je ermee? (1982) - In opdracht van automatiseerder RAET, die hiermee 25 jaar dienstverlening wilde vieren, schreef Chriet Titulaer het boek 'Computers. Wat moet je ermee?', mogelijk het eerste populair-wetenschappelijke computerboek op de Nederlandse markt.
  • General Consumer Electronics’ Vectrex (1982) - De Vectrex is de allereerste spelcomputer met een ingebouwd CRT beeldscherm en vector graphics, ontwikkeld door John Ross, Mike Purvis, Tom Sloper en Steve Marking van Western Technologies/Smith Engineering. De Vectrex werd in 1981 aan General Consumer Electronics in licentie gegeven, die de Vectrex in juni 1982 op de markt bracht. Begin 1983 werd GCE door Milton Bradley overgenomen, die de Vectrex bleef verkopen. Door de video game crash van 1983 heeft de Vectrex Milton Bradley tientallen miljoenen gekost.
  • A Flock of Seagulls (1982) - A Flock of Seagulls is het gelijknamige debuutalbum van de Britse new-wave/synthpop band die aan het begin van de jaren 80 doorbrak. Na de lancering van dit debuutalbum maakten ze een tweede album, Listen, die als een mix klinkt tussen Kraftwerk, Depeche Mode en Hall & Oates. Hoewel voor het grote publiek een succes, en met het grote succesnummer Wishing (If I had a Photograph of You), is het toch het debuutalbum dat perfectionisme uitstraalt en na al die jaren nog steeds plezierig luistert.
  • Roger Linn’s LinnDrum (1982) - De LinnDrum is een muziekinstrument waarmee voorgeprogrammeerde drumpatronen worden weergegeven. Het werd vanaf 1982 in een aantal van ongeveer 5.000 door Linn Instruments geproduceerd voor muzikanten zoals Frankie Goes To Hollywood, Madonna, Harold Faltermeyer, Tears for Fears, Denice Williams en vele, vele anderen.
  • Rowenta’s time-o-mat (1982) - Als je bedenkt dat de time-o-mat in de basis een wekkerradio-zonder-radio is, versterk je daarmee het vermoeden dat deze overontwikkelde schakelklok van Rowenta een uitdaging in Duitse industriële vormgeving is geweest. Op een verder oninteressante middag in 1982 moeten een paar ingenieurs tegen hun nieuwe collega's hebben gezegd "hee, we hebben een schakelklok nodig in het lab. Kunnen jullie iets moois ontwerpen?" Of zoiets. Feit is dat de time-o-mat van Rowenta, voor de tijd meer had te bieden dan je gemiddelde mechanische schakelklok. Twee schakeluitgangen bijvoorbeeld. En een 7-segment VFD-display. En interessante Duitstalige instructies op het bedieningspaneel in een technisch aandoend lettertype.
  • Sony’s CDP-101 Compact Disc (CD) speler (1982) - De Sony CDP-101 was de eerste compact disc (CD) speler, op 1 oktober 1982 in Japan op de markt gebracht voor een prijs van ongeveer 750 euro. Sony en Philips hadden vanaf 1979 nadrukkelijk samengewerkt om een digitale vervanger voor de grammofoonspeler te ontwikkelen op basis van bestaande LaserDisc technologie, hetgeen had geresulteerd in de publicatie van de Red Book CD-DA standaard in 1980. De exclusieve lancering door Sony had te maken met het feit dat Philips nog niet klaar was om de tussen Sony en Philips overeengekomen lanceerdatum te halen, vandaar dat Sony eerst in Japan op de markt ging, terwijl Philips vanaf 1 november 1982 vanuit Europa aansloot. Vanaf maart 1983 was de CD speler wereldwijd verkrijgbaar en konden ook andere fabrikanten op de Red Book standaard met eigen apparatuur inspelen.
  • John Badham en Martin Brest’s Wargames (1983) - WarGames is een Amerikaanse speelfilm uit 1983 van John Badham en Martin Brest, met in de hoofdrol Matthew Broderick. David Lightman (Matthew Broderick) is een jongen uit de eerste Whizkid-generatie en zoals veel van zijn tijdgenoten bij de opkomst van de computer voor thuisgebruik verslaafd aan computerspelletjes.
  • Tandy’s TRS-80 Model 100 (1983) - De Tandy TRS-80 Model 100 was een draagbare computer die werd geïntroduceerd in 1983. Het is één van de eerste echt draagbare computers, met een degelijk toetsenbord en een vloeibaar-kristallenscherm, in een batterijgevoede behuizing ter grootte van een pak met A4'tjes. De computer werd gemaakt door Kyocera en oorspronkelijk in Japan verkocht als de Kyotronic 85.
  • CURRAH MicroSpeech (1983) - De CURRAH MicroSpeech (of Currah µspeech) was een uitbreiding voor de Sinclair ZX Spectrum om (Engelstalige) tekst naar spraak om te zetten. Het had intern een General Instruments SP0256-AL2 aan boord, en bevatte verder programmatuur in ROM-geheugen dat in het geheugenbereik van de ZX Spectrum werd geplaatst en zo door de Z80 processor werd uitgevoerd. Dit zorgde ervoor dat de mogelijkheden van de ZX Spectrum naadloos met de extra functies van de MicroSpeech werden uitgebreid.
  • Games Workshop’s Talisman: The Magical Quest Game (1983) - Talisman is een fantasy bordspel dat nog best wel iets wegheeft van het Mens Erger Je Niet spel van weleer, met een paar grote verschillen: de regels van het spel zijn niet voor alle spelfiguren gelijk en naarmate de speler richting het midden van het bord vordert, wordt het moeilijker om het spel uit te spelen. Het spel werd ontwikkeld door Robert Harris en uitgebracht door Games Workshop, in latere jaren door Fantasy Flight Games onder licentie van Games Workshop.
  • Geier Sturzflug’s Bruttosozialprodukt (1983) - Bruttosozialprodukt is een hit van de Duitse band Geier Sturzflug, het meest bekend van hun muziek in het Neue Deutsche Welle genre. Het nummer Bruttosozialprodukt werd ingezongen door Friedel Geratsch, vaste zanger van de band. Geier Sturzflug is afkomstig uit het Duitse Bochum, Nordrhein-Westfalen en is sinds 1979 actief. Bruttosocialprodukt kwam voor het eerst uit op de B-kant van het album Heiße Zeiten uit 1983.
  • Seagate’s ST-225 20MB harde schijf (1983) - De ST-225 was één van de eerste 'harde schijven' in een 5,25" vormfactor die Seagate op de markt bracht en mogelijk het bestverkopende product aller tijden. Het was een betaalbaar, betrouwbaar en eenvoudig installeerbaar product dat zowel in OEM (als harde schijf in computers van ondermeer IBM, Tulip en Compaq) als in de detailhandel als los component succesvol was. Met 20MB aan opslagruimte voldeed het volledig aan de opslagbehoefte van de toenmalige professional en veeleisende computerhobbyist.
  • Economatics’ BBC Buggy (1983) - Fischertechnik en computersoftware vormden een ideaal stel in de beginjaren van het computerhobbyisme. Veel natuurkundeleraren maakten van deze combinatie een interessante toevoeging voor menig schoolcurriculum en de BBC Buggy (met software-op-audiocassette voor de Acorn BBC Micro computer) vormde hiervan een absoluut hoogtepunt. Fotogeniek en veelbelovend, de kit werd duizenden keren verkocht en nog vaker als hoofdrolspeler in een boek of tijdschrift afgebeeld.
  • Psion’s Organiser II (1984) - Psion werd in 1980 opgericht door Dr. David Edwin Potter. De eerste drie jaar werd software voor de ZX81- en ZX Spectrum-thuiscomputers ontwikkeld, daarna stapte het bedrijf over op hardwareproducten. De Psion Organiser was in 1984 de eerste zakcomputer die in groten getale verkocht werd.
  • Sinclair QL (1984) - De Sinclair QL personal computer van Sinclair Research uit Engeland werd in 1984 op de markt gebracht. Het was de poging van Sinclair om, voortbordurend op het succes van de de ZX Spectrum, de zakelijke markt te bedienen. Het systeem was voor die tijd een betrekkelijk revolutionair ontwerp op basis van de Motorola 68000 microprocessor, met een kloksnelheid van 7,5 MHz.
  • IBM’s Portable PC 5155 (1984) - De IBM 5155 'portable' was de tweede PC die IBM uitbracht. Alles aan de machine was ontwikkeld om de techniek uit die tijd draagbaar te maken, met een stevige draagbalk, een koffervorm, uitklapbaar toetsenbord en ingebouwde monitor. De 5155 werd in eerste instantie uitgeleverd met twee 5,25" diskettestations en 64KB werkgeheugen. 
  • Steven Bolt’s KIJK Bèta-computer (1984) - De bouw van de Bèta-computer was "niet moeilijk, zelfs niet voor de beginnende soldeer-artiest" en voor het bouwen was "slechts weinig gereedschap nodig: boormachine, collectie scherpe boortjes, figuurzaag, soldeerbout van 16 watt met fijne tip, harskernsoldeer, zijkniptangetje, tangetje, schroevendraaier, universeelmeter." Een spraakmakende serie artikelen introduceerde in 1984 een 6502-microprocessor-gebaseerde zelfbouwcomputer aan een breed publiek, waarvan de meesten nog nooit een computer van dichtbij hadden gezien.
  • Steve Barron’s Electric Dreams (1984) - Electric Dreams is een Brits-Amerikaanse romantische science fiction comedy met Lenny Von Dohlen en Virginia Madsen in de hoofdrollen. In het verhaal is Miles Harding een wat verstrooide architect die op aandringen van zijn collega's een computer in huis haalt en gelijk alle accessoires uit de winkel meeneemt, zoals computergestuurde wandcontactdozen. Na een ongelukje met een fles champagne neemt de computer het heft in eigen handen en wordt samen met Miles verliefd op de nieuwe buurvrouw.
  • Epson Geneva PX8 (1984) - Een minicomputer in een handzaam formaat was mijn eerste gedachte bij het zien van de Epson Geneva PX-8, een Zilog Z80 gebaseerde CP/M laptop met een ingebouwde servogestuurde micro-cassetterecorder, ROM-packs voor WordStar en BASIC en een hardkunststoffen hoes. De PX-8 draaide het CP/M-80 besturingssysteem, wat in 1984 het gevoel gaf wat Linux nu doet: magisch, krachtig, professioneel. De PX-8 had geen ingebouwde harde schijf, maar je kon het werkgeheugen opsplitsen in werkgeheugen en opslaggeheugen. Vanuit het besturingssysteem kon je bestanden kopiëren van en naar de micro-cassettes.
  • Apple Macintosh (1984) - De eerste Apple Macintosh, Macintosh 128K, werd in 1984 geleverd met een grafische gebruikersinterface (Mac OS), een muis en een toetsenbord zonder numeriek deel. De hoge kwaliteit zwart-wit monitor en de overige computeronderdelen waren in één zorgvuldig ontworpen behuizing ondergebracht, hetgeen de Macintosh zijn karakterestieke uiterlijk gaf.
  • Douglas Comer’s Operating System Design – The Xinu Approach (1984) - Een besturingssysteem is als een goed ontworpen, met liefde geweven tapijt dat degelijkheid, stijl en comfort combineert met bindingen en patronen die passen bij de inrichting van de ruimte en het gebruiksdoel van de eigenaren. Sinds de beginjaren van computersystemen is Unix een toonbeeld van hoe besturingssystemen kunnen werken en dit heeft bijgedragen tot het gebruik ervan in de beginjaren van het onderwijs in besturingssystemen op hogescholen en colleges over de hele wereld.
  • HCC-dagen (1985) - Eén keer per jaar waren station Utrecht Centraal en de Jaarbeurs het domein van duizenden mannen: jong, oud, dik, dun, al dan niet behaard of bebrild. Zij hadden allemaal één ding gemeen: een passie voor computers en alles wat daarmee te maken heeft. Drie dagen per jaar werd hen een gelegenheid gegund om kennis bij te spijkeren en vooral tegen spotprijzen hard- en software aan te schaffen.
  • Atari’s ST (1985) - De Atari ST was een belangrijke homecomputer, gebaseerd op de Motorola 68000 microprocessor, met minimaal 512 kilobyte RAM-geheugen en een 3½-inch-diskettestation als opslagmedium. De ST leek op de Commodore Amiga die ook gebaseerd was op de Motorola 68000. De ST was de eerste home-computer met een kleuren grafische gebruikersinterface, op de voet gevolgd door de Commodore Amgiga. Er zijn veel overeenkomsten tussen de Atari ST-lijn en de Commodore Amiga-lijn. Dit heeft alles te maken met de complexe wisselwerking tussen Atari en Commodore in de periode waarin zowel Atari als Commodore op zoek waren naar de opvolgers voor hun respectievelijke home computers.
  • Aldus PageMaker (1985) - PageMaker was het eerste desktoppublishing-programma, geïntroduceerd in 1985 door Aldus Corporation, eerst voor de Apple Macintosh en later ook voor PC's die waren uitgerust met Microsoft Windows. Desktoppublishing is vooral op de Macintosh opgekomen, omdat voor deze computer al vrij snel een hoge kwaliteit zwart-wit laserprinter beschikbaar kwam. De combinatie Apple Macintosh, Aldus Pagemaker en de Apple LaserWriter legde de mogelijkheid voor het publiceren van hoge kwaliteit drukwerk direct bij de eindgebruiker, iets wat voorheen voorbehouden was aan drukkerijen.
  • Motorola’s 68HC11 (1985) - De Motorola 68HC11 is een 8-bit microcontroller die in 1985 op de markt kwam. De 68HC11 is afgeleid van de Motorola 6800 microprocessor en wordt breed toegepast in de automobielindustrie, barcode lezers, mobiele robots en een groot scala van andere microcontroller-toepassingen.
  • Annabel Jankel’s Max Headroom (1985) - Max Headroom was in eerste instantie een televisiefilm en daarna een futuristische televisieserie over een fictieve televisiereporter, Edison Carter, die in een samenleving waarin de overheid de 'uit' schakelaars op televisiesets heeft verbannen, probeert om in live televisieuitzendingen verslag te doen van verschillende duistere praktijken. Edison Carter wordt bijgestaan door computergenie Bryce Lynch en redactiespecialist Theora Jones. De kunstmatige intelligentie met de naam Max Headroom, die van de ene televisieset naar de andere 'hopte' en overal scherpe opmerkingen plaatste, was een belangrijk terugkerend element in de televisiefilm en later de televisieserie.
  • Nintendo Entertainment System (1985) - De Nintendo Entertainment System (NES) is de eerste in een serie van door Nintendo uitgebrachte spelcomputers. Dit 8-bitsysteem met als hart een MOS 6502 werd uitgebracht in Japan, Noord-Amerika, Europa en Australië. De NES is met een antennekabel aan te sluiten op het televisietoestel. De spellen voor de NES waren vooral side scrollers of spellen met een top down-perspectief. De NES was het startplatform voor verschillende bekende reeksen, zoals Mario, The Legend of Zelda en Final Fantasy.
  • Microsoft Windows 1.0 (1985) - Windows is een grafisch besturingssysteem ontwikkeld door Microsoft. Versie 1.0, bedoeld voor IBM PC's en compatible computers met een 80x86 microprocessor, werd op 20 november 1985 op de markt gebracht. Microsoft had daarvoor nauw samengewerkt met Apple om programma's te ontwikkelen voor hun Apple Macintosh en met de ervaring die daarmee door ontwikkelaars van Microsoft werd opgedaan werd de eigen grafische schil rondom MS-DOS ontwikkeld.
  • Amstrad’s PCW8256 (aka Schneider Joyce) (1985) - Ondanks het grote aanbod home computers in die tijd kreeg Amstrad het voor elkaar om een alles-in-een computer voor een bodemprijs in de markt te zetten die door grote hoeveelheden voorheen niet-computer-bezitters werd gekocht. De Amstrad PCW serie computers (in de rest van Europa op de markt gebracht door het Duitse Schneider als de 'Joyce') werd als een computer speciaal voor tekstverwerking verkocht en kwam dan ook standaard met een goede kwaliteit dot-matrix printer. De prijs van een PCW systeem was lager dan een kwart van de prijs van de goedkoopste IBM-compatibele computer in die tijd en dat had tot gevolg dat de Amstrad PCW8256 en Schneider Joyce uiterst populaire waren.
  • Robert Zemeckis’ Back to the Future (1985) - De 17-jarige Marty McFly reist per ongeluk terug naar het jaar 1955, waarin hij zijn eigen geboorte in gevaar brengt door de eerste ontmoeting van zijn ouders in de weg te lopen. McFly wordt geholpen door uitvinder doctor Emmett L. Brown, die een tijdmachine in een DeLorean auto heeft gebouwd.
  • Intel 8052AH-BASIC (1986) - De Intel P8052AH BASIC is een 40-pins 8-bit microcontrollerchip uit de Intel MCS-51 familie van microcontrollers. De Intel MCS-51 (meestal '8051' genoemd) is een Harvard architectuur CISC microcontroller ontwikkeld voor gebruik in apparaten en voertuigen en was vooral populair in de jaren '80 en '90. Verschillende afstammelingen van deze serie zijn ook vandaag de dag nog in gebruik.
  • Borland’s Turbo Pascal 3.02 (1986) - Turbo Pascal is een implementatie van de programmeertaal Pascal van het softwarebedrijf Borland. 'Turbo' slaat op de snelheid van compilatie, snelheid van de uitgevoerde code en op de korte ontwikkelcyclus door de ingebouwde IDE. De goedkope compiler van Borland heeft veel invloed gehad op de Pascalgemeenschap, die zich eind jaren 80 hoofdzakelijk op de IBM-PC begon te concentreren, maar die als besturingssysteem nog MS-DOS hadden. Veel PC-hobbyisten zochten een gestructureerde programmeertaal die BASIC kon vervangen en kwamen vaak bij Turbo Pascal terecht. Turbo Pascal compileerde rechtstreeks naar de machinetaal van de Zilog Z80 of de Intel 8086. Programma's die naar machinetaal zijn gecompileerd, zijn sneller dan programma's die worden geïnterpreteerd.
  • Rodney Brooks’ Subsumption Architecture (1986) - Rodney Brooks, professor aan het Massachusetts Institute of Technology, ontwikkelde in 1986 de subsumption architectuur: een schaalbaar algoritme dat een eenvoudige koppeling tussen sensoren en actuatoren teweeg brengt, maar de ruimte geeft om met een gelaagdheid van koppelingen complex gedrag te beschrijven en te programmeren. Het algoritme maakt het mogelijk dat Roomba's de huiskamer kunnen schoonmaken en auto's zelf kunnen rijden.
  • Elektuur’s Polyphemus modem (1986) - Een zelfbouw, PTT-goedgekeurd, 200 gulden 1200 baud (okee, 75 baud upload, magertjes) modem was in 1986 het summum voor de homecomputerbezitters en Elektuur verraste heel Nederland ermee in het meinummer van dat jaar. Je kon een printplaat en frontplaat bij Elektuur bestellen, de overige onderdelen met enige moeite bij de lokale elektronicahandel bemachtigen en na een weekendje solderen was je online.
  • Paul Fusco’s Alf (1986) - Alf is een Amerikaanse komische televisieserie van Paul Fusco die van 1986 tot 1990 op de Nederlandse televisie was. De serie werd uitgezonden door de TROS, RTL5 en Veronica. De serie draait om Alf, een buitenaards wezen van de planeet Melmak die met zijn ruimteschip van zijn planeet is gevlucht omdat die op het punt van ontploffen stond. Zijn schip stort neer in de garage van de familie Tanner, een middenklasse familie met sociaal werker Willie (Max Wright), zijn vrouw Kate (Anne Schedeen) en hun kinderen Lynn (Andrea Elson) en Brian (Benji Gregory). Omdat Alf niet terug kan naar zijn thuisplaneet wordt hij opgenomen in het gezin Tanner. De kat van de familie, Lucky genaamd, is zijn leven sindsdien niet meer zeker aangezien katten een delicatesse zijn op Melmak.
  • John Hughes’ Ferris Bueller’s Day Off (1986) - Ferris Bueller is een wat vroegwijze jongen die alle truuks kent om van school te spijbelen. Zijn zus Jeannie en schoolhoofd Ed Rooney lijken de enigen te zijn die Ferris doorhebben en beiden proberen dan ook de hele film om Ferris te betrappen. Ferris lijkt de rest van de wereld echter voor te gek te kunnen houden en door zich op een zeker ochtend ziek te veinzen zet hij de gebeurtenissen in gang die zich in de rest van de film afspelen.
  • Jos Brink’s Wedden.. dat? (1986) - De Nederlandse televisieomroep AVRO kocht het Duitse programmaformat Wedden.. dat? in 1984 en bracht de eerste aflevering in 1986 met Jos Brink op de buis. In het spelprogramma wisselden interviews met bekende Nederlanders weddenschappen af, waarbij iemand een bijzonder vaardigheid of speciale kennis moest demonstreren. Als tegenprestatie moest iemand die een weddenschap verloor dan een ludieke tegenprestatie uitvoeren.
  • Commodore’s Amiga (1987) - De Amiga 500, ook bekend als de A500, was de eerste goedkope Commodore Amiga 16/32 bit multimedia thuiscomputer. De A500 werd aangekondigd in januari 1987 op hetzelfde moment als de professionele Amiga 2000 en werd als een directe concurrent van de Atari 520ST in de markt gezet.
  • Magnetic Scroll’s Guild of Thieves (1987) - The Guild of Thieves is een computerspel uit 1987 dat door het Britse bedrijf Magnetic Scrolls werd ontwikkeld. Het spel behoort tot de categorie 'textadventure' en is de opvolger van het spel The Pawn.
  • Achilles Probe Sequence – Amiga (1987) - In 1987 vierde de hobbycomputerscène hoogtij en een belangrijke manier om te laten zien hoe goed je je computer kon programmeren was het maken van een demo: een demonstratie van de multimediale mogelijkheden van je computer. Demo's werden verspreid op zogenaamde demo disks, die soms ook met computertijdschriften werden meegeleverd. De Achilles Probe Sequence voor de Amiga was hier een voorbeeld van.
  • John Brown’s The One Game (1988) - The One Game is een vier-delige Britse televisieserie uit 1988. Het werd gefilmd in Birmingham. In de serie is Nickolas Thorne een zakenman die succesvol is geworden met de verkoop van computergames. Op een dag wordt hij in een 'reality game' geluisd, georganiseerd door zijn oude zakenpartner Magnus. Nick had Magnus eerder uit het bedrijf gewerkt door hem in een instelling te laten opsluiten. Het spel van Magnus, 'The One Game', betrekt niet alleen Nick, maar ook iedereen die hij kent.
  • Sony’s ICF-SW1 wereldontvanger (1988) - Wereldradio's, of multibandontvangers, zijn er altijd te kust en te keur geweest. De Sony ICF-SW1 is niet alleen bijzonder in deze categorie vanwege zijn compact formaat en eenvoudig uiterlijk, maar ook vanwege de het feit dat er met het apparaat alle in gebruik zijnde FM frequenties van 76 - 108 MHz en alle AM frequenties van 150 - 29.999 kHz zonder enige onderbreking ontvangen kunnen worden. En dan hebben we het hardplastic koffertje met wereldvoeding, oortelefoons en buitenantenne-met-antenne-verleng-kabel nog niet genoemd.
  • Orson Scott Card’s Ender wint (1989) - Het verhaal van Ender speelt zich af in een toekomst waarin men maar twee kinderen mag krijgen. Alleen als er kans is op een buitengewoon kind wordt er toestemming voor een derde kind gegeven. Andrew "Ender" Wiggin is zo'n kind, dat ook wel een "drietje" wordt genoemd. Als klein kind wordt hij weggehaald bij zijn familie en op een keiharde oorlogsschool in een ruimtestation geplaatst. De regering hoopt dat Ender - als hij groot is - eindelijk de langdurige oorlog met de buitenaardse insectoïde "kruiperds" kan beëindigen.
  • Atari Lynx (1989) - De Atari Lynx is de eerste draagbare kleurenspelcomputer, die in 1989 door Atari op de markt werd gebracht. De Lynx bood vele mogelijkheden, waaronder een multispeleroptie, waarbij met een Comlynxkabel meerdere Lynxen met elkaar verbonden werden.
  • ProArm RS2200 / Sciento CS-113 (1989) - De CS-113 was een stevig uitgevoerde robotarm die voor onderwijsdoeleinden kon worden gebruikt. De arm was uitgerust met verschillende technieken, waaronder kettingen, snaren, tandwielen, stappenmotoren, schakelaars en interfaces.
  • Atari’s Portfolio (1989) - Een 40x8 tekens 240x64 pixel zwart-wit beeldscherm zonder achtergrondverlichting maar met DIP DOS 2.11, grotendeels compatibel met de zojuist uitgebrachte IBM PC. DIP DOS? Jazeker, DIP, voor DIP Research uit Surrey, Engeland. De rol van Atari was rebranding en marketing en de Atari Portfolio haalde het tot in de filmindustrie, als hackertool in Terminator 2: Judgment Day. Een paar honderd uur op drie AA batterijen en met het grootste gemak Turbo Pascal 3 in je tas meenemen. Er was een hoop goeds te zeggen over de Atari Portfolio.
  • Newcrest Technology’s Sphinx Commander CXG 3018 (1989) - De CXG 3018 is een schaakbord met ingebouwde schaakcomputer. Hoewel de productie ervan in Hong Kong plaatsvond en Newcrest Technology vanuit Australië werd geleid, bevat de CXF-3018 Sphinx Commander software geschreven door de Nederlander Frans Morsch. Het bord is ongeveer 30x30 groot en is een paar centimeter dik. Ieder speelveld is voorzien van een led en een uitschuifbare lade bevat een bedieningspaneel en een eenvoudig display. De leds geven weer welk stuk naar welke positie moet worden verplaatst en ingebouwde magneetschakelaars detecteren de verplaatsing van de schaakstukken. Het resultaat is een fantastische spelbeleving waarbij Morsch' 6502-gebaseerde software op verschillende niveau's het spel speelt.
  • Hewlett Packard’s HP-20S (1989) - De HP 20 S (de schrijfwijze van het model verschilt tussen op het apparaat zelf en in de handleiding) is een programmeerbare wetenschappelijke rekenmachine die Hewlett Packard vanaf 1989 produceerde. Het apparaat is in vergelijking met hedendaagse rekenmachines in niets opvallend: een zwarte plak plastic met een kristallenscherm en een hoop toetsjes met gekleurde tekstjes. Maar dat is dan ook gelijk één van de opvallendste kenmerken: dat een apparaat van al meer dan 22 jaar oud zo onopvallend is. Onder de motorkap was het echter wel degelijk een bijzondere vinding die ook vandaag de dag nog fijn werkt.
  • Creative Technology’s Sound Blaster (1989) - Toen de IBM PC in 1981 op de markt kwam had deze hele beperkte geluidsmogelijkheden. Een ingebouwde luidspreker produceerde een luide 'piep' bij het opstarten. De enkele 'piep' was niet opgewassen tegen de geluidsmogelijkheden van de meer geavanceerde home computers zoals de Commodore Amiga of de spelcomputers die in die tijd populair waren. Verschillende fabrikanten sprongen in dit vacuum met interne en externe geluidsoplossingen die op verschillende technieken waren gebaseerd. Geen van de oplossingen had een groot marktaandeel of grootschalige softwareondersteuning. Deze situatie veranderde echter voor het grote publiek definitief met de Sound Blaster uitbreidingskaart voor de IBM PC.
  • Paul Verhoeven’s Total Recall (1990) - Total Recall is een Amerikaanse science fiction film uit 1990 geregisseerd door Nederlander Paul Verhoeven. De film speelt zich voor een groot deel af op Mars, in de nabije toekomst. Paul Verhoeven heeft zich in bochten gewrongen om de film overtuigend futuristisch te laten overkomen, met overweldigende landschappen, steden en tijdrealistische uitvindingen en  verhaallijnen op meerdere lagen te volgen en dat is hem uitstekend gelukt. Memorabel is het moment waarop hoofdpersoon Douglas Quaid (Arnold Schwarzenegger) gebruik wil maken van een Johnnycab, een autonome zelfstandig navigerende AI-gedreven taxi met een mechanische taxichauffeur die het contact met de passagier onderhoudt.
  • Joshua Brand en John Falsey’s Northern Exposure (1990) - Northern Exposure is een Amerikaanse televisieserie van Joshua Brand en John Falsey. De serie werd vanaf 12 juli 1990 uitgezonden met in totaal zes seizoenen. In de serie gaat New Yorker Joel Fleischman na zijn studie geneeskunde aan de slag in het plaatsje Cicely in Alaska om zo zijn studielening af te betalen, die door de bewoners op slinkse wijze aan hem is verstrekt om zo in het buitengebied de beschikking over een eigen huisarts te krijgen. Cicely blijkt een plaats waar de bewoners op geheel eigen wijze in hun bestaan voorzien. Fleischman komt daardoor vaak in bijzondere situaties terecht.
  • Ron Underwood’s Tremors (1990) - Tremors is een science fictionfilm uit 1990, waarin het kleine geïsoleerde dorpje Perfection, Nevada, en haar inwoners belaagd worden door grote wormachtige monsters. Hoofdpersonen Val en Earl proberen het stoffige Perfection te ontvluchten maar stuiten op een reeks mysterieuze sterfgevallen en geholpen door de bevallige seismologiste Rhonda ontrafelen ze de gruwelijke oorzaak hiervan. Samen met het excentrieke echtpaar Gummer gaat de groep op pad om de gigantische monsters te verdelgen.
  • John Hughes’ Home Alone (1990) - De kerstfilm Home Alone is een vast terugkerend fenomeen in menig huishouden en velen moeten hem nu toch tenminste 30 keer hebben gezien. Toch blijft de film kijkers trekken, niet in het minst om de vele, eenvoudig te volgen verhaallijnen en typische kerstsetting. Home Alone straalt zonder enige moeite een ongedwongen kerstsfeer de huiskamer in, met ingrediënten die ook na 30 keer nauwelijks vervelen. Centraal in de film staan het huis, het gezin, de familie, de buren, de buurt en twee onhandige dieven. En natuurlijk Kevin, het jongste kind in het gezin McCallister, die door een ongelukkige samenloop van omstandigheden achterblijft terwijl de hele familie een vliegreis naar Parijs onderneemt. Tijdens de afwezigheid van de familie proberen twee dieven de kostbaarheden in het huis te stelen, waarbij aan Kevin de schone taak is toegevallen om dit te voorkomen. Hij slaagt in zijn opzet door behendigheid, geluk en hulp van een in eerste instantie nukkig aandoende buurman.
  • Tim Berners-Lee’s World Wide Web (1991) - Midden jaren tachtig kwam Tim Berners-Lee in dienst van het CERN, het Europese laboratorium voor deeltjesfysica. Als softwareontwikkelaar schreef hij daar het databasesysteem ENQUIRE, waarin hij hypertekst introduceerde: activeerbare hyperlinks om informatie te delen en te updaten tussen de gebruikers. Vanaf maart 1989 werkte hij dit concept verder uit tot het World Wide Web: het combineren van hypertekst met het internet, een gedecentraliseerd netwerk dat in de jaren zestig door het Amerikaanse leger was ontwikkeld. Tevens schreef hij de eerste webbrowser en startte de eerste webserver op een NeXTcube. Op 6 augustus 1991 lanceerde hij de allereerste website.
  • Apple’s PowerBook 100 (1991) - De Apple PowerBook 100 was een door Sony samen met de design afdeling van Apple ontwikkelde en geprtoduceerde laptop die in 1991 op de markt werd gebracht. Het voor die tijd compacte model, fraaie formgeving, ingebouwde trackball en lange accuduur maakte het model vanaf de start mateloos populair. De PowerBook 100 had geen ingebouwd diskettestation maar had de mogelijkheid voor een optioneel bij de kopen extern diskettestation. Als de computer uitstond, werd de inhoud van het RAM geheugen op een slimme manier bewaard. Op die manier was het aan- en uitschakelen snel en raakten gegevens niet kwijt.
  • Jim Henson’s Dinosaurs (1991) - Dinosaurs, een life-action poppenserie, was een wekelijkse komische televisieserie die zich afspeelde in het jaar 60.000.003 voor Christus in Pangaea. De serie concentreert zich rond de familie Sinclair die bestaat uit vader Earl Sinclair, moeder Fran Sinclair-Philips en hun drie kinderen Robbie, Charlene en Baby Sinclair. Vader Sinclair werkt als boom-om-duwer voor de Wesayso Corporation, samen met zijn vriend en collega Roy Hess.
  • Tim Allen’s Home Improvement (1991) - Een fantastische televisieserie die begon in 1991 in een periode waarin de komische familieseries toch al niet aan te slepen waren was Home Improvement, waarin de opnames van televisieserie Tool Time worden afgewisseld met scenes uit het leven van Tim 'the toolman' Talor, zijn vrouw Jill, de drie zoons Bradly, Randy en Mark en hun fascinerende buurman Wilson.
  • Hewlett Packard’s HP 95LX (1991) - Twee jaar nadat Atari de markt klaar had gemaakt voor Microsoft DOS-compatible palmtop computers bracht Hewlett Packard de HP 95LX uit. De HP 95LX had MS-DOS versie 3.22 aan boord, in plaats van Atari’s DIP DOS dat grotendeels compatible was met MS-DOS 2.20. Ook maakte de HP 95LX gebruik van het gestandaardiseerde PCMCIA, in plaats van de minder gangbare Bee Card. Het beeldscherm was een monochroom 40 tekens-bij-16-regels LCD zonder achtergrondverlichting. Standaard werd De Lotus 1-2-3 spreadsheet meegeleverd, wat de HP 95LX een must-have digitale assistent maakte voor iedereen die bedrijfsmatig met getallen en bedragen werkte.
  • Parallax Inc’s BASIC Stamp (1992) - De BASIC stamp is een kleine single board computer, ontwikkeld door Parallax, die gebruikt wordt door hobbyisten en studenten om bekend te raken met de basisprincipes van microcontrollers, zoals het aansturen van een servomotoren, leds, etc. Hij staat bekend om zijn kleine formaat en is populair omdat hij eenvoudig te programmeren is in een variant van de BASIC programmeertaal.
  • Sierra’s Johnny Castaway screensaver (1992) - Johnny Castaway was een schermbeveiligingsprogramma dat werd gebruikt om de informatie op een computerscherm af te schermen als de eigenaar er even geen gebruik van maakte. Andere schermbeveiligingsprogramma's deden het scherm vaak uit, of lieten een tekst zien waarop te lezen viel dat de eigenaar van de computer even ergens anders was. Johnny Castaway veranderde dat en liet een zich langzaam ontvouwend schouwspel zien waarin een drenkeling is aangespoeld op een klein onbewoond eiland en hier vanaf wil ontsnappen.
  • Adventure Soft’s Simon the Scorcerer (1993) - Simon the Sorcerer is een avonturenspel ontworpen en uitgebracht door Adventure Soft in 1993. Het spel is uitgekomen voor de Amiga, Amiga CD32, MS-DOS en RISC OS. De speler bestuurt het personage Simon, een tiener, wiens hond Chippy een kist vindt op de zolder van hun huis.
  • Cyan Worlds’ Myst (1993) - Myst is een avonturenspel wat uitkwam in 1993 en is het eerste deel in de gelijknamige reeks computerspellen. Myst werd ontwikkeld door Cyan Worlds en voor de ontwikkeling van het spel zijn 3D-computermodellen gebruikt. De speler is beland op een mysterieus verlaten eiland en vindt daar aanwijzingen over het familiedrama dat zich daar heeft afgespeeld.
  • Apple Macintosh Color Classic (1993) - De Macintosh Color Classic was een thuiscomputer ontwikkeld, gemaakt en verkocht door Apple van februari 1993 tot mei 1995. Het is een alles-in-één ontwerp, met een geïntegreerde 10" (25,4 cm) Sony Trinitron 256-kleuren display met een resolutie van 512x384 pixels.
  • Jones’ & Flynn’s Mobile Robots (1993) - Het boek Mobile Robots van Joseph Jones en Anita Flynn uit 1993 heeft een enorm effect gehad op de ontwikkeling van kleine programmeerbare robots. Jones en Flynn namen met hun boek de tijd om de lezer mee te nemen in de wereld van de mechanica, elektrotechniek, elektronica, chemie, sensoriek, gedragswetenschap en informatica op zo’n manier, dat iedere hobbyist na het lezen van het boek in staat was om zelf een eenvoudige, zelfstandig opererende robot te maken.
  • Steven Spielberg’s Pinky and the Brain (1993) - Pinky en Brain zijn twee genetisch gemanipuleerde laboratoriummuizen die overdag leven in een muizenkooi en ‘s avonds plannen ontwikkelen om de wereld te veroveren. De twee muizen zijn in alles elkaars tegenpolen: Pinky is goedgehumeurd maar wat snel afgeleid, terwijl Brain zijn gedachten goed op orde heeft maar in alles een duistere indruk weet te maken. Steven Spielberg produceerde alle 66 afleveringen van de tekenfilmserie, die oorspronkelijk startte als onderdeel van het Animaniacs programma.
  • id’s Doom (1993) - In 1993 was een gemiddelde IBM PC compatible Microsoft DOS thuiscomputer voorzien van een Intel 80386 processor met een VGA videokaart met een resolutie van zo'n 640 x 480 pixels. Geluid kwam via een PC luidspreker in beep geluiden, of vanuit een Sound Blaster of Gravis geluidskaart via stereo luidsprekers. Het geheel was in een mini tower behuizing verpakt, meestal een beige metalen doos met een kunststof voorzijde en een vaak luid loeiende ventilator. 'Achter de PC zitten' werd een geaccepteerde hobby en iedere nieuwe ontwikkeling op computergebied werd omarmd door een steeds grotere schare computergebruikers. Het was in die tijd dat John Carmack en John Romero onder de naam id Software met een klein team programmeurs naam maakten met Commander Keen, Wolfenstein 3D, en hun meesterwerk, Doom.
  • Sony’s PlayStation (1994) - De originele PlayStation, uitgebracht op 3 december 1994, was de eerste spelcomputer van de PlayStation-serie. Met verschillende opvolgers en upgrade spelcomputers, zoals de PSone (een kleinere versie van het origineel) en de PocketStation (een handheld die PlayStation-spellen verbetert en ook fungeert als een memory card). Het was onderdeel van de vijfde generatie spelcomputers, in december 2003 waren van de PlayStation en PSone in totaal van 102 miljoen stuks verscheept, waarmee het uiteindelijk de eerste spelcomputer was die de grens van 100 miljoen verkopen passeerde.
  • Iomega Zip drive (1994) - De Zip die door Iomega in 1994 werd geïntroduceerd was een verwisselbare schijf die wel iets weg had van de 3,5 inch diskette van 1,44 MB die in die tijd veel voor het uitwisselen van programma's en data werd gebruikt. De Zip kon echter 100 MB aan gegevens opslaan, later zelfs 250 en 750 MB. Het vormde een uitkomst voor het uitwisselen van grote hoeveelheden data. Het ontwerp had een grote fout, die ervoor zorgde dat veel eigenaren van een Zip drive vroeg of later geconfronteerd werden met een onleesbare schijf en een klikkende Zip drive, hetgeen the Click of Death werd genoemd.
  • J. Michael Straczynski’s Babylon 5 (1994) - Babylon 5 is een sciencefictiontelevisieserie uit de jaren '90 die is geproduceerd en geschreven door J. Michael Straczynski. De serie telt vijf seizoenen met elk een eigen verhaallijn. Alle vijf seizoenen hebben ook een overkoepelende verhaallijn. Ook de personages hebben achtergronden die uitgediept worden. Door de verschillende verhaallijnen ontstond de indruk van een diepgaand verhaal waarin ieder seizoen langzaam sluiers werden opgelicht.
  • Steven Levy’s Insanely Great (1995) - In de vroege jaren '80 kwamen geruchten op gang over een uitnodigende kleine persoonlijke computer dat iets als 'een muis' had en naar je lachte als je hem aanzette. Journalist Steven Levy maakte de ontwikkeling van de Macintosh van dichtbij mee en verhaalt zijn ervaringen over de machine waarvan de makers van Apple hoopten dat het "een deuk in het universum zou maken." Een fantastisch verhaal en ook na 35 jaar is dit boek de moeite van het lezen meer dan waard.
  • Terry Gilliam’s Twelve Monkeys (1995) - In een fictief 1996 wordt er door een onbekende een dodelijk virus verspreid, waardoor 99% van de wereldbevolking omkomt. In 2035 leven de overgeblevenen ondergronds en sturen de veroordeelde sociopaat James Cole (Bruce Willis) terug in de tijd om de oorzaak van de pandemie te achterhalen. Cole ontdekt dat het mysterieuze Army of the Twelve Monkeys betrokken was bij de verspreiding.
  • Soundwise’s Ademnood met Linda, Roos en Jessica (1995) - Productieduo Fluitsma en Van Tijn, drijvende krachten achter het Amsterdamse Soundwise, maakten ter ere van de 1000e aflevering van de Nederlandse soap-serie Goede Tijden, Slechte Tijden voor de personages Linda Dekker (Babette van Veen), Roos de Jager (Guusje Nederhorst) en Jessica Harmsen (Katja Schuurman) het muziekstuk Ademnood, dat met Trijntje Oosterhuis als achtergrondzangeres al snel door de media werd opgepikt en in rap tempo de hitlijsten omhoog klom.
  • Apple’s iMac (1995) - Laptops waren in de jaren '90 van de vorige eeuw nog geen gemeengoed en een gemiddelde thuiscomputer kwam in de vorm van een metalen doos in een creme of lichtgrijze kleur, met steevast een fantasieloos plastic frontje ervoor. De achterkant van die computer zat bezaaid met aansluitingen en een computertafel had voorzieningen om alle (tientallen) kabels weg te werken. Tot de komst van Apple's iMac in 1995: kleurrijk, alles-in-een, geen verschillende poorten meer maar iets nieuws: USB. Ingebouwde luidsprekers en CD-speler. Prachtig om te zien, gemakkelijk om te gebruiken en nog niet eens zo duur ook. Het werd een instant hit, en in de jaren erop kwamen alle huishoudproducten (ook) in bondi blue. Want hip en cool.
  • Core Design’s Tomb Raider (1996) - Tomb Raider (of Lara Croft: Tomb Raider) is een actie-avontuur computerspel ontwikkeld door Core Design en gepubliceerd door Eidos Interactive in 1996 voor de Sega Saturn, Sony PlayStation en MS-DOS. Tomb Raider volgt de avonturen van Lara Croft, een fictieve Engelse archeologe die op zoek is naar historische schatten.
  • Aki Maita’s Tamagotchi (1996) - Met Tamagotchi kwamen ook de woorden 'virtueel huisdier' in het Nederlands taalgebruik. De Tamagotchi maakt gebruik van een op een 6502 gebaseerde microcontroller in een compacte behuizing met een zwart-wit matrixschermpje en een piezo-element als luidspreker. Het geheel werd langdurig met een paar knoopcellen gevoed. De software emuleerde de levenscyclus van een huisdier, van geboorte tot overlijden, waarin de gebruiker een belangrijke rol speelde bij de virtuele verzorging.
  • Chris Carter’s Millennium (1996) - In de televisieserie MillenniuM is Frank Black een consultant met de gave om in de gedachtenwereld van misdadigers te kijken. Zelf noemt hij deze gave geen bovennatuurlijke kracht, maar de Millennium Group waarvoor hij werkzaam is maakt er dankbaar gebruik van om onderzoek te doen naar potentieel wereld-eindigende rampen en complotten. Maker Chris Carter zou na drie seizoenen MillenniuM een nieuwe televisieserie het licht laten zien: The X-Files met een soortgelijke opzet en verhaallijn.
  • Luc Besson’s The Fifth Element (1997) - The Fifth Element, in Franstalige landen uitgebracht als Le Cinquième Élément, is een Franse sciencefictionfilm uit 1997 onder regie van Luc Besson met in de hoofdrollen Bruce Willis, Milla Jovovich, Gary Oldman, Chris Tucker en Ian Holm.
  • Psion’s 5 mx (1997) - Toen Psion in 1997 met de Psion 5 mx op de markt kwam, was die het resultaat van jarenlange iteratieve productontwikkeling en dat zag je. Het apparaat was aan alle kanten 'af': hardware, software, documentatie, verpakking: voor de technische georiënteerde zakenmens (lees: gadgetfreak) was de 5 mx hét hebbeding van het jaar. Het snelle en modern aandoende Symbian besturingssysteem, de ondersteuning van PCMCIA kaarten, connectiviteit, het uitklappende toetsenbord: niets leek een wereldverovering van Psion nog in de weg te staan.
  • J.K. Rowling’s Harry Potter and the Philosopher’s Stone (1997) - Een boek met een persoonsnaam in de titel viel in 1997 wat uit de toon als fantasyverhaal voor volwassenen. Bij kinderboeken leek dat meer te passen. 'Harry Potter en de Steen der Wijzen', zoals de Nederlandse vertaling zou gaan heten, was dan ook in eerste instantie niet goed te plaatsen: de detaillering van het verhaal, de duistere onderwerpen, de vele personages en uitgewerkt wereldbeeld maakten het een volwassen verhaal, maar de literaire knipogen, grappige woordspelingen en hoofdpersonen in hun tienerjaren leverden een typische formule herkenbaar voor kinderboeken. Zowel volwassenen als kinderen genoten van het Harry Potter boek. In de jaren die er op volgden schreef J.K Rowling nog 6 extra verhalen, waarin Harry Potter steeds een jaar ouder zou worden en de besproken onderwerpen steeds verder verwijderd raakten van wat nog bij een goed kinderboek zou horen, zonder dat hiermee de schare jongere fans werd kwijtgeraakt. De Harry Potter boeken bleken aan te slaan bij jong en oud.
  • Rocket eBook (1998) - De Rocket eBook ('Rocketbook') was een eerste generatie handzame eBook-lezer die werd geproduceerd door NuvoMedia. Het maakte gebruik van een drukgevoelig vloeibaar-kristallenscherm en en kon tot 10 eBooks gelijktijdig opslaan. Het bijzondere van de Rocket eBook was de vormgeving: het apparaat lag in de hand als een omgeslagen pocketboek.
  • Smart City Coupe (1998) - De eerste Smart City Coupe werd in oktober 1998 op de markt gebracht. De City Coupe was 2,5 meter lang en had een bijzonder ei-vormig chassis dat voor een ongekend sterke veiligheidskooi zorgde. De achterin gemonteerde drie-cylinder benzinemotor was beschikbaar met, afhankelijk van de versie, 45 (Pure) tot 54 pk (Pulse). De Smart had geen stuurbekrachtiging, maar door de dunnere voorbanden en het gewicht van de motor achterin leverde dat in de praktijk geen problemen op.
  • Jukka Setälä’s Fatboy (1998) - Het Nederlandse merk Fatboy verkoopt comfortproducten over de hele wereld maar staat nog steeds vooral bekend om de iconische Fatboy zitzak. Hoewel de zitzak door het Nederlandse Fatboy wordt verkocht is het geen oorspronkelijke Nederlandse vinding: de Finse Jukka Setälä ontwierp de met piepschuim balletjes gevulde zitzak in 1998 en verkocht het alleenrecht aan de Nederlander Alex Bergman, die er in 2003 een bedrijf omheen oprichtte en de zitzak uitbouwde tot een breed assortiment van lifestyle producten.
  • Elektuur Lego Buggy (1999) - Met behulp van de Parallax BASIC Stamp, wat losse elektronica, enkele Lego-blokjes en -motoren is op eenvoudige wijze een compacte en programmeerbare mini-robot te maken. De Elektuur Lego Buggy is daar een mooi voorbeeld van: alles heel klein, maar toch flexibel en veelzijdig.
  • Research In Motion’s BlackBerry (1999) - Research In Motion produceerde al eenrichting-oproepsystemen ('pagers') die gebruik maakten van GSM sinds 1984 maar raakte pas bij het grote publiek bekend toen ze in 1999 de Blackberry 850 op de markt zetten. De 850 was een bidirectionele pager met email functionaliteit die gebruik maakte van het 2G GSM netwerk. RIM produceerde het apparaat, het besturingssysteem, de applicaties en de aanvullende diensten en bracht met regelmaat nieuwe apparaten met meer mogelijkheden uit. In de volgende jaren zou RIM met dit totaalconcept de concurrentie van US Robotics, Palm, Handspring en Treo op een ruime afstand weten te houden.
  • Microsoft’s Xbox (2001) - De Xbox is een spelcomputer van Microsoft. Hij werd op 15 november 2001 uitgebracht in Noord-Amerika en begin 2002 in Europa. De Xbox is een veelzijdig apparaat. Naast het spelen van computerspellen kan met het apparaat dvd's worden bekeken en op de ingebouwde harde schijf muziek worden opgeslagen. Feitelijk is de Xbox een PC, maar omdat de software volledig aangepast is, is hier weinig van te merken. De machine functioneert net als iedere andere spelcomputer. De specificaties zijn een aangepaste Pentium III, 64 MB geheugen, een grafische chip gebaseerd op de NVIDIA NV25, een harde schijf van 8 GB.
  • Apple’s iPod (2001) - Een iPod is een draagbare muziek- en mediaspeler van technologiebedrijf Apple die in oktober 2001 op de markt kwam. De iPod is succesvol geworden over de hele wereld door zijn eenvoudige ontwerp en bediening. Van de iPod zijn in de loop der jaren verschillende varianten uitgebracht, die 'generaties' worden genoemd. De 'klassieke' iPod is ongeveer zo groot als een pakje sigaretten en de eerste generatie was ongeveer even dik, de latere generaties zijn ongeveer zo dik als een potlood. Vanaf 2007 is de iPod op de achtergrond geraakt omdat de toen geintroduceerde iPhone veel van de functies van de iPod overnam.
  • Yamaha’s AN200 desktop physical modeling analog synthesizer and sequencer (2001) - Wie in de jaren '80 van de vorige eeuw naar Fame heeft gekeken en muziekgenie Bruno eigenhandig met z'n elektronika een heel orkest heeft zien nabootsen vraagt zich af waar je dat mee kunt doen. Yamaha had daar het antwoord op, in de vorm van de AN1x synthesizer, een toetsenbord met ingebouwde synthesizer muziekstudio. Dit laatste deel heeft Yamaha losgetrokken en in een aparte behuizing op de markt gebracht. De AN200, ter grootte van een A4'tje, heeft oneindig veel geluidsmogelijkheden.
  • Ken Schwaber’s Agile Software Development with Scrum (2001) - In de toekomst wijzen geschiedkundigen waarschijnlijk op periodes van softwareontwikkeling 'voor Scrum' en 'na Scrum'. En hoewel Scrum niet primair is bedoeld voor het ontwikkelen van software, is het op dit moment ontegenzeggelijk de meest populaire manier voor het snel en gecontroleerd uitbrengen van softwareproducten.
  • Chris Taylor’s Dungeon Siege (2002) - Dungeon Siege is een fantastisch avontuur door een uitgebreid scala aan realistische landschappen, gebouwen en grotten. Je komt veel monsters en andere wezens tegen die gaanderweg sterker worden, maar dat word jij ook. Je kunt je specialiseren in handwapens, magie of beide en hebt alle mogelijkheden om die vaardigheden in de praktijk te brengen. De hele queeste door het spel, met alle wandelingen en gevechten, neemt ongeveer 20 tot 30 uur in beslag.
  • Joss Whedon’s Firefly (2002) - Firefly is een Amerikaanse sciencefiction/space western televisieserie uit 2002 die de belevenissen volgt van de bemanning van de Serenity, een firefly-klasse ruimteschip. Ze proberen een bestaan op te bouwen als pioniers aan de rand van het sterrenstelsel.
  • Steven Spielberg’s Catch Me if You Can (2002) - Frank Abagnale jr. is een 15-jarige oplichter die gespecialiseerd is in het frauderen van cheques en voor zijn 19e verjaardag al ettelijke miljoenen dollars op deze manier heeft opgestreken. Om zijn oplichterspraktijk wereldwijd uit te kunnen voeren doet hij zich voor als PanAm co-piloot om op deze manier gratis vluchten te kunnen nemen. De film is geregisseerd door Steven Spielberg en de hoofdrollen worden gespeeld door Leonardo DiCaprio en Tom Hanks.
  • Sony’s PlayStation Portable (2003) - De PlayStation Portable (kortweg PSP) is een draagbare spelcomputer van Sony Computer Entertainment. Het is Sony's derde introductie in de PlayStation-lijn van spelcomputers. De draagbare spelcomputer, die tevens mogelijkheden biedt om video- en audio-bestanden af te spelen en foto's te bekijken, werd voor het eerst in thuisland Japan geïntroduceerd op 12 december 2004. De PSP maakt gebruik van kleine optische schijven voor de distributie van spellen.
  • iRobot’s Roomba Discovery (2003) - De Roomba Discovery is de tweede generatie stofzuigerrobots van iRobot, een bedrijf in 1990 opgericht door onder andere Rodney Brooks die in 1986 de Subsumption Architecture voor mobiele robots had bedacht. De eerste generatie Roomba's kwam in 2002 uit, toen nog alleen in Amerika. De eerste generatie had nog wat praktische problemen, die in de tweede generatie waren opgelost.
  • Nokia’s 6600 (2003) - De Nokia 6600 was in 2003 het meest geavanceerde telefoontoestel dat Nokia ooit op de markt had gebracht, met Psion's Symbian besturingssysteem, een menustructuur op een kleurenscherm met achtergrondverlichting, een ingebouwde camera en bluetooth. Je had een staaltje techniek in je handen waarvan je kon aflezen waar de telefoondominatie van het Finse Nokia heen zou gaan, als Apple zich er in 2007 niet met de iPhone tegenaan zou bemoeien. Met een verkoopprijs van €600,- voelde het apparaat nog niet eens verschrikkelijk overprijsd voor al die mooie features, waaronder een mogelijkheid tot het afspelen van muziek vanaf een SD geheugenkaartje. Er zouden 150 miljoen exemplaren van verkocht worden.
  • Commodore C64 DTV (2004) - De Commodore 64 DTV is een door Jeri Ellsworth in opdracht van Tulip ontwikkelde moderne versie van de Commodore 64. Het apparaat is een Commodore 64 in de vorm van een joystick welke met twee tulpstekkers op de televisie aangesloten kan worden. Het apparaat werkt op batterijen en kwam in 2004 voor het eerst op de Canadese markt.
  • Massimo Banzi’s Arduino (2004) - Het Arduino platform werd in 2004 gelanceerd en was direct erg succesvol. Het platform bestaat uit een kleine single board computer ter grootte van een bankpas met hierop een ATmega8 microcontroller, USB-connector, voedingsconnector en connectorstrips om sensoren en actuatoren uit te lezen en aan te sturen. Programma's, sketches genoemd, worden geschreven in een bijbehorende programmeeromgeving. De printplaat gebruikt een gestandaardiseerde maatvoering waardoor het relatief eenvoudig is om uitbreidingen op de printplaat uit te brengen, shields genoemd. Een USB-kabeltje tussen printplaat en computer volstaat voor de voeding en voor het programmeren en de programmeeromgeving voorziet in voorbeeldprogramma's voor diverse hardwareprojecten.
  • Sony’s BDP-SX1 draagbare Blu-ray speler (2004) - Hoewel de introductie van Blu-ray in 2003 velen lieten fronsen - waarom nog schijfjes als het ook digitaal kan - liep het uiteindelijk toch even storm met de verkoop van Blu-ray schijfjes en apparatuur. Maar niet iedere fabrikant haalde hetzelfde uit de kast als ze daarvoor met DVD hadden gedaan en vooral de draagbare apparaten moesten het daardoor ontgelden. Op één uitzondering na: de Sony BDP-SX1 (ook bekend als de BDP-SX910) draagbare Blu-ray speler. En de SX1 is een prima Sony product dat doet denken aan de hoogtijdagen van Sony productinnovatie.
  • RepRap project (2005) - Hoewel het 3D printen in laagjes gesmolten plastic toen al een kleine 20 jaar bestond, kwam het fenomeen pas echt in de handen van hobbyisten met de introductie van het RepRap project in 2005. RepRap is een opensourceproject met als doel een goede en goedkope rapid prototyping-machine te maken. Deze 3D-printer moest in staat zijn om zo veel mogelijk onderdelen van zichzelf te kunnen nabouwen. De plastic onderdelen waar de printer grotendeels uit bestaat, worden dan ook door de RepRapprinters gemaakt.
  • Apple’s transitie van PowerPC naar Intel (2005) - De Apple Macintosh in 2005 had een PowerPC microprocessor waarop het Mac OS X 10.4 Tiger draaide. Tijdens de Worldwide Developers Conference in 2005 kondigde Steve Jobs aan dat er een transitie zou gaan plaatsvinden van de Freescale PowerPC processoren naar Intel Pentium microprocessoren. De belangrijkste redenen hiervoor waren snelheid en energieverbruik: de Pentium processoren waren aanzienlijk krachtiger dan de PowerPC processoren bij een lager stroomverbruik. En hoewel bij de aankondiging nog 2 jaar werd genoemd, ging de feitelijke transitie veel sneller en waren in 2007 de meeste Macs met een Intel processor verkrijgbaar.
  • Apple’s iPhone (2007) - Apple's iPhone uit 2007 wordt alom gezien als de eerste echte smartphone. Hoewel er voor 2007 voldoende telefoons waren met een aanraakgevoelig beeldscherm en organisers die eenvoudig in een broekzak pasten, was de Apple iPhone het eerste apparaat met een volwaardig besturingssysteem (OS X met een Unix kern), een betrouwbaar (capacitief) aanraakscherm, en een speciaal voor vingerbediening ontwikkelde gebruikersinterface. De meegeleverde toepassingen waren dusdanig uitontwikkeld dat ze de gebruiker een gevoel van 'zo moet het zijn' gaven en vanaf dat moment wilde iedereen 'een iPhone'.
  • DJI’s Phantom drone (2007) - We danken de concepten multicopter, quadcopter en in mindere mate drone aan de komst van de 3-assige accelerometer en borstelloze gelijkstroommotoren, in combinatie met snelle microcontrollers die de informatie van de accelerometer konden vertalen in de aansturing van de motoren. En ergens vanaf 2005 was deze combinatie van computerkracht, sensoren en actuatoren krachtig genoeg om er multicopters mee te maken. De eerste quadcopter van het Chinese DJI was de DJI Phantom, uitgerust met GPS en signaleringslampen en voldoende software om het vliegen van een drone in minuten onder de knie te krijgen.
  • Sony’s Viao P-series (2009) - De in 2009 door Sony geïntroduceerde Viao P-series zijn kleine draagbare computers die veel ontwerpelementen van de Sony PlayStation Portable hebben overgenomen. Uitgerust met een Intel Atom Intel Atom Z520 en met 2 GB werkgeheugen zijn het geen krachtpatsers. Het 8" breedbeeldscherm van 1600x768 pixels kan niet opboksen tegen een huidige generatie smartphone. Maar de uitstraling van deze Sony minicomputers, die Windows Vista vanaf de fabriek meekregen en volgeplempt waren met Sony rommelware, valt niet te miskennen.
  • Brian Acton en Jan Koum’s WhatsApp (2009) - Als je vroeger met je telefoon een berichtje aan iemand anders stuurde deed je dat met een SMSje, dat staat voor Short Message Service. SMS was onderdeel van de oorspronkelijke mobiele netwerktechnologie en maakte deel uit van het verdienmodel van de telecomoperators. Het was tot voor 2009 niet ongebruikelijk dat de kosten voor SMS het grootste deel van je maandelijkse telefoonrekening bepaalde. Het versturen van SMSjes stond voor de telecomoperators dan ook garant voor een flinke deel van de omzet. Dat is, totdat Brian Acton en Jan Koum het idee opvatten van een berichtenservice die via de opkomende internetverbindingen van smartphones zou gaan werken. Ze noemden hun idee 'WhatsApp', kort voor de Whats Up App. Het zou het einde van het SMS tijdperk betekenen.
  • Optoma ML500 (2011) - De Optoma ML500 is een digitale led-projector met een lichtsterkte van 500 ANSI lumen. Het is een kleine projector ter grootte van een stevig leesboek met een scala aan signaalingangen, waaronder compositef video, VGA en HDMI. De eigen resolutie is 1280x800 pixels. De projector heeft een ingebouwde luidspreker, maar geen losse audio ingang (de HDMI ingang is voorzien van audio).
  • VanMoof Electrified S (2016) - Strikt gezien is een fiets met elektrische trapondersteuning die in 2016 op de markt is gekomen misschien geen retro. Toch schreeuwt het Nederlandse ontwerp van de broers Taco en Ties Carlier 'klassiek' en 'tijdloos' en dat maakt het toekomstig retro. Neo-retro, zo u wilt.
  • Lee Hart’s 6502 40th Anniversary Computer Badge (2017) - Een jubileumexemplaar op de 45e verjaardag van een iconische microprocessor op een handzame printplaat met lichteffecten, een kit die je zelf moet solderen en die je met batterijvoeding als kerstversiering kunt dragen. Veel meer retro wordt het niet en dat is precies de reden waarom Lee Hart, retrotechnicus in hart (haha) en nieren de single board computer ontwikkelde.
  • GPD’s Pocket (2017) - In 2007 probeerden Microsoft en Intel iets nieuws dat ze Ultra-Mobile PC's zouden gaan noemen: kleine laptops met een moderne vormgeving en een laag stroomverbruik en dus weinig rekenkracht maar op papier een volledige computer-voor-onderweg. Het concept sloeg niet aan, ondanks verwoede pogingen van grote merken als HP en Sony en Microsoft en Intel zelf om UMPC's te promoten. "Tergend traag" en "onwerkbaar" waren de oordelen van reviewers. Tien jaar later echter vond GamePad Digital (GPD) het tijd voor een comeback en meer dan 8.000 investeerders waren het er toen mee eens.
  • Steven Spielberg’s Ready Player One (2018) - Ready Player One is een toekomstfilm gebaseerd op de gelijknamige roman van Ernest Cline uit 2011. In het jaar 2044 vindt veel van het dagelijkse leven plaats in een onlinewereld genaamd 'OASIS'. Wanneer de maker ervan overlijdt en zijn vermogen nalaat aan degene die het eerste drie sleutels in de OASIS weet te vinden zijn de rapen gaar en barst er een strijd los die meerdere jaren in beslag gaat nemen. Hoofdpersoon Parzival weet de eerste sleutel te bemachigen en wordt het doelwit van een organisatie die alle middelen inzet om de controle over de OASIS te bemachtigen.
  • Waveshare’s retro games console GamePi20 (2019) - Een Raspberry Pi is nog lang geen retrohardware en de op de Raspberry Pi Zero gebaseerde GamePI20 is dat ook niet. Maar door de GamePi20 uit te rusten met RetroPi of Recalbox en wat oude games van je Sinclair ZX Spectrum, Commodore Amiga of NES te laden heb je een handige, compacte game console waar 'retro' vanaf spat.
  • Pwnagotchi (2019) - Pwnagotchi is een open source zelfbouw 'AI' die van de verscheidene WiFi netwerken om zich heen de handshakes tussen het toegangspunt en de aangesloten apparaten verzamelt en deze in een standaard bestandsformaat op een geheugenkaartje bewaart. Deze handshakes kunnen vervolgens later met een Linux-tool als HashCat ontsleuteld worden om de bij het SSID behorende WiFi wachtwoord te achterhalen.