Sinclair ZX81 (1981)

De ZX81 is een homecomputer die door Sinclair Research van Sir Clive Sinclair in maart 1981 op de markt werd gebracht. Het was de opvolger van de Sinclair ZX80. Hij werd geproduceerd door Timex. De ZX81 is grotendeels hetzelfde als zijn voorganger, maar er zijn toch een paar verschillen. Zo werd de ZX81 geleverd in een zwarte uitvoering terwijl de ZX80 wit was. Net als bij de ZX80 is een membraantoetsenbord gebruikt; het indrukken van een toets was dan ook niet duidelijk voelbaar.

Een groot voordeel van de ZX81 ten opzichte van de ZX80 is onder andere de uitbreiding met floating point-berekeningen en de mogelijkheid slow mode te gebruiken. Bij de ZX81 kon men nu tijdens de verwerking van een programma beeld blijven zien. Nadeel is wel dat daardoor de berekeningen tot vier maal langzamer konden plaatsvinden. De ZX81 heeft namelijk uit kostenbesparing geen afzonderlijke grafische chip. De Z80 processor moet daarom zelf de beeldschermuitvoer verzorgen en is hier tot wel 75% van de tijd mee bezig. De computer heeft naast een tekst mode ook een grafische mode waarmee men kon plotten met een resolutie van 64×44. Hobbyisten schreven later software waarmee de computer in staat bleek om ook graphics in een resolutie van 256×192 weer te geven.

Een zwak punt waren de externe RAM-uitbreidingsmodules waarmee het geheugen met 16 kilobytes (en later meer) kon worden uitgebreid. De modules waren zo wankel bevestigd dat vaak een reset van de computer volgde wanneer de geheugenmodule per ongeluk werd aangeraakt (‘RAM pack wobble’), of zelfs als de tafel waarop de computer stond trilde.

Sinclair ZX80 (1980)

De Sinclair ZX80 was een eenvoudige thuiscomputer die in 1980 door het bedrijf Sinclair Research van Clive Sinclair werd uitgebracht. Het was de eerste computer die voor minder dan 100 pond verkocht werd in Groot-Brittannië. De ZX80 kon enkel via de post besteld worden en was voor 80 pond ook als kit beschikbaar. De machine had een witte plastic kast en een klein blauw membraantoetsenbord. Ze moest op een televisietoestel worden aangesloten. Het display had 24 regels van 32 tekens. Voor het genereren van het beeld gebruikte de ZX80 een combinatie van hardware en software waardoor ze enkel een beeld kon genereren wanneer er geen programma werd uitgevoerd en niet op input van de gebruiker wachtte. Om programma’s te bewaren had de ZX80 een cassetterecorderingang en -uitgang.

De machine gebruikte als microprocessor een goedkopere Zilog Z80-kloon, de NEC 780C-1, en had 1 KB RAM-geheugen (optioneel uitbreidbaar tot 16 KB) en een Sinclair BASIC-editor/interpreter in een 4 KB ROM. Sinclair BASIC was een integer BASIC die enkel met gehele getallen werkte.

Elektuur Halfgeleidergids (1964)

Elektuur is een maandblad over elektronica dat wordt uitgegeven door Elektor International Media bv. Sinds de oprichting in 1961 door Bob W. van der Horst is Elektor een toonaangevend en vooruitstrevend uitgeefhuis met een grote schare trouwe volgers, met name ook in de professionele sector. In de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw was het tijdschrift een “must” voor de elektronica liefhebber. Het tijdschrift was baanbrekend in synthesizers (Formant), microcomputers (SC/MP, de Junior computer, 8052 Basic board, etc.), versterkers en luidsprekerontwerpen. Er verschenen ook vele speciale uitgaves (bv. de “Luidspreker special”) over deze onderwerpen. Van een aantal ontwerpen zijn nog steeds speciale sites op het internet te vinden. De Elektuur was innovatief (al was dat woord nog niet in de mode) en eigenwijs. Het blad gaf ook vaak print (PCB) ontwerpen. Vaak kant en klaar te koop, maar menig armlastig student heeft tot de jaren 80 deze proberen te reproduceren met fotokopieën en zuurbaden.

Beroemd was de vakantieuitgave “de halfgeleidergids” met vaak meer dan 100 ontwerpen. De eerste uitgave hiervan was in 1964, gevolgd door een jaarlijkse herhaling. Het was een uitgave om naar uit te kijken, met veel gedetailleerde schakelingen met meer-of-mindere praktische toepassing. Sommige gepubliceerde schakelingen kwamen niet veel verder dan een theoretische overweging van een onderwerp, terwijl andere op een stukje gaatjesprint konden worden opgebouwd. Verschillende artikelen hadden een bijbehorend printontwerp, terwijl andere een specifiek ontworpen behuizing bij de publicatie hadden. De halfgeleidergids had een hoog herlees-gehalte en veel schakelingen waren pareltjes van vernuft. Meer berucht was het artikel “het lek van de Elektuur” waar fouten in het de maand daarvoor gepubliceerde ontwerpen werden gecorrigeerd. Menig abonnee wachtte een maandje of twee voordat hij (zelden een zij) aan het project begon. De Elektuur had ook humor. De halfgeleidergids bevatte vaak een onzin ontwerp en sommige series werden met stripjes van ironisch commentaar voorzien. Vaak waren ook in de tekst of naam van het project (de “Stentor” versterker) grappige opmerkingen opgenomen.

Zo rond 2005 begon de interesse voor de halfgeleidergids af te nemen. De layout van het blad spoorde niet goed meer met de aard van de schakelingen: een groter lettertype, brede marges, grote witruimten sloten niet meer aan bij de behoefte aan veel tekst, veel details en veel puzzelgenot van de lezers. Ook probeerde het maandblad in het algemeen te hard om ‘voor iedereen’ geschikt te zijn en veel ‘leerzame’ teksten te publiceren, voorbijgaand aan het feit dat een groot deel van de charme van het vakgebied zit in het moeten puzzelen, steeds opnieuw lezen van teksten en zelfstudie. De leerzame teksten sloten in het geheel niet aan bij de wat meer gevordere lezer, die de Elektuur daarom links begonnen te laten liggen.

In 2022 publiceerde Elektor, de nieuwe naam voor Elektuur, voor het eerst de ‘Circuit Special’, een dankbare poging om de charme van de halfgeleidergids nieuw leven in te blazen. In eerste instantie heette de heruitgave nog ‘Summer Circuits’, maar vanaf 2023 ontstond de definitieve nieuwe naam, ‘Circuit Special’.

Externe link

Evoluon (1966)

Het Evoluon is een discusvormig gebouw in Eindhoven, ontworpen door architecten Louis Kalff en Leo de Bever. De futuristische, op een vliegende schotel gelijkende koepel meet 77 meter in diameter en het beton van de koepel wordt door 169 kilometer spankabel op zijn plaats gehouden. Het Evoluon was bedoeld als uithangbord voor de technologische vooruitgang en dan met name die aspecten daarvan waarbij het van oorsprong Eindhovense bedrijf Philips betrokken was. Het gebouw werd in 1966 ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van Philips aan de stad Eindhoven ‘aangeboden’. Het gebouw is van 1966 tot 1989 als educatief technologiemuseum in gebruik geweest en trok in de tweede helft van de jaren ’70 grote bezoekersaantallen. Dit kwam mede omdat de bezoekers zelf mochten experimenteren en demonstratiemodellen konden bedienen. Dat was toen nog nieuw en vooral aantrekkelijk voor scholieren. Veel scholen organiseerden daarom traditioneel eenmaal per jaar een ‘reisje Evoluon’. Het hielp ook dat er in Nederland nog geen concurrerende techniekmusea waren.

Elektuur Lego Buggy (1999)

Met behulp van de Parallax BASIC Stamp, wat losse elektronica, enkele Lego-blokjes en -motoren is op eenvoudige wijze een compacte en programmeerbare mini-robot te maken. De Elektuur Lego Buggy is daar een mooi voorbeeld van: alles heel klein, maar toch flexibel en veelzijdig.

Weerstanden
R1 = 22 k
R2 = 10 k
R3 = 6k8
R4,R5 = LDR
P1,P2 = 250 , instelpotentiometer, staand

Condensatoren
C1…C4,C6,C10,C11 = 100 n, steek 5 mm
C5,C7 = 330 n
C8,C9 = 10 µ/25 V, radiaal
C12 = 100 µ /16 V, radiaal

Halfgeleiders
D1,D2 = infrarood zenddiode, bijv. LD271
IC1 = 74HC04
IC2 = L293D
IC3 = 78L05

Diversen
K1, K2 = infrarood detector IS741F (Sharp)
K3,K6…K9 = 2-polige SIL-socket
S1,S2 = microswitch, enkel maakcontact
Bz1 = piëzo-buzzer
M1, M2 = motor, zie overzicht gebruikte Lego-componenten
K4 = 3-polige SIL-header
K5 = 14-polige SIL-socket
BASIC-Stamp V1
Print: EPS 990035

Altair 8800 (1975)

De MITS Altair 8800 is een microcomputer gebaseerd op de Intel 8080A processor. Het vormde de start van de ontwikkeling van de personal computer. De Altair 8800 werd in 1975 ontwikkeld door Ed Roberts en zijn bedrijf MITS en werd voor 397 Amerikaanse dollars als bouwpakket door het Amerikaanse blad Popular Electronics verkocht. De ontwerpers dachten een paar honderd stuks te verkopen aan hobbyisten, maar tot hun verrassing verkochten ze tien keer zoveel gedurende de eerste paar maanden. Vandaag de dag wordt de Altair algemeen erkend als het begin van de ontwikkeling van de personal computer in de daarop volgende jaren. De interne computerbus (de S-100 bus) werd de de-facto industriestandaard en de eerste programmeertaal voor dit apparaat (Altair BASIC) was het product waarmee Microsoft begonnen is.

Binnen zes maanden was er concurrentie in de vorm van de IMSAI 8080, die al een toetsenbord, beeldscherm en diskettestation bezat. In 1976 waren er al meerdere apparaten die verder waren dan de Altair 8800. Ed Roberts eiste van de nieuwe computerwinkels dat zij alleen maar zijn Altair zouden verkopen. Maar daardoor keerden de computerwinkels zich juist van de Altair af en verkochten de andere merken. Zodoende werd de Altair snel uit de markt gedrukt die het zelf had gecreëerd.

Sony’s Walkman WM-2 (1981)

Een walkman is een op batterijen werkend apparaat dat compact cassettes afspeelt via een hoofdtelefoon en dat meegenomen kan worden tijdens het wandelen of fietsen. Sony stond al voor de introductie van de WM-2 bekend als een Japans bedrijf dat miniatuur consumentenproducten van hoge kwaliteit wist te maken. De WM-2 die in 1981 werd geïntroduceerd is echter zonder twijfel een mijlpaal in hun geschiedenis.

Zelf heb ik een tijdje een WM-1 gehad, die na een tijdje langzamer ging lopen en waarvan het geluid links en rechts nooit echt feilloos was. Ook de WM-2 had last van datzelfde euvel. De introductie van de DD-reeks, die uiterlijk op de WM-2 leken, maakten een eind aan het probleem van wisselende snelheid.