Sinclair QL (1984)

De Sinclair QL personal computer van Sinclair Research uit Engeland werd in 1984 op de markt gebracht. Het was de poging van Sinclair om, voortbordurend op het succes van de ZX Spectrum, de zakelijke markt te bedienen. Het systeem was voor die tijd een revolutionair ontwerp omdat gebruik werd gemaakt van een Motorola 68000 microprocessor met een kloksnelheid van 7,5 MHz. Het was het eerste systeem dat met deze nieuwe processor op de markt kwam, al was het beperkt in de mogelijkheden doordat de 68008 versie met de 8-bits databus werd toegepast (eenzelfde truuk als de eerste IBM PC overigens met de 8088 processor uitvoerde). Naast de 68008 bestond de hardware van de QL (Quantum Leap) uit onder meer twee ULA’s (Uncommitted Logic Arrays) voor het aansturen van het beeldscherm en de overige I/O functies en een secundaire Intel 8049 processor voor het afhandelen van het toetsenbord, de seriële poorten en het geluid. Er waren twee uitbreidingsconnectors aanwezig voor het aansluiten van een externe ROM en overige randapparatuur zoals floppydisk-controllers en extra RAM-geheugen.

Het besturingssysteem van de QL was QDOS, een multitaskingbesturingssysteem dat door Sinclair research zelf was ontwikkeld. Na opstarten werd automatisch de Sinclair SuperBASIC interpreter gestart, die zowel als commando-schil voor het QDOS-systeem als programmeeromgeving fungeerde. Anders dan bij eerdere Sinclair-computers moesten SuperBASIC-opdrachten letter voor letter worden ingetypt, waarbij in bepaalde gevallen wel afkortingen mogelijk waren (bijvoorbeeld DEFine PROCedure kon worden ingetypt als ‘defproc’). SuperBASIC bood een gestructureerde programmeer-omgeving, vergelijkbaar met talen als Pascal en C, waardoor programma’s geschreven konden worden zonder het gebruik van GOTO en GOSUB-constructies.

De QL werd geleverd met 128 KB RAM geheugen, wat middels een uitbreidingsmodule kon worden vergroot. Officieel tot 640 KB, maar met bepaalde randapparatuur tot wel 896KB (de 68008 kan maximaal 1024 KB adresseren en in de QL was 128KB gereserveerd voor het ROM-geheugen en I/O adressen). Er zijn zelfs hardware-uitbreidingen geproduceerd die hun eigen (16-bit) 68000-processor, RAM en (floppydisk) I/O aan boord hebben, waardoor deze onderdelen in de QL feitelijk vervangen werden en daarmee de snelheid en betrouwbaarheid van de QL aanzienlijk vergroot.

Als monitor kon een televisie of een echt CRT beeldscherm worden gebruikt. De schermresolutie was 512 x 256 pixels bij 4 kleuren of 256 x 256 pixels bij 8 kleuren, waarbij ook vensters gedefinieerd konden worden zoals we die nu bij moderne grafische besturingssystemen kennen. Voor opslag was de computer voorzien van 2 ingebouwde Sinclair Microdrives, kleine cartridges met een eindloze smalle tape (van 5 meter lengte) die tot 100 KB aan gegevens kon bevatten. De computer werd geleverd met een geïntegreerd office pakket dat werd geleverd door Psion. Dit bestond uit een tekstverwerker (Quill), spreadsheet (Abacus), database (Archive) en grafische applicatie (Easel).

Speciaal het vermelden waard is het toetsenbord van de QL. Het waren licht plastic kapjes gemonteerd op hetzelfde concept als waar de ZX Spectrum bekend om was komen te staan: een rubber mat met noppen. De plastic kapjes op de wat wiebelige rubber matten maakten het gebruik van het toetsenbord deels beter, deels minder. De vorm van de kapjes was zorgvuldig ontworpen, met veel details en een moderne, tijdloze uitstraling. Moderne toetsenborden lenen nog vaak van dit ontwerp.

Sinclair’s ZX Spectrum (1982)

De ZX Spectrum is een homecomputer van Clive Sinclair. De computer is de opvolger van de ZX80 en ZX81. Alhoewel de naam eerst ZX82 zou gaan worden, werd voor ZX Spectrum gekozen, om duidelijk te maken dat het apparaat met kleuren kon werken. De computer moest op de televisie aangesloten worden. Opvallend zijn de kleine rubberen toetsen en de toetscombinaties om te kunnen programmeren. Er waren ongeveer duizend games in omloop voor de Spectrum.

Evenals zijn voorgangers maakte de ZX Spectrum gebruik van een Zilog Z80 microprocessor en een speciale, door Sinclair ontwikkelde chip om de overige functies uit te voeren. De ZX Spectrum was een populaire computer; de prijs was laag, er was veel software beschikbaar, het aantal uitbreidingen en accessoires was enorm en Sinclair bleef steeds opnieuw verrassen. Zo kwam er een Interface 1 beschikbaar met een seriële poort, een Interface 2 voor ROM cartridges, een met de Interface 1 te verbinden Microdrives, door Psion geschreven software, opvolgers in grotere behuizingen en de aankondiging van de Sinclair ‘Quantum Leap’.

Sinclair ZX81 (1981)

De ZX81 is een homecomputer die door Sinclair Research van Sir Clive Sinclair in maart 1981 op de markt werd gebracht. Het was de opvolger van de Sinclair ZX80. Hij werd geproduceerd door Timex. De ZX81 is grotendeels hetzelfde als zijn voorganger, maar er zijn toch een paar verschillen. Zo werd de ZX81 geleverd in een zwarte uitvoering terwijl de ZX80 wit was. Net als bij de ZX80 is een membraantoetsenbord gebruikt; het indrukken van een toets was dan ook niet duidelijk voelbaar.

Een groot voordeel van de ZX81 ten opzichte van de ZX80 is onder andere de uitbreiding met floating point-berekeningen en de mogelijkheid slow mode te gebruiken. Bij de ZX81 kon men nu tijdens de verwerking van een programma beeld blijven zien. Nadeel is wel dat daardoor de berekeningen tot vier maal langzamer konden plaatsvinden. De ZX81 heeft namelijk uit kostenbesparing geen afzonderlijke grafische chip. De Z80 processor moet daarom zelf de beeldschermuitvoer verzorgen en is hier tot wel 75% van de tijd mee bezig. De computer heeft naast een tekst mode ook een grafische mode waarmee men kon plotten met een resolutie van 64×44. Hobbyisten schreven later software waarmee de computer in staat bleek om ook graphics in een resolutie van 256×192 weer te geven.

Een zwak punt waren de externe RAM-uitbreidingsmodules waarmee het geheugen met 16 kilobytes (en later meer) kon worden uitgebreid. De modules waren zo wankel bevestigd dat vaak een reset van de computer volgde wanneer de geheugenmodule per ongeluk werd aangeraakt (‘RAM pack wobble’), of zelfs als de tafel waarop de computer stond trilde.

Sinclair ZX80 (1980)

De Sinclair ZX80 was een eenvoudige thuiscomputer die in 1980 door het bedrijf Sinclair Research van Clive Sinclair werd uitgebracht. Het was de eerste computer die voor minder dan 100 pond verkocht werd in Groot-Brittannië. De ZX80 kon enkel via de post besteld worden en was voor 80 pond ook als kit beschikbaar. De machine had een witte plastic kast en een klein blauw membraantoetsenbord. Ze moest op een televisietoestel worden aangesloten. Het display had 24 regels van 32 tekens. Voor het genereren van het beeld gebruikte de ZX80 een combinatie van hardware en software waardoor ze enkel een beeld kon genereren wanneer er geen programma werd uitgevoerd en niet op input van de gebruiker wachtte. Om programma’s te bewaren had de ZX80 een cassetterecorderingang en -uitgang.

De machine gebruikte als microprocessor een goedkopere Zilog Z80-kloon, de NEC 780C-1, en had 1 KB RAM-geheugen (optioneel uitbreidbaar tot 16 KB) en een Sinclair BASIC-editor/interpreter in een 4 KB ROM. Sinclair BASIC was een integer BASIC die enkel met gehele getallen werkte.

Elektuur Halfgeleidergids (1964)

Elektuur is een maandblad over elektronica dat wordt uitgegeven door Elektor International Media bv. Sinds de oprichting in 1961 door Bob W. van der Horst is Elektor een toonaangevend en vooruitstrevend uitgeefhuis met een grote schare trouwe volgers, met name ook in de professionele sector. In de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw was het tijdschrift een “must” voor de elektronica liefhebber. Het tijdschrift was baanbrekend in synthesizers (Formant), microcomputers (SC/MP, de Junior computer, 8052 Basic board, etc.), versterkers en luidsprekerontwerpen. Er verschenen ook vele speciale uitgaves (bv. de “Luidspreker special”) over deze onderwerpen. Van een aantal ontwerpen zijn nog steeds speciale sites op het internet te vinden. De Elektuur was innovatief (al was dat woord nog niet in de mode) en eigenwijs. Het blad gaf ook vaak print (PCB) ontwerpen. Vaak kant en klaar te koop, maar menig armlastig student heeft tot de jaren 80 deze proberen te reproduceren met fotokopieën en zuurbaden.

Beroemd was de vakantieuitgave “de halfgeleidergids” met vaak meer dan 100 ontwerpen. De eerste uitgave hiervan was in 1964, gevolgd door een jaarlijkse herhaling. Het was een uitgave om naar uit te kijken, met veel gedetailleerde schakelingen met meer-of-mindere praktische toepassing. Sommige gepubliceerde schakelingen kwamen niet veel verder dan een theoretische overweging van een onderwerp, terwijl andere op een stukje gaatjesprint konden worden opgebouwd. Verschillende artikelen hadden een bijbehorend printontwerp, terwijl andere een specifiek ontworpen behuizing bij de publicatie hadden. De halfgeleidergids had een hoog herlees-gehalte en veel schakelingen waren pareltjes van vernuft. Meer berucht was het artikel “het lek van de Elektuur” waar fouten in het de maand daarvoor gepubliceerde ontwerpen werden gecorrigeerd. Menig abonnee wachtte een maandje of twee voordat hij (zelden een zij) aan het project begon. De Elektuur had ook humor. De halfgeleidergids bevatte vaak een onzin ontwerp en sommige series werden met stripjes van ironisch commentaar voorzien. Vaak waren ook in de tekst of naam van het project (de “Stentor” versterker) grappige opmerkingen opgenomen.

Zo rond 2005 begon de interesse voor de halfgeleidergids af te nemen. De layout van het blad spoorde niet goed meer met de aard van de schakelingen: een groter lettertype, brede marges, grote witruimten sloten niet meer aan bij de behoefte aan veel tekst, veel details en veel puzzelgenot van de lezers. Ook probeerde het maandblad in het algemeen te hard om ‘voor iedereen’ geschikt te zijn en veel ‘leerzame’ teksten te publiceren, voorbijgaand aan het feit dat een groot deel van de charme van het vakgebied zit in het moeten puzzelen, steeds opnieuw lezen van teksten en zelfstudie. De leerzame teksten sloten in het geheel niet aan bij de wat meer gevordere lezer, die de Elektuur daarom links begonnen te laten liggen.

In 2022 publiceerde Elektor, de nieuwe naam voor Elektuur, voor het eerst de ‘Circuit Special’, een dankbare poging om de charme van de halfgeleidergids nieuw leven in te blazen. In eerste instantie heette de heruitgave nog ‘Summer Circuits’, maar vanaf 2023 ontstond de definitieve nieuwe naam, ‘Circuit Special’.

Externe link

Elektuur Lego Buggy (1999)

Met behulp van de Parallax BASIC Stamp, wat losse elektronica, enkele Lego-blokjes en -motoren is op eenvoudige wijze een compacte en programmeerbare mini-robot te maken. De Elektuur Lego Buggy is daar een mooi voorbeeld van: alles heel klein, maar toch flexibel en veelzijdig.

Weerstanden
R1 = 22 k
R2 = 10 k
R3 = 6k8
R4,R5 = LDR
P1,P2 = 250 , instelpotentiometer, staand

Condensatoren
C1…C4,C6,C10,C11 = 100 n, steek 5 mm
C5,C7 = 330 n
C8,C9 = 10 µ/25 V, radiaal
C12 = 100 µ /16 V, radiaal

Halfgeleiders
D1,D2 = infrarood zenddiode, bijv. LD271
IC1 = 74HC04
IC2 = L293D
IC3 = 78L05

Diversen
K1, K2 = infrarood detector IS741F (Sharp)
K3,K6…K9 = 2-polige SIL-socket
S1,S2 = microswitch, enkel maakcontact
Bz1 = piëzo-buzzer
M1, M2 = motor, zie overzicht gebruikte Lego-componenten
K4 = 3-polige SIL-header
K5 = 14-polige SIL-socket
BASIC-Stamp V1
Print: EPS 990035

Sony’s Walkman WM-2 (1981)

Een walkman is een op batterijen werkend apparaat dat compact cassettes afspeelt via een hoofdtelefoon en dat meegenomen kan worden tijdens het wandelen of fietsen. Sony stond al voor de introductie van de WM-2 bekend als een Japans bedrijf dat miniatuur consumentenproducten van hoge kwaliteit wist te maken. De WM-2 die in 1981 werd geïntroduceerd is echter zonder twijfel een mijlpaal in hun geschiedenis.

Zelf heb ik een tijdje een WM-1 gehad, die na een tijdje langzamer ging lopen en waarvan het geluid links en rechts nooit echt feilloos was. Ook de WM-2 had last van datzelfde euvel. De introductie van de DD-reeks, die uiterlijk op de WM-2 leken, maakten een eind aan het probleem van wisselende snelheid.